Ggz-aanbieders, verzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit zijn het eens over een oplossing voor de discussie over de jaarrekeningen in de ggz. Verruiming van de regelgeving moet de discussie oplossen.
Er spelen er een aantal vraagstukken rondom de GGZ-regelgeving die gold in 2013. Een deel van de omzet 2013 landt in de jaarrekening 2014 en zorgt daardoor ook voor onzekerheid over deze jaarrekening. De NBA heeft eerder hierover een audit alert afgegeven.
Naast de vraagstukken over de publieke regelgeving speelde er veel rondom de contractafspraken tussen aanbieder en verzekeraar. GGZ Nederland en Zorgautoriteit Nederland hebben met elkaar een Plan van Aanpak opgesteld om deze vraagstukken op te lossen. De minister heeft vervolgens generiek uitstel verleend voor de jaarrekening 2014.
Mede door het Plan van Aanpak hebben verreweg de meeste ggz-aanbieders inmiddels de jaarrekeningen 2014 gedeponeerd. Bij een klein aantal ggz-instellingen is dat nog niet gelukt. Ook bij de ggz-instellingen die wel gedeponeerd hebben, en hun controlerend verzekeraars, leven soms nog vragen over de regelgeving 2013.
VWS, NZa, GGZ Nederland, ZN, ZiNL en NBA hebben in het bestuurlijk overleg over de jaarrekeningen 2014 geconstateerd dat er nog over vier thema’s knelpunten bestaan. Het gaat daarbij om de thema’s directe tijd hoofdbehandelaar, verblijfsdagen EFG, tijdigheid verwijzing en misbruik van middelen. Geconstateerd is dat bij “directe tijd hoofdbehandelaar” en “verblijfsdagen EFG” de regelgeving moet worden verruimd.
Directe tijd hoofdbehandelaar
Per 2013 is als declaratieregel opgenomen dat de hoofdbehandelaar voor het stellen van een diagnose direct cliëntgebonden tijd heeft besteed aan de cliënt waarvoor wordt gedeclareerd. De implementatietijd voor deze regel was voor sommige aanbieders te kort. Deze regel is nu zo gewijzigd dat in gevallen waarin zorgaanbieder en zorgverzekeraar dat nu uitdrukkelijk overeenkomen, een in 2013 geopende DBC in rekening kan worden gebracht en kan worden vergoed, zonder dat sprake is van direct cliëntgebonden tijd van de hoofdbehandelaar.
Verblijfsdagen EFG
Er bestaat een structureel verschil van mening tussen aanbieders en verzekeraars wanneer de ‘zware’ verblijfsdagen E, F en G worden ingezet. Dit gaat vooral om het kenmerk ‘bedbezetting’. Voor 2013 heeft de NZa de prestatiebeschrijving van de verblijfsprestaties E, F en G aangepast. Voor verblijfsprestatie E, F en G geldt: “de patiënten blijven tijdens de duur van de (gehele) behandeling doorgaans in de kliniek”.
Marian Kaljouw, voorzitter van de raad van bestuur van de NZa: ‘Wij hopen van harte dat de betrokken aanbieders en verzekeraars nu snel constructieve afspraken maken zodat de discussie over de jaarrekeningen in de ggz binnen afzienbare tijd succesvol afgesloten kan worden.’
Geef een reactie