De gevolgen van het uitstel van de Implementatiewet wijzigingsrichtlijn en verordening wettelijke controles jaarrekeningen vallen mee. Ook de gevolgen ten aanzien van het grensoverschrijdend toezicht zijn beperkt.
Dat schrijft minister Dijsselbloem van Financiën in de nota n.a.v. het verslag.
De regeling die de kwaliteit van binnen de EU verrichte wettelijke controles moet verbeteren, heeft als implementatietermijn 17 juni 2016. Deze datum wordt niet gehaald, zo schrijft Dijsselbloem. ‘Het implementatieproces van de betreffende Europese wetgeving heeft veel tijd in beslag genomen. Er moest diepgaand worden bekeken hoe regels van de richtlijn en de verordening zich verhouden tot het huidige nationale toezichtstelsel, dat in vergelijking met andere EU-lidstaten thans al ver ontwikkelend is. De implementatiewet zal niet binnen de implementatietermijn in werking treden. Bovendien wordt een aantal onderwerpen uitgewerkt in lagere regelgeving. De voor de implementatie te maken algemene maatregel van bestuur kan pas voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd, nadat de Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel.‘
Bij te late implementatie bestaat de kans dat er een infractieprocedure wordt gestart door de Europese Commissie. De EU-verordening bevat specifieke vereisten voor de wettelijke controles van organisaties van openbaar belang (oob’s). Voor de verordening geldt dat deze rechtstreekse werking heeft. De verplichtingen uit de verordening gelden vanaf 17 juni 2016. De AFM heeft geïnventariseerd waar eventuele knelpunten kunnen ontstaan door deze vertraging. Uit deze inventarisatie blijkt dat de gevolgen van het uitstel van de Implementatiewet meevallen. De staatssecretaris laat de tweede Kamer weten dat er in de Nederlandse wetgeving al vroegtijdig is geanticipeerd op de aanstaande Europese wetgeving, in het bijzonder ten aanzien van een verbod op het tegelijkertijd leveren van controle- en adviesdiensten aan een oob’s. Daarnaast zijn de gevolgen ten aanzien van het grensoverschrijdend toezicht beperkt. Dit onderdeel van het toezicht betreft in de praktijk een relatief gering deel van het accountantstoezicht.
AFM niet direct aangewezen als toezichthouder
De belangrijkste juridische consequentie van te late implementatie is dat de AFM niet direct vanaf 17 juni is aangewezen als toezichthouder op de bepalingen uit de verordening. De toezichthouder kan na de datum van inwerkingtreding van de verordening wel toezicht uitoefenen ten aanzien van handelen of nalaten in strijd met plichten uit de Implementatiewet gedurende de periode van 17 juni tot datum inwerkingtreding, maar in deze periode nog geen punitieve handhavingsbevoegdheden toepassen. Ook zal tijdelijk een aantal bepalingen die vanwege de rechtstreekse werking van de verordening geschrapt worden in de Wta blijven staan naast de bepalingen uit de verordening tot het moment van inwerkingtreding van de implementatiewet. Dit leidt niet tot problemen voor de naleving of handhaving van de betreffende verplichtingen, aldus Dijsselbloem.
Geef een reactie