De AFM wijst hypotheekadviseurs en huizenkopers op een tweetal risico’s die kunnen ontstaan als er maximaal wordt geleend voor de woning.
Uit cijfers van de NVM blijkt dat de prijzen van woningen in Nederland toenemen. Reden voor de AFM om hypotheekadviseurs en huizenkopers te adviseren voorzichtig te zijn met het afsluiten van een maximale hypotheek. Bepaalde huishoudens kunnen in de problemen komen, omdat ze minder financiële ruimte hebben dan gemiddelde huishoudens waarop de leennorm is gebaseerd.
Leennorm niet voor iedereen toereikend
Adviseurs en aanbieders toetsen aan de hand van wettelijke leennormen hoeveel een huishouden maximaal kan lenen. De hoogte van deze wettelijke leennorm is gebaseerd op gemiddelde budgetten van één huishoudtype, een tweepersoonshuishouden zonder kinderen. Dit betekent dat voor huishoudens met hogere lasten dan gemiddeld, er nagenoeg geen reserves kunnen zijn om tegenvallers op te vangen. Voor één groep huishoudens met een modaal inkomen (eenverdieners met meer dan twee kinderen) geldt zelfs, dat als zij een maximale hypotheek afsluiten, zij gemiddeld onvoldoende overhouden voor de minimale uitgaven.
Toekomstige stijgende rente
Een ander risico op termijn is de huidige lage rente. Kopers die kiezen voor een rentevast periode korter dan 10 jaar, worden in de leennormen beschermd tegen het effect van een stijgende rente. Dit is omdat in deze situatie met een vaste zogenaamde toetsrente van 5% wordt gerekend. Bij hypotheken met een rentevastperiode van 10 jaar of langer mag gerekend worden met de werkelijke rente die momenteel lager is dan de toetsrente van 5%. Huishoudens die op basis van de huidige rente maximaal lenen, kunnen bij een sterk gestegen rente, over 10 jaar geconfronteerd worden met een forse stijging van de maandlasten. De AFM roept adviseurs op om aandacht te besteden aan deze risico’s en ook de negatieve scenario’s met de kopers te bespreken.
Geef een reactie