Justitie mag tot strafvervolging overgaan tegen personen die de BTW niet tijdig hebben betaald. Dat heeft het Europese Hof van Justitie geantwoord op een prejudiciële vraag van een Italiaanse rechter.
Luca Menci, eigenaar van een eenmanszaak, heeft over 2011 een aangifte ingediend die leidde tot een aanslag omzetbelasting van ruim € 280.000. Dat bedrag heeft hij niet tijdig betaald. De Italiaanse belastingdienst heeft hem vervolgens een boete van 30% opgelegd en gesommeerd alsnog te betalen. Tegelijk heeft het OM een strafzaak ingesteld, omdat het niet tijdig betalen van de BTW een strafbaar feit oplevert. De rechter in Bergamo wilde vervolgens van het EU-hof weten of iemand strafrechtelijk vervolgd mag worden als voor hetzelfde feit ook al een administratieve sanctie is opgelegd.
Beperking grondrechten
Het hof overweegt ten eerste dat een en hetzelfde feit niet twee keer strafrechtelijk kan worden gesanctioneerd. De administratieve sanctie is zodanig dat die van strafrechtelijke aard is, waarmee strafvervolging voor hetzelfde feit een beperking vormt op de grondrechten van de EU, aldus het hof.
Zo’n beperking is echter toegestaan als de in de nationale wet vastgelegde regeling ten doel heeft een algemeen belang na te streven. Het moet gaan om “elkaar aanvullende doelen […] die in voorkomend geval betrekking hebben op verschillende aspecten van hetzelfde inbreukmakende gedrag”. Het is aan de verwijzende rechter om na te gaan of dat het geval is, aldus het hof. Dat overweegt nog dat het in dit geval legitiem lijkt om met zo’n strafvervolging ernstige overtreding van de regels tegen te gaan.
Bovendien is in de Italiaanse wet duidelijk omschreven wanneer tot strafvervolging kan worden overgegaan. Het moet bijvoorbeeld gaan om bedragen boven de € 50.000. De gevangenisstraf die kan worden opgelegd, varieert van zes maanden tot twee jaar.
Drie voorwaarden
Het hof stelt samengevat dat voor het niet betalen van btw naast een administratieve sanctie ook een strafrechtelijke vervolging kan worden ingesteld, mits de wet:
– een doel van algemeen belang nastreeft dat een dergelijke cumulatie van vervolgingsmaatregelen en sancties kan rechtvaardigen, te weten de strijd tegen delicten ter zake van de belasting over de toegevoegde waarde, waarbij die vervolgingsmaatregelen en die sancties elkaar aanvullende doelen moeten hebben;
– regels bevat waarmee voor onderlinge afstemming kan worden gezorgd, opdat de extra belasting die voor de betrokkenen uit een cumulatie van procedures voortvloeit, tot het strikt noodzakelijke wordt beperkt, en
– voorziet in regels waarmee ervoor kan worden gezorgd dat de zwaarte van het geheel van de opgelegde sancties is beperkt tot het strikt noodzakelijke in verhouding tot de ernst van het delict in kwestie.
De rechter die de zaak behandelt, moet wel zorgen dat de sanctie niet de ernst van het gepleegde delict te buiten gaat, besluit het hof.
Geef een reactie