De Accountantskamer heeft een klacht ongegrond verklaard tegen een RA die zijn eigen goedkeurende controleverklaring bij nader inzien had ingetrokken. Dat intrekken was terecht, maar over het verstrekken van de verklaring spreekt de tuchtrechter zich niet uit.
De RA bekeek de cijfers van de stichting PMLF die opereerde als kenniscentrum voor procestechniek, milieutechniek, laboratoria en fotonica. Tot 1 augustus 2015 voerde het wettelijke taken uit op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs. De stichting was onderdeel van een groep bedrijven, waaronder een BV die sinds 2008 de bedrijfsvoering van de stichting verzorgde. In 2015 heeft de stichting de wettelijke taken overgedragen aan een andere stichting. Deze zaak diende 10 december jl. voor de Accountantskamer.
Afkoopsom én vergoeding
Omdat de stichting de overeenkomst met de BV voor het overnemen van de bedrijfsvoering eerder dan contractueel bepaald beëindigt, wordt een afkoopsom van € 590.000 overeengekomen. Daarnaast wordt nog afgesproken dat de stichting een vergoeding van € 755.000 betaalt wegens winstderving en de afbouw van activiteiten. De RA heeft ten aanzien van de voorlopige overdrachtsbalans per 31 juli 2015 een onderzoeksrapport opgesteld. Hij heeft ook een goedkeurende controleverklaring afgegeven voor het verslag over de eerste zeven maanden van 2015.
Forse afwijkingen
De Inspectie van het Onderwijs stelt in 2016 echter vast dat belangrijke posten in het financieel verslag over de eerste 7 maanden van 2015 fors afwijken van de voorlopige overdrachtsbalans. De inspectie start een rechtmatigheidsonderzoek naar het financieel verslag over 2015 en de jaarstukken vanaf 2012 en zet vraagtekens bij de overeengekomen afkoopsom en vergoeding. Daarover wordt overlegd met de accountant. “Bij nadere beoordeling van de feiten en omstandigheden is gebleken dat voor het toetsen van deze aangegane verplichtingen en de bepaling van de toegekende bedragen onvoldoende geschikte controle-informatie voorhanden is”, laat de RA daarna aan de stichting weten. “Voorts is gebleken dat het normenkader voor rechtmatigheid zoals vastgesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap waaraan deze verplichtingen worden getoetst voor meerdere uitleg vatbaar is. Door ons is als accountant dan ook niet vast te stellen in hoeverre de tussen partijen overeengekomen vergoedingen voor de beëindiging van de relatie voldoen aan het normenkader.” De slotsom is dat het kantoor de goedkeuring intrekt en in plaats daarvan een een verklaring van oordeelonthouding afgeeft.
Klacht over het intrekken
Dat valt niet goed bij de stichting, die het accountantskantoor aansprakelijk stelt voor de gevolgen van de intrekking. De onderwijsinspectie komt eind 2016 met een rapport waarin wordt geoordeeld dat de controle niet toereikend is uitgevoerd, de controleverklaring een onjuiste strekking had en dat de overeengekomen vergoedingen niet geaccepteerd hadden moeten worden. Voor de Accountantskamer klaagt de stichting dat de RA de goedkeurende verklaring niet had mogen intrekken en de volgens de stichting onjuiste conclusies van de onderwijsinspectie klakkeloos heeft overgenomen.
Ver boven materialiteitsgrens
De tuchtrechter stelt vast dat de kortingsregeling waarop de tegemoetkoming van € 755.000 is gebaseerd, niet schriftelijk is vastgelegd. De stichting kan het bedrag ook niet op een andere manier onderbouwen, “terwijl tussen partijen niet in geschil is dat het bedrag ver boven de materialiteitsgrens lag”. Bovendien is niet duidelijk waarom een nieuwe tegemoetkoming is afgesproken terwijl eerder al een afkoopsom is afgesproken en vastgelegd, met finale kwijting over en weer. Dat was voor de RA al genoeg reden om na vragen van de onderwijsinspectie de conclusie te trekken dat hij onvoldoende controle-informatie had. Hij heeft daarom terecht de goedkeurende verklaring ingetrokken, aldus de Accountantskamer. “Nu klaagster slechts klaagt over het naar haar mening ten onrechte intrekken van de controleverklaring en niet over het in eerste instantie afgeven daarvan, kan in het midden blijven of betrokkene de goedkeurende controleverklaring terecht heeft afgegeven.”
Meerdere malen overlegd
Dat de RA de conclusies van de inspectie niet zomaar had mogen overnemen, is evenmin een gegronde klacht. Tijdens het onderzoek is meerdere malen overleg geweest met de RA en de stichting, onderbouwt de tuchtrechter dat oordeel. Ook de klacht dat de RA de stichting heeft geadviseerd in de te maken afspraken, wordt verworpen. Van afspraken over zo’n adviserende rol is niet gebleken.
De klacht wordt op alle onderdelen ongegrond verklaard.
Geef een reactie