
De krapte op de woningmarkt verandert het spaargedrag van de consument, concludeert EY uit de EY VODW Trendmonitor Vermogen. Huurders en jongeren zetten meer geld opzij dan twee jaar geleden.
In totaal spaart 81% van de Nederlandse huishoudens. Onder huurders is het aandeel spaarders in twee jaar gestegen van 60% naar 67%. Van de huurders tussen de 25 en de 35 jaar spaart 93% (tegen 88% twee jaar geleden). Voor de trendmonitor werden duizend consumenten bevraagd. Overigens is het percentage jonge huurders dat specifiek zegt geld voor de eigen woning opzij te zetten, een stuk lager: 12%, tegen 2% begin 2017. Van de huiseigenaren zet 22% actief geld opzij voor de eigen woning.
Niet meer beleggers
Ondanks de nog altijd verwaarloosbare spaarrente is het aandeel beleggende huishoudens niet gegroeid. Net als begin 2017 belegt een op de vijf Nederlandse huishoudens. De koersdalingen van vorig jaar hebben vooral impact gehad op de beleggers met een goedgevulde portefeuille. Een jaar geleden beweerde 21% van de ondervraagden een portefeuille boven de € 100.000 te hebben. Dat was eind vorig jaar nog 11,5%.
Beleggen is steeds meer weggelegd voor de hoge inkomens: onder de bovenmodale huishoudens belegt 51% (44% in het vorige kwartaal), terwijl bij de benedenmodale huishoudens maar 7% belegt. Jongeren zijn wat huiveriger geworden: van de 35-minners belegt 23%, tegen 28% eind vorig jaar. Consumenten worden steeds meer risico-avers. Twee jaar terug wilde 57% niet beleggen vanwege de risico’s, eind vorig jaar was dat 63%.
Jongeren zijn wel steeds actiever bezig met hun pensioenopbouw. Begin 2017 spaarde 77% van deze huishoudens voor hun pensioen, in het laatste kwartaal van 2018 was dat 91%.
Geef een antwoord