Er gaan stemmen op om de zogenaamde ‘turboliquidatie’ aan banden te leggen. Het middel zou te vaak en te makkelijk gebruikt worden om schuldeisers in de kou te laten. Daardoor heeft het een slechte naam gekregen in ondernemend Nederland. Maar is dat wel terecht?
Hoe zit het ook al weer
Bij een normaal faillissement wordt een curator aangesteld. Hij of zij probeert de activa van de BV te gelde te maken om de schuldeisers zoveel mogelijk af te betalen. Ondertussen wordt ook gecontroleerd of de BV in het verleden alles wel administratief volgens het boekje heeft gedaan. Is dat niet het geval, dan kan de curator achter de DGA in persoon aan om verhaal te halen. Dat is een prettige gedachte voor schuldeisers: als er een curator erop heeft gezeten weet je als schuldeiser dat alles eraan is gedaan om het geld veilig te stellen.
Bij een turboliquidatie is dit niet het geval. Hier is geen curator betrokken bij de gang van zaken. En dus kan een DGA op eigen initiatief beslissen om zijn BV te ontbinden en uit te schrijven bij de KVK. Ondertussen kunnen schulden orbitals achtergelaten worden. Daar is in principe niets mis mee. De Hoge Raad heeft in 2015 bepaald dat dit mag. Daarmee wordt een grote belasting van de rechtspraak en de curatoren bewerkstelligd. Maar aan deze vorm van ‘zelfcontrole’ zit ook een keerzijde. Sommige ondernemers maken misbruik van de turboliquidatie door daarvoor eerst al het geld uit de BV weg te sluizen naar gelieerde BV’s of naar zichzelf in privé, en laten zo schuldeisers met lege handen achter.
Niet met lege handen
Als schuldeiser word je dan niet geholpen door een curator die de handel en wandel van de DGA nagaat, maar dat betekent niet dat je geheel machteloos staat. De schuldeiser heeft wel degelijk mogelijkheden, bijvoorbeeld door een advocaat in te schakelen die de vereffening van de BV heropend, of een procedure tot bestuurdersaansprakelijkheid start bij de rechtbank. Hier is alleen wat eigen initiatief van de schuldeiser voor benodigd en dit zal ook zelf gefinancierd moeten worden. Vooral vanwege het kostenaspect haken veel schuldeisers af en schrijven de schuld in hun boekhouding af. Dat is zonde.
Er zijn genoeg mogelijkheden om misbruikende bestuurders alsnog aansprakelijk te stellen. Controleer of er sprake is van misleiding of verkeerde voorstelling van zaken, selectieve bevoordeling van bepaalde schuldeisers boven anderen, innige financiële banden met gelieerde BV’s, kortom onrechtmatig handelen tegen de schuldeisers. In 2006 wees de Hoge Raad er een standaardarrest over. Als dit eenmaal lukt, kun je jouw schade volledig op de persoon van de DGA verhalen. Ook jouw juridische kosten kunnen tot op zekere hoogte meegenomen en vergoed worden.
De baby en het badwater
De gevallen waarin schuldeisers werden benadeeld met ‘misbruik van turboliquidatie’ zijn schrijnend. Maar het is niet terecht om de schuld daarvan bij de turboliquidatie te leggen. Allereerst: Als je een kwaadwillende schuldenaar aan de andere kant had, dan ging hij hoe dan ook manieren vinden om zijn schulden niet af te betalen. Dat is helaas de werkelijkheid: ondernemen is risico nemen. De afschaffing van de turboliquidatie maakt daar geen verandering in.
Ook als een kwaadwillende ondernemer geen gebruik zou kunnen maken van dit middel, zou hij de BV hoogstwaarschijnlijk leeghalen, in stand laten en jouw schuld eenvoudigweg niet betalen. In dat geval zit de schuldeiser met een vordering op een lege BV die hij ook niet kan innen. Als de turboliquidatie uiteindelijk misbruikt wordt, dan nog kan de ondernemer andere middelen inzetten om achter de DGA aan te gaan.
Ondertussen kunnen 99.99% van de Nederlandse ondernemers de turboliquidatie gebruiken waarvoor het bedoeld is: namelijk om snel en zonder al te veel gedoe van een lege BV af te komen.
Diederick Cardon is hoofd juridische zaken bij Firm24
Bij FIRM24.com kan dat al vanaf € 199,-.
Geef een reactie