De BV is het werkpaard van de Nederlands economie. Het oprichten brengt af en toe onduidelijkheden en struikelblokken met zich mee. Als adviseur wil je daar je klant zoveel mogelijk voor behoeden, door je cliënten vanaf dag één op de juiste manier te adviseren. Dat voorkomt onnodig extra tijd, geld en scheve blikken.
1. Het belang van een goede waardering
Bij omzetting eenmanszaak of VoF naar BV
De meeste ondernemers starten hun onderneming in de vorm van een eenmanszaak of VOF. Een goede adviseur geeft tijdig aan wanneer het voor een ondernemer aantrekkelijker wordt om over te stappen naar een BV. Er zal dan een omzetting plaats moeten vinden. De accountant heeft een belangrijke rol in dit proces. Een omzetting klinkt namelijk eenvoudiger dan het is. In beginsel ziet de Belastingdienst deze omzetting namelijk als een staking van de onderneming.
Over de stakingswinst zal in de hoofdregel inkomstenbelasting moeten worden betaald. De stakingswinst bestaat uit de goodwill van de onderneming en de stille reserves. De stille reserves zijn gemakkelijk te bepalen aan de hand van de afschrijvingen op de activa. Maar in de praktijk zien wij dat het wel vaak misgaat bij het bepalen van de goodwill. Hierbij letten wij niet specifiek op de exacte waarde maar meer op de aanwezigheid van factoren die bepalen of er goodwill aanwezig is of niet. Zijn er één of meerder factoren aanwezig, dan kan het lonen om toch te kiezen voor een ruisende of geruisloze inbreng. Welke factoren zijn van belang?
Goodwill
- Hoe wordt de omzet gegenereerd? Is dat ‘uurtje factuurtje’ of zijn er andere inkomstenbronnen?
- Zijn er werknemers of handelt de ondernemer zelfstandig?
- Bezit de onderneming waardevolle ‘niet-tastbare’ activa zoals een goed draaiende website, patenten, rechten of andere zaken?
Algemeen
- Is er een fiscale oudedagsreserve van minimaal €7.000? Dan is het fiscaal voordeliger om de onderneming via een geruisloze inbreng om te zetten en een lijfrenteverplichting op te nemen i.p.v. het vrijvallen van de FOR.
- Staan er onroerende zaken op de balans? Dan is het fiscaal voordelig (o.a de vrijstelling van overdrachtsbelasting) om de onderneming via een geruisloze inbreng om te zetten. Let wel op eventuele hypothecaire leningen die er op rusten.
- Is er de afgelopen 4 jaar een investeringsaftrek genoten? Dan loont een geruisloze of ruisende inbreng. Anders dient het fiscaal voordeel terugbetaalt te worden.
Wij merken vaak dat accountants niet op de hoogte zijn van de verschillen tussen het notariële proces van staken van de onderneming (activa/passiva), de geruisloze inbreng en de ruisende inbreng. Termen worden veelal door elkaar gebruikt waardoor klanten op het verkeerde been worden gebracht, waardoor soms een procedure compleet verkeerd wordt uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is een adviseur die zijn klant had geadviseerd zijn onderneming te staken en om te zetten naar een BV door middel van activa/passiva transactie. Stakingswinst werd gezet op € 0,-. Driekwart jaar later kwam dezelfde klant langs voor een aandelenoverdracht van zijn BV voor €500.000. De Belastingdienst zal nu komen vragen hoe zijn onderneming is gegroeid van € 0 naar €500.000 in minder dan 11 maanden tijd. Check daarom goed de bepalende factoren en kies bij twijfel voor een ruisende of geruisloze inbreng. Better safe than sorry.
Bij herstructurering
Bij een herstructurering, bijvoorbeeld van een werkmaatschappij naar een holdingstructuur of het plaatsen van een tussenholding, loop je al snel tegen het fiscale aspect rondom de waarde van de aandelen aan. Wettelijk gezien moeten de aandelen tegen een reële waarde worden overgedragen. De notaris dient hierop toe te zien en vraagt daarom altijd een onderbouwing van de koopprijs van de aandelen inclusief een recente balans. In de praktijk probeert een ondernemer vaak, onder toeziend oog van zijn accountant, zijn aandelen tegen nominale waarde over te dragen terwijl er duidelijk meerwaarde in de onderneming zit. Een onderneming met een winstreserve van €50.000 kan niet tegen de nominale waarde worden overgedragen. De notaris zal dit opmerken, waardoor de gehele herstructurering oponthoud oploopt en in de meeste gevallen een meerwerkfactuur volgt. Dit is gemakkelijk te voorkomen door vooraf goed met je klant te bespreken hoe de zaken in zijn onderneming ervoor staan, en hoe gewaardeerd moet worden.
2. Een vergeten parel: de fiscale eenheid
Een voor klanten (en helaas zelfs voor adviseurs) veel vergeten fiscale faciliteit is de fiscale eenheid. Als ondernemer is het namelijk prettig om tussen BV’s geen BTW te hoeven rekenen of om opstartverliezen te kunnen verrekenen met winsten van een goedlopende onderneming. Bepalend daarvoor is allereerst het neerzetten van de juiste structuur. Is er maar één aandeelhouder, dan voldoet een persoonlijke holding al. Zijn er het er twee of meer dan is het raadzaam om, naast de persoonlijke holdings, een gezamenlijke tussenholding op te richten. Zo kan worden voldaan aan de voorwaarden voor de fiscale eenheid voor de BTW en de vennootschapsbelasting tussen tussenholding en de werkmaatschappij.
Vanuit de praktijk merken we dat klanten vaak niet goed geïnstrueerd en geïnformeerd zijn over de mogelijkheden tot het vormen van een fiscale eenheid en de voordelen die het met zich mee brengt. Wanneer klanten hierop gewezen worden vallen zij terug op het eerder verkregen ‘advies’ om alleen een werkmaatschappij op te richten. Pas na meerdere malen duidelijke uitleg begrijpen klanten het. Maar voor sommigen komt dit advies te laat. Zij komen na een jaar erachter dat het voordelig is om een holdingstructuur te hebben en zo gebruik te kunnen maken van een fiscale eenheid. Deze herstructurering brengt in vele gevallen dusdanig veel meerwerk voor een accountant en notaris mee dat het al snel duizenden euro’s kost. Daarnaast gaat het fiscaal voordeel dat jaar in rook op. Wat waren ook alweer precies de gemiste voordelen van een fiscale eenheid?
Fiscale eenheid voor de VPB
Voordelen: | Nadelen: |
Minder administratie: er hoeft immers maar één keer aangifte gedaan te worden; | Alle vennootschappen aansprakelijk voor verschuldigde Vpb van moedermaatschappij; |
Onderling verrekenen van verliezen; | Lagere investeringsaftrek omdat totale hoeveelheid investeringen hoger is; |
Interne transacties zijn onzichtbaar; | Verlaagd Vpb-tarief van 20% wordt maar 1 keer toegepast (in plaats van bij iedere vennootschap afzonderlijk); |
Geen gevolgen bij herstructurering | Geen toepassing liquidatieverliesregeling. |
Fiscale eenheid voor de BTW
Voordelen: | Nadelen: |
Minder administratie: er hoeft immers maar één keer aangifte gedaan te worden; | Hoofdelijke aansprakelijkheid voor elkaars BTW-schulden; |
Geen intern BTW belaste handelingen; | Aftrekbeperking op voor de BTW op alle algemene kosten als een vennootschap vrijgestelde prestaties verricht en de ander(en) niet. |
3. Medewerkers laten participeren, wat is wijsheid?
Een veelvoorkomende vraag van ambitieuze ondernemingen is: hoe kan ik loyaal personeel aan mij binden zonder mij te veel in de vingers te snijden? Een goed adviseur houdt hierbij rekening met de juridische, fiscale en boekhoudkundige gevolgen van de verschillende mogelijkheden. Deze vallen grofweg uiteen in twee categorieën: wel of geen eigendom binnen de onderneming weggeven. De eerste categorie is de meest ingrijpende: een medewerker krijgt aandelen, certificaten van aandelen of stemrechtloze aandelen. Eventuele opbrengsten hieruit worden voor de medewerker in box 2 of 3 belast (afhankelijk van het belang dat hij krijgt). Als hij een persoonlijke holding neemt kan hij zelfs gebruik maken van de deelnemingsvrijstelling en deze opbrengsten belastingvrij ontvangen. Voor de ondernemer zelf is dit de minst aantrekkelijke optie. Volledig aandeelhouderschap geeft niet alleen recht op winst maar ook op stemrechten tijdens de AVA. Een ondernemer dient hier altijd in de gaten te houden dat hij voor de belangrijke besluiten zelf genoeg stemrechten houdt. En ook al heeft hij genoeg stemrechten in handen, dan nog moet hij aandeelhoudersvergaderingen bijeenroepen voor alles dat hij wil besluiten, ook al lijkt dat ‘overbodig’. Als hij deze formaliteiten vergeet, kan een minderheidsaandeelhouder hier op een later moment problemen mee veroorzaken. Stemrechtloze aandelen zijn maar deels een oplossing voor dit probleem. De reden daarvoor is simpel: deze aandelen geven nog wel vergaderrechten. Dat houdt in dat gewoon de AVA’s bijeen moeten worden geroepen en de minderheidsaandeelhouder daar mag mee discussiëren over de voorliggende onderwerpen. Dat hij daar uiteindelijk geen stem in heeft maakt het nog steeds wel een obstakel voor de ondernemer die zelf de touwtjes in handen houdt. Als laatste kunnen certificaten op aandelen worden uitgegeven middels een Stichting Administratiekantoor. Hier worden geen stemrechten gegeven, maar ontstaat een nieuwe constructie met een Stichting die geadministreerd moet worden. Binnen deze Stichting bestaat ook weer een vergadering van certificaathouders. Voor al deze alternatieven is een notaris nodig die daar zijn tarief voor rekent.
Als het even kan doet een ondernemer er goed aan om zijn medewerkers aan zich te binden zonder eigendom over te dragen. Dit kan met allerlei vormvrije, contractuele afspraken, bijvoorbeeld met winstrechten, stock-appreciation rights, of aanspraken op de economische eigendom van aandelen. Het voordeel van deze constructies is dat ze flexibel zijn, geen notaris nodig is, en – in veel gevallen – dat de betaling als kostenpost kan worden opgevoerd binnen de onderneming. Het nadeel valt hier vooral aan de zijde van de medewerker: een contractuele afspraak is een stuk minder sterk dan aandeelhouderschap en de te ontvangen betaling wordt belast in Box 1. Het nadeel voor de ondernemer is wel dat het liquiditeit kost bij uitbetaling.
4. Aandelen gratis weggeven? Pas op!
Kies je ervoor om je medewerkers te binden door middel van aandelen? Let dan op de verkrijgingsprijs. Er zijn verschillende manieren om dit te doen met elk hun gevolgen. Worden de aandelen om niet aan de werknemer overgedragen dan dient de werkgever wel rekening te houden met de reële waarde van de aandelen. Dit ‘gift’ wordt namelijk aangemerkt als loon in natura. Net zoals bij loon in gelden, is er loonbelasting en werkgeverslasten verschuldigd. De gulle werkgever dient daar in dit geval voor op te draaien. Een andere manier is een optieregeling waarbij de werknemer een optie verkrijgt om de aandelen tegen de toen geldende waarde aan te schaffen. Ligt de waarde van de aandelen hoger dan de uitoefenprijs voor de werknemer, dan wordt de meerwaarde progressief belast met loonbelasting. Ook niet geheel gunstig voor de werknemer aangezien hij geen cash krijgt voor de aandelen en de belasting zelf moet ophoesten. Belastingheffing is te voorkomen om werknemers direct bij de start van de onderneming te betrekken in het avontuur. Zij kunnen zich dan inkopen tegen een lage reële waarde mochten zij genoeg geld hebben of een lening kunnen aangaan. Vaak is dit laatste wel een drempel.
Wat is dan wel gunstig? Verschaf de aandelen helemaal aan het begin van de onderneming, wanneer de aandelen nog 0 waard zijn. Op een later moment dient men een waardering op te stellen en de medewerker te laten betalen op basis daarvan, desnoods met een lening van de vennootschap. Als een onderneming met een duidelijke balanswaarde aandelen ‘gratis’ aan medewerkers geeft, is dat vragen om een naheffingsaanslag van de belastingdienst. Zorg dus altijd dat er betaald wordt en het liefst ook dat er een onderbouwing voor die betaling is.
5. Een gezamenlijke persoonlijke holding met waarde? Leidt altijd tot (ruzie)splitsing
Een bekende uitspraak in het ondernemingsrecht is: ‘één BV is géén BV’. Maar twee BV’s is niet altijd de juiste oplossing. Wat soms gebeurt is dat twee ondernemers gezamenlijk van de voordelen van een holding gebruik willen maken door samen te participeren in één tussenholding, waaronder de werkmaatschappij komt te hangen (zie tekening).
Daarmee sparen ze zich de oprichtingskosten van één extra persoonlijke holding uit. Maar de constructie werkt alleen zolang alles goed gaat, beide ondernemers altijd samen blijven en dezelfde visie delen…. Nooit voor altijd dus.
In deze casus runnen cliënten ruim drie jaar een goed draaiende onderneming totdat het niet meer botert tussen de oprichters. Ieder willen ze hun eigen weg maar bij een eventuele uitkoop is de meerwaarde op de aandelen direct belast in box 2 tegen 25%. Dat is een kostbaar grapje. Om deze onnodige belastingheffing te voorkomen is een herstructurering nodig. De meest fiscaal vriendelijke route is de zogenoemde ruziesplitsing waarbij de huidige holding wordt opgesplitst naar twee nieuwe persoonlijke holdings. Zo vindt er geen fiscale afrekening plaats bij de herstructurering en valt de winst op aandelen, bij een uitkoop, onbelast vrij in de persoonlijke holding. Probleem opgelost! Helaas heeft deze oplossing wel een prijskaartje van ruim €4000,- aan notariskosten voor cliënten. Dit had makkelijk voorkomen kunnen worden als zij vooraf waren geadviseerd om ieder een persoonlijke holding op te richten i.p.v. een gezamenlijke holding. Onze raad is om klanten een spiegel voor te leggen en proberen in de toekomst te kijken. Een breuk tussen oprichters is niet voor niks een veelvoorkomend verschijnsel. Zodra er geld op het spel staat zijn relaties uit het verleden niet meer heilig.
Diederick Cardon is hoofd juridische zaken bij Firm24
Geef een reactie