Andy Fastow was de CFO van het failliete ENRON. Gisteravond – 11 september – was hij de keynote speaker op een NBA-bijeenkomst over fraude en fraudebestrijding van de NBA. Een bijeenkomst die deskundig werd voorgezeten door Diana Matroos. Zij nam haar taak serieus, niet alleen door het leiden van een paneldiscussie en het bevragen van fraudeur Andy Fastow. Diana nam ook de moeite om het publiek – zo rond de 90 personen – er van op de hoogte te stellen dat er enkele journalisten in de zaal zaten en dat mensen dus wel moesten opletten over wat zij hardop zeggen. Maar dat terzijde.
Fastow hield een boeiend verhaal. Om even het geheugen op te frissen: Enron was een energieleverancier uit Houston Texas. Ging in 2001 failliet waardoor duizenden mensen hun werk verloren, pensioenen verdampten en heel veel aandeelhouderswaarde naar de ratsmodee ging. Bijgaande video legt het in een ruime minuut uit.
Crux waren de off balance financiële constructies die werden verzonnen. Vorderingen werden uitgezet bij aan Enron gelieerde partijen, maar werden nooit in cash omgezet. Zo ontstond een stevig eigen vermogen, echter zonder echte kasstromen. Dat kan nooit lang goed gaan, maar ging wel een aantal jaren goed. Andy Fastow was Enron’s CFO die het allemaal bedacht. Zijn accountants (Arthur Anderson) vonden het goed. Zijn eigen collega-bestuurders vonden het prachtig. ‘You are a hero,’ riepen ze uit. Zijn advocaten en legal advisors vonden het goed. Financieel journalisten vonden het prachtig. CFO of the year, was de ridderorde die hij daarvoor ergens eind jaren ‘90 ontving: ’He has successfully financed billions of dollars in a manner that has held credit quality,’ says S&P’s Barone. ‘And that is not an easy thing to do. It is a testament to Andy’s focus on cash flow and his ability to think outside the box.’ Dit is een regelrechte quote op CFO.com uit die tijd.
Nederig en toch zelfbewust
Andy Fastow was gisteravond flink nederiger. Hij was ondubbelzinnig over zijn verleden. Fout, verkeerd, crimineel en met enorm veel spijt over wat hij heeft aangericht. Ik heb geen reden om aan zijn woorden te twijfelen. Hij is zijn geld – bonussen bij Enron, miljoenen dollars -kwijt. Hij heeft 6 jaar doorgebracht in een Amerikaanse bajes. En – ik weet niet helemaal of ik gelijk heb- volgens mij kun je beter in Bijlmer Bajes zitten dan in een state prison in Louisiana.
Hij liet ook beide zien. In de ene hand de award die hij ooit won en in de andere hand zijn bajespasje dat hij 6 jaar lang 24 uur per dag moest dragen. Oké, foto misschien niet helemaal scherp, maar dat ligt dan aan Samsung.
Zijn verhaal boeide. Letterlijk omdat hij na afloop van het Enron-debacle geboeid werd afgevoerd. Figuurlijk omdat hij degelijk inging op hoe het fout ging en wat daaraan bijdroeg. De financieel-technische trucjes hoef ik hier niet uit te leggen. Wel de setting waarin dergelijke stappen genomen konden worden, waarmee Enron en betrokkenen de afgrond in werden getrokken. Wat hij gisteravond beschreef was een cultuur waarin het uitgangspunt was: Mag het? Zijn er regels die stellen dat iets niet mag? Zo lang Ja het antwoord op de eerste vraag en Nee het antwoord op de tweede vraag is, is er niets aan de hand. Met andere woorden het dispuut tussen wetten en regels enerzijds, en anderzijds de constatering dat iets goed en rechtvaardig is, of juist niet. De juristen, accountants en financiële adviseurs waren heel goed in het vinden van de ‘loopholes,’ oftewel de marges, gaten en gaatjes in wet- en regelgeving die ervoor zorgen dat iets wat eigenlijk niet de bedoeling is toch mag. Principle based versus rule based. Een dispuut dat je tot op de dag van vandaag terugvindt bij alle beroepsgroepen die te maken hebben met een redelijk strak juridisch kader.
Conspiracy of fools
Dit is een boek van de Amerikaan Kurt Eichenwald uit 2005. In dit boek beschrijft Eichenwald gedetailleerd de teloorgang van Enron. Hij beschrijft de persoonlijke rollen van mensen en de collectieve dwaling binnen Enron, Arthur Anderson en aanverwante adviseurs en consultants. We komen er wel mee weg, moet ongeveer dat collectieve gevoel zijn geweest.
En dat brengt mij bij John Cleese, daar ga ik morgenavond – 13 september – naar toe. Fawlty towers, Monty Python, Life of Brian. Engelse humor van de bovenste plank. Nog veel geestiger dan ‘Order, order,’ van de Engelse parlementsvoorzitter John Bercow, of no deal Boris Johnson.
Gisteravond schoot mij de airplane scene uit ‘How to irritate people’ te binnen. Een scene waarin twee professionals – piloten – denken weg te komen met ongeoorloofd gedrag. En voor ongeoorloofd kun je ook lezen: dom, eigenwijs, zelfoverschattend, arrogant en uiteindelijk desastreus. Fastow is niet zo geestig als John Cleese, maar de airplane scene uit ‘how to irritate people’ uit 1969 was wel profetisch.
Geef een reactie