Externe accountants moeten het voortouw nemen om de duurzaamheidsrapportages van bedrijven naar een hoger plan te tillen. Dat vinden Marcus Looijenga, duurzaamheidsaccountant bij PwC, en Jan-Willem Scheijgrond, CEO van UN Global Compact Nederland. Nu is er nog te weinig betrouwbare informatie voorhanden op dat gebied.
Het maatschappelijk belang van betrouwbare informatie is groter dan ooit, zeker in het kader van duurzaamheid. Maar in de dagelijkse praktijk schort het daar bij bedrijven aan, stellen Looijenga en Scheijgrond in het FD. Zo is voor voedselverspilling en het gebruik van elektrische personenauto’s geen internationaal vergelijkbare data voorhanden. Wel hebben steeds meer bedrijven de duurzaamheidsdoelstellingen (SDG’s) van de Verenigde Naties tot prioriteit gemaakt. ‘Om de sociale en duurzame ontwikkeldoelstellingen van de VN te behalen, moet duurzaamheidsrapportage net zo betrouwbaar en relevant worden als financiële rapportage. Hoe betrouwbaarder de informatie is, hoe beter de besluitvorming en hoe sneller er actie volgt.’
Wildgroei aan standaarden
Nu wordt bij de duurzaamheidsrapportages nog veel gekeken naar onderdelen als CO2-uitstoot of de resultaten van liefdadigheidswerk. ‘Zo krijgen we een onvolledig of onbegrijpelijk beeld van het geheel van prestaties op het vlak van duurzaamheid en blijft de mogelijk positieve bijdrage van een onderneming aan de SDG’s onderbelicht.’ De wildgroei aan rapportagestandaarden voor duurzaamheid werkt bedrijven tegen, vinden Looijenga en Scheijgrond. ‘Ook voor onduidelijkheid zorgt de groei van het aantal duurzaamheidsranglijsten zoals de Dow Jones Sustainability Index, het Britse Carbon Disclosure Project, de Ethibel Sustainability Index en de Transparantiebenchmark van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Daarnaast is informatie vaak niet volledig. Zo worden soms organisatieonderdelen niet meegenomen in de CO2-berekening omdat bijvoorbeeld informatie nog niet betrouwbaar genoeg is. ‘Soms worden definities voor het meten van veiligheid aangepast aan de context van de organisatie. Dit levert echter een ‘lightversie’ van de accountantscontrole op. Informatie is vaak wel juist, maar vertelt het niet het hele verhaal.’
Generatiewissel komt te laat
Duurzaamheidsexperts, controllers en de interne accountantsafdelingen van ondernemingen moeten meer samenwerken, betogen beide mannen. ‘Ook vraagt het voldoende kennis bij managers, bestuurders en commissarissen. Bij de huidige generatie zien we vaak dat ze zelf niet zijn ‘opgegroeid’ met het belang van duurzaamheid. Terwijl we niet de tijd hebben om simpelweg te wachten op een generatiewissel in besturen.’ Daarnaast hebben beleggers een verantwoordelijkheid, maar door te weinig betrouwbare informatie hebben zij vaak niet het vertrouwen om meer duurzame investeringen te doen. ‘Druk van beleggers op ondernemingen om met gecontroleerde, vergelijkbare informatie te komen, is een eerste stap in de goede richting. Investeringskeuzes als consequentie voor achterlopers, zoals het verkopen van aandelen, brengt vervolgens echte verandering.’
Niet afwachten
De externe accountant moet het voortouw nemen bij de ontwikkeling van eenduidige controlestandaarden voor duurzaamheidsrapportages, betogen Looijenga en Scheijgrond. ‘Ook moet de externe accountant binnen de onderneming kritisch zijn op bedrijfsprocessen en verbeterpunten benoemen. De rapportage moet eerlijk en naar waarheid zijn zodat belanghebbenden de informatie juist kunnen interpreteren. Denk aan PostNL, waar de externe accountant een redelijke mate van zekerheid kan geven over onder andere de CO2-voetafdruk van het bedrijf. Het behalen van internationale duurzaamheidsdoelen is een van de grootste opdrachten van onze tijd. Bedrijven moeten zorgen dat de informatie over hun inspanningen voor duurzaamheid net zo eenduidig worden als financiële informatie. Daartoe moeten we niet afwachten tot de overheid nieuwe regels stelt, maar de daad bij het woord voegen en de bereidheid tonen om moeilijke keuzes te maken.’
Bron: FD
Geef een reactie