Veel ondernemers kloppen bij hun accountant aan met de vraag of de accountant de ondernemer kan ondersteunen bij het krijgen van coronafinanciering. Doel is ervoor te zorgen dat ondernemers in deze crisis over voldoende liquiditeiten kunnen beschikken. Dat vraagt wel om een kritische blik. Waar moet je dan als accountant op letten? 8 aandachtspunten waar de accountant bij een coronafinanciering rekening mee moet houden. Aanstaande woensdag komen deze uitgebreid aan de orde in de online lunch- en learnsessie ‘Impact van corona op liquiditeit en (dis)continuïteit’.
1. Het managen van werkkapitaal
Financiers houden er niet van om oplopende betaaltermijnen en voorraadposities te financieren. Ze zullen dus van een ondernemer verlangen dat hij zich inspant om zijn voorraadpositie te minimaliseren en de betaaltermijn van debiteuren niet op te laten lopen. Kortom; actief debiteurenbeheer is een vereiste. Daarnaast zal de financier ook benieuwd zijn of de ondernemer afspraken kan maken met leveranciers en verhuurders over langere betaaltermijnen. Voor het betalen van belastingen zal de financier verwijzen naar de uitstelmogelijkheden die de Belastingdienst op dit moment biedt.
2. Wat gebeurt er in de bedrijfstak en in de toeleverings- en afnameketen?
Financiers beoordelen bij een financieringsaanvraag niet alleen de ondernemer en zijn onderneming. Financiers nemen ook de ontwikkeling in de bedrijfstak en de toeleverings- en afnameketen mee. Daarbij zijn financiers beducht voor het domino-effect. Als er ergens in de toeleverings- of afnameketen liquiditeitsproblemen ontstaan, dan is de kans groot dat dit ook gevolgen heeft voor andere ondernemingen die deel van de keten uitmaken.
Horeca
Het feit dat de horeca nu niet open is, heeft niet alleen gevolgen voor de horecaondernemer. Het treft ook de groothandel, de producenten van drank- en levensmiddelen, bierbrouwerijen en wijnimporteurs. En natuurlijk hebben transporteurs, marketeers en interieurspecialisten ook last van de vraaguitval in de horeca. Daarnaast is het de vraag in hoeverre consumenten hun bestedingspatroon in de horeca weer normaliseren nadat een deel of alle maatregelen zijn opgeheven. Gegeven al deze onzekerheden zal een financier vaak terughoudend zijn als het gaat om het financieren van bedrijven die in de toeleverings- of afnameketen actief zijn in een (deel) van de horeca.
Kortom breng als accountant de keten van toeleveranciers en afnemers in kaart en stel vast welke bedrijven of groep van consumenten in ieder geval financieel gezond moeten blijven of na de coronacrisis weer moet worden om de onderneming levensvatbaar te houden.
3. Was de onderneming op 31 december 2019 financieel gezond
Een groot deel van de aanvragen wordt afgewezen omdat de financier vaststelt dat de onderneming op 31 december 2019 al niet meer financieel gezond was. In dit soort situaties is de financier van mening dat de onderneming toen al in feite in de gevarenzone verkeerde. Indicatoren voor een ongezonde financiële situatie per 31 december 2019 zijn:
- (fiscaal) verlies. De omvang is meestal niet zo relevant;
- een of meerdere overschrijdingen van de kredietlimiet in 2019;
- een suppletie omzetbelasting die meer dan 10% bedraagt van de omzetbelasting die had moeten worden afgedragen;
- crediteuren en belastingschulden die betrekking hebben op 2018 of eerder;
- over de periode 2017 – 2019:
- dalende solvabiliteit,
- dalende current ratio,
- oplopende debt/ebitda,
- oplopende betalingstermijn van de debiteuren,
- dalende omloopsnelheid van de debiteuren,
- oplopende betalingstermijn van de crediteuren,
- toenemend dekkingstekort.
Bedenk dus dat een financier waarschijnlijk eerder constateert dat er sprake is van een continuïteitsrisico dan dat je dit als accountant ziet. Daarom is een uitgebreide trendanalyse van voorgaande jaren belangrijk om dit goed te kunnen beoordelen.
4. Voorkom overkreditering en ongunstige voorwaarden
Dat ondernemers in een crisis als deze blij zijn met iedere vorm van liquiditeitsondersteuning is begrijpelijk. Toch is het belangrijk om er als accountant op te letten dat er geen overkreditering ontstaat en ook dat financiers geen ongunstige financieringsvoorwaarden voor stellen. In veel gevallen zal een eventueel verstrekte corona-financiering binnen twee tot drie jaar moeten worden terugbetaald en daarbovenop komen dan ook nog het inlopen van de belastingschulden. Stel als accountant vast dat dit ook mogelijk is gezien de verwachte toekomstige kasstromen. Daarnaast is het goed om te kijken of financiers geen onredelijke voorwaarden stellen aan een financiering. Zeker bij een deel van de Fintech-financiers is dat risico aanwezig, alhoewel financiers die zijn aangesloten bij de Stichting MKB-financiering hierover wel afspraken hebben gemaakt.
Het bovenstaande leidt er ook toe dat er situaties kunnen ontstaan waarbij het beter is om de ondernemer te adviseren de bedrijfsactiviteiten te beëindigen en na afloop van de coronacrisis eventueel weer op te starten.
Onderstaande situatieschets maakt duidelijk met dilemma’s de ondernemer en zijn accountant te maken kunnen krijgen.
Een ondernemer heeft een detailhandel. Zijn winst in 2019 is € 80.000 en de vrije kasstroom na belastingbetalingen en ondernemersbeloning is € 20.000. In 2020 valt de omzet met meer dan 40% terug en zal er sprake zijn van een verlies van € 30.000 de ondernemer past zijn ondernemingsbeloning aan en hoeft ook minder belasting te betalen, zodoende zal de kasstroom over 2020 ongeveer € 20.000 negatief zijn. De ondernemer kan een financiering krijgen van € 80.000 tegen een rente van 6% die hij in drie jaar moet terugbetalen. De vraag is dan of deze ondernemer in de aflossingsperiode niet alsnog in de problemen komt of er beter aan doet om nu tijdelijk te stoppen. Het beoordelen van deze situaties is natuurlijk altijd casusspecifiek maar de opties financieren of (tijdelijk) stoppen dienen wel degelijk tegen elkaar te worden afgewogen.
5. Van de ondernemer wordt ook verwacht dat hij zijn steentje bijdraagt
De financier gaat er bij het verstrekken van de coronafinanciering standaard van uit dat de ondernemer bereid is om extra zekerheden te verschaffen waarbij er ook om privé-commitment van de ondernemer en eventuele aandeelhouders zal worden gevraagd in de vorm van een borgstelling of anderszins. Die persoonlijke borgstelling is sowieso voorwaarde voor het aanspraak kunnen maken op een zogenaamde BMKB-C regeling.
6. Het financieringsdoel bepaalt de financieringsalternatieven
Hoewel de bank nog altijd een belangrijke financier is van het midden- en kleinbedrijf kan het in veel gevallen raadzaam om bij andere financiers te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Immers het financieringsdoel bepaalt welke alternatieven er mogelijk zijn. Zo zijn er fintechpartijen die meer geoutilleerd zijn voor het verstrekken van werkkapitaalfinanciering dan de bank. Dat geldt ook voor investeringen in materiele vaste activa. Zeker als het gaat om een coronafinanciering. Onderstaand treft u een overzicht aan van een groot aantal alternatieve financiers.
Bron: Rabobank
7. Stel altijd een financieringsmemorandum op
Een financieringsmemorandum geeft de ondernemer en de financier inzicht in de gewenste financiële ondersteuning en de onderbouwing daarvan. In een financieringsmemorandum voor een bestaande relatie van de bank dient in ieder geval de volgende elementen mee te worden genomen:
- de investeringsbehoefte inclusief onderbouwing,
- de eigen inbreng,
- eventuele leningen of kapitaalinbreng door derden inclusief voorwaarden en zekerheden,
- de gevraagde financiering,
- zekerheden die de onderneming kan bieden,
- privé-commitment van de ondernemer en eventueel andere aandeelhouders.
Daarnaast dient de volgende documentatie altijd beschikbaar te zijn:
- definitieve jaarcijfers van 2018 en de voorlopige uitgewerkte cijfers van 2019,
- rentabiliteitsprognose voor 2020 en 2021 inclusief onderbouwing,
- meest recente aangifte inkomstenbelasting.
8. Als accountant ben je deskundig
Financiers gaan ervan uit dat de accountant die een ondernemer helpt bij een coronafinanciering deskundig is en goed zicht heeft op de kasstroom en de risico’s die gepaard gaan met betrekking tot de haalbaarheid van prognoses en scenario’s. De financier verwacht dan ook dat de accountant open is in zijn communicatie over onzekerheden met betrekking tot de onderbouwing en haalbaarheid van de prognose, scenario’s en te realiseren kasstroom. Geen nieuws natuurlijk het gaat hier uiteindelijk om een concrete toepassing van de fundamentele beginselen van de VGBA.
Conclusie
De accountant vervult dus een belangrijke rol in het mede-organiseren van een coronafinanciering van een onderneming en zijn deskundigheid wordt door zowel de ondernemer als de financier op prijs gesteld. Tegelijkertijd is het belangrijk om als accountant kritisch te zijn en daarbij gebruik te maken van de beslistabel die is opgenomen bij het artikel: De accountant moet het gesprek over continuïteit van de onderneming niet uit de weg gaan
Jan Wietsma, MKB-kredietcoach
Jan Wietsma neemt je a.s. woensdag 22 april in de lunch en learnsessie ‘Impact van corona op liquiditeit en (dis)continuïteit’ mee in dit woud van financieringsproblemen en -oplossingen en gaat in op de rol die een accountant hierin kan en soms moet spelen.
Cursus inhoud
In zijn rol als financiële huisarts speelt de accountant een belangrijke rol bij liquiditeit- en (dis)continuiteitsvraagstukken van zijn klant. Tijdens deze interactieve online cursus komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Bij welke ondernemingen moet je discontinuïteit als standaard hanteren?
- Wat is het beleid van banken en alternatieve financiers met betrekking tot het verstrekken van een overbruggingskrediet?
- Welke informatie moet er aangeleverd worden voor een overbruggingskrediet?
- Hoe beperk ik het liquiditeitsbeslag van een onderneming?
- Hoe schat ik de overlevingskans van een onderneming in?
- Hoe beperk ik de financiële schade als mijn klant het financieel niet gaat redden?
- Hoe pak ik een slecht nieuws gesprek aan?
Jan bespreekt uiteraard de meest recente stand van zaken en na deze online cursus bent u weer helemaal up to date.
Geef een reactie