De regering moet beslissen wat er na 1 oktober met de Tozo gaat gebeuren. Het CPB schetst in een rapport verschillende scenario’s voor de noodsteun aan ZZP’ers.
Alleen wie het nodig heeft
Als de overheidssteun aan zelfstandig ondernemers in oktober wordt voortgezet, ligt beperking van de steun tot alleen diegenen met weinig vermogen economisch gezien het meest voor de hand. Dit stimuleert zelfstandigen om hun werkzaamheden aan te passen aan de nieuwe situatie, waarin langdurig getroffen sectoren krimpen en andere sectoren juist groeien. Ook komt het geld dan alleen terecht bij mensen voor wie deze steun bedoeld is: zelfstandigen die tijdelijk niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Een toets op het eigen vermogen verhoogt wel de uitvoeringskosten per uitkeringsgerechtigde. Dit volgt uit de publicatie ‘Opties voor de derde fase van steun aan zelfstandig ondernemers’ van het Centraal Planbureau.
Kosten beperken
In deze publicatie bespreekt het CPB verschillende varianten voor (eventuele) verlenging van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) per 1 oktober. Daarbij worden de effecten op de mobiliteit van zelfstandigen op de arbeidsmarkt, de doelmatigheid van de overheidsuitgaven en de uitvoeringskosten bekeken. Beëindiging van de Tozo per 1 oktober is een andere optie om de mobiliteit van zelfstandigen en de doelmatigheid van de overheidsuitgaven te bevorderen. Dan zouden zelfstandig ondernemers een beroep kunnen doen op de BBZ, een bijstandsregeling voor zelfstandigen. Als zelfstandigen besluiten te stoppen, is er voor hen de algemene bijstand.
Partnerinkomen
De Tozo is in maart 2020 door de overheid ingevoerd om zelfstandig ondernemers te ondersteunen die kampten met een acuut inkomensverlies als gevolg van de coronacrisis. De Tozo-uitkering vult het inkomen aan tot bijstandsniveau. Om in aanmerking te komen voor de Tozo telt het vermogen nu niet mee, sinds juni is er wel een toets op het partnerinkomen.
Download hier het CPB-rapport.
Geef een reactie