De Belastingdienst past bij de verrekening van toeslagen de beslagvrije voet niet uit eigen beweging toe, waardoor burgers nog steeds onder het bestaansminimum terecht kunnen komen. Dat zegt de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR), die daarover een brief heeft gestuurd naar staatssecretaris Van Huffelen van Financiën. Daarin vragen de sociaal raadsliedendringend om er alsnog voor te zorgen dat de Belastingdienst zich aan de wet houdt.
De Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR) zegt al maanden te zien dat de Belastingdienst de beslagvrije voet niet toepast. Daardoor belanden burgers toch onder het bestaansminimum, terwijl de invoering van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet dat juist zou moeten voorkomen. Aanleiding voor de nieuwe wet was dat de beslagvrije voet volgens de oude methode vaak te laag werd vastgesteld.
Gerechtsdeurwaarders informeren voorafgaand aan het loonbeslag bij de Belastingdienst of de toeslagen worden verrekend. Op deze wijze kan de gerechtsdeurwaarder bij de vaststelling van de beslagvrije voet rekening houden met toeslagen die al verrekend worden. Het is de raadslieden niet duidelijk hoe de Belastingdienst op deze verzoeken reageert. Wordt ook een ‘gewone’ verrekening vanwege de standaardbetalingsregeling doorgegeven of alleen een dwangverrekening? Ook in dat laatste geval komen mensen fors onder het bestaansminimum terecht.
Proactief beslagvrije voet toepassen
De sociaal raadslieden willen dat Van Huffelen ervoor zorgt dat de Belastingdienst de wet uitvoert en bij verrekening van toeslagen de beslagvrije voet altijd proactief toepast. Zolang dit mis gaat vragen de raadslieden om toepassing van de beslagvrije voet en een verzoek om een persoonlijke betalingsregeling altijd volledig met terugwerkende kracht toe te passen. Ook moeten burgers beter geïnformeerd worden over de beslagvrije voet en de persoonlijke betalingsregeling en moet de Belastingtelefoon beter worden geïnstrueerd.
Ook de Nationale ombudsman gaat er bij de staatssecretaris van Financiën op aandringen om het beleid van de Belastingdienst op korte termijn aan te passen.
Geef een reactie