Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is in een Kamerbrief ingegaan op een aantal vragen over hardheidsbeleid en een mogelijke glijdende schaal in de NOW-regeling.
De minister legt in de Kamerbrief eerst uit waarom er voor een minimale omzetdrempel van 20% is gekozen. Het is niet ongebruikelijk dat een bedrijf soms betere perioden heeft en dan weer mindere. We rekenen dat tot het normale bedrijfsrisico, ook in de regeling werktijdverkorting die tot de invoering van de NOW bestond. In de NOW wordt niet gekeken naar de reden van het omzetverlies, daarvoor is de regeling te generiek van aard en het aantal aanvragen te groot. Zou de omzetdrempel lager zijn, dan zou het risico op subsidiëring van omzetschommelingen die niks met corona te maken hebben groter worden.
Terugvordering soms hard
Koolmees begrijpt de constatering dat het volledig terugvorderen van de subsidie bij een omzetverlies van net onder de 20% soms hard kan zijn. Het doen van een inschatting van omzetverlies is in deze onzekere tijd ook lastig. De minister wil benadrukken dat in de NOW-regeling is opgenomen dat de uitkomst van de berekening van de subsidie in hele procenten wordt uitgedrukt en altijd naar boven wordt afgerond. Als blijkt dat een werkgever dus 19,01% omzetverlies heeft, dan wordt dat afgerond op 20% en heeft de werkgever recht op NOW. Er is dan geen sprake van het terugvorderen van de subsidie.
Coulancebeleid
De minister begrijpt dat het in één keer terugbetalen van een deel van het voorschot in deze tijd moeilijk kan zijn voor ondernemers. Daarom is er voor ondernemers die een deel van het voorschot moeten terugbetalen een coulancebeleid opgesteld in de vorm van (zeer) coulante terugbetalingsregelingen. Op Koolmees’ verzoek hanteert UWV ruime terugbetalingstermijnen. Een werkgever kan in het geval van een terugbetaling telefonisch contact opnemen met UWV om afhankelijk van de situatie een meerjarige betalingsregeling af te spreken. Daarnaast heeft de minister in zijn brief van 22 februari de Tweede Kamer gemeld dat het loket voor het indienen van vaststellingsverzoeken voor de NOW 1 langer open blijft (tot en met 31 oktober). Werkgevers kunnen deze ruimte ook benutten om later de definitieve vaststelling aan te vragen, waardoor de eventuele terugbetaling uiteraard ook later aanvangt.
Heel weinig ruimte voor maatwerk
In zijn algemeenheid kent de NOW, mede door de snelle opzet en het moeten bereiken van een hele grote groep werkgevers, een generiek karakter. Daardoor is er heel weinig ruimte voor maatwerk, schrijft minister Koolmees. Inmiddels hebben veel werkgevers gebruik gemaakt van de steun. Dit vraagt veel capaciteit van UWV en UVB, waar de druk al erg hoog is. De minister begrijpt dat een generieke regeling vragen naar uitzonderingsmogelijkheden met zich meebrengt. De uitvoeringsinstanties hebben echter geen capaciteit om dergelijke uitzonderingsgevallen te verwerken. Er is derhalve voor gekozen om geen hardheidsbeleid op te nemen in de regeling.
Glijdende schaal
Het is ook niet mogelijk om de door de Kamercommissie voorgestelde glijdende schaal in te bouwen in de NOW, meldt de minister. Het invoeren van een dergelijke glijdende schaal heeft grote uitvoeringsconsequenties. De systemen waarmee UWV nu de NOW-regeling uitvoert, zouden opnieuw moeten worden geprogrammeerd en getest. Dat leidt tot aanzienlijke vertraging in de openstelling van de loketten voor de overige tranches en subsidievaststelling. Subsidies die al op nihil zijn gesteld wegens een omzetverlies onder de 20% zouden opnieuw handmatig moeten worden beoordeeld. Dat brengt de continuïteit van de werkzaamheden van UWV in gevaar.
Campagne van D66 hield toch in: betrokken, en we laten niemand vallen.
Je moet alleen groot genoeg zijn. De hele MKB en kleine zelfstandigen met verdienende partner zijn in een vrije val. Ze stoppen gewoon, gaan niet failliet. Sorry dat meten we niet in Den Haag, te confronterend