Een man en vrouw gaan scheiden en zijn het niet eens over de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden, met name over de waarde van de aandelen die de man heeft in een bv. De rechter benoemt in 2022 een RA als deskundige die een bindend advies moet geven over de waarde van de ‘fictieve gemeenschap’.
Maar de vrouw wraakt de RA, die zijn werkzaamheden opschort, maar niet beëindigt. Omdat er geen procedure loopt bij de wrakingskamer, ziet de kantonrechter geen beletsel om de RA zijn werkzaamheden voort te laten zetten. Eind vorig jaar komt hij met zijn rapport van bevindingen. En die luiden dat de man € 9.850 verschuldigd is aan zijn ex – met een voorbehoud met betrekking tot een aantal posten.
Geen ontoelaatbare belemmering
De vrouw klaagt bij de Accountantskamer onder meer dat de RA het wrakingsverzoek heeft genegeerd, daar ten onrechte kosten voor heeft gerekend, onvoldoende hoor en wederhoor toegepast, zich laten heeft betalen door haar ex-man en in zijn opdrachtbevestiging ten onrechte opgenomen dat partijen dienen in te stemmen met de verplichting om gedurende de bindendadviesprocedure geen procedures te starten tegen de RA.
Wat dat laatste betreft stelt de tuchtrechter dat zo’n bepaling zich over het algemeen niet verdraagt met de eis dat een accountant zich toetsbaar moet opstellen. Maar in dit geval is geen sprake van een ontoelaatbare belemmering van de toegang tot de tuchtrechter, is het oordeel. ‘Hiervoor is van belang dat de bepaling in de opdrachtbevestiging waarover wordt geklaagd geen permanent verbod inhoudt om bij de tuchtrechter te klagen over de door de accountant verrichte werkzaamheden. Het verbod geldt enkel tijdens de bindendadviesprocedure.’
Opdracht met hoog risico
Daarnaast is de bepaling opgenomen om de objectiviteit van de RA als bindend adviseur te waarborgen. ‘In dit verband is mede van belang dat sprake was van een opdracht met een hoog risico.’ Beide ex-echtelieden hadden al een aanzienlijk aantal rechtszaken tegen elkaar gevoerd en twee eerder ingeschakelde deskundigen hebben hun opdracht voortijdig moeten beëindigen. ‘In het licht van de uit te voeren opdracht en het feit dat sprake is van een tijdelijk verbod, was deze bepaling dan ook toelaatbaar.’
De RA heeft zorgvuldig gehandeld door het wrakingsverzoek naast zich neer te leggen, zo vindt de tuchtrechter. ‘Nadat zijn contactpersoon bij de rechtbank hem had medegedeeld dat de kantonrechter geen beletsel zag voor voortzetting van zijn werkzaamheden, heeft betrokkene besloten om niet te berusten in de wraking. Hij heeft zichzelf ook de vraag gesteld of hij verder kon met de opdracht en ook hij zag daarvoor geen beletsel.’ En met werkzaamheden zijn nu eenmaal kosten gemoeid. ‘Het gegeven dat voortzetting van zijn werkzaamheden tot kosten voor klaagster zou leiden, bracht op zichzelf genomen dan ook niet mee dat betrokkene in de wraking had moeten berusten.’ Dat de RA kosten heeft gerekend voor de behandeling van het wrakingsverzoek, heeft de klagende vrouw niet kunnen aantonen. Ook gebrek aan hoor en wederhoor is niet bewezen.
Klaagster wilde niet betalen
De RA is tot slot niet partijdig doordat hij zich door de man heeft laten betalen. Afgesproken was dat beide exen de helft zouden betalen, maar toen de vrouw weigerde, heeft de man voorgesteld dat deel te betalen, wat de RA heeft geaccepteerd. ‘De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene onder de gegeven omstandigheden niet gehandeld heeft in strijd met enig fundamenteel beginsel. In dit verband is van belang dat partijen de hoofdelijke verschuldigdheid contractueel hadden afgesproken, betrokkene eerst serieuze pogingen heeft ondernomen om (ook) betaling van klaagster te verkrijgen, professionele oordeelsvorming heeft toegepast en dat hij hierover openlijk met partijen heeft gecommuniceerd.’
De klacht wordt op alle onderdelen ongegrond verklaard. De RA krijgt een pluim: ‘Veeleer getuigt het handelen van betrokkene van transparantie en zorgvuldigheid.’
Geef een reactie