Mient Klooster, belastingadviseur bij VHM Accountants en Belastingadviseurs, stelde onlangs bij Accountancy Vanmorgen de zogeheten ‘villataks’ aan de kaak. ‘De meeste eigen woningen vallen onder het eigenwoningforfait van 0,35% van de eigenwoningwaarde. Maar met het stijgen van de huizenprijzen worden steeds meer woningen geraakt door het hoogste bijtellingspercentage van het
eigenwoningforfait van 2,35%: de zogenoemde villabelasting. Deze belasting krijgt in toenemende mate kritiek. Is deze hoge bijtelling houdbaar?’
Zorgplicht
Klooster heeft inmiddels 28 bezwaarschriften ingediend bij de Belastingdienst en krijgt in het FD bijval van andere fiscalisten. Ook andere kantoren maken bezwaar en de Vereniging Eigen Huis juicht dat toe, ook omdat oudere woningbezitters met een vast pensioen in de knel kunnen komen als zij al lang in een huis wonen dat snel in waarde is gestegen.
Het RB vindt dat leden om aan de zorgplicht te voldoen met klanten moeten overleggen of zij bezwaar willen maken bij de Belastingdienst. Zelfstandig belastingadviseur André van der Velde heeft dat vorig jaar al gedaan. Hij vindt dat de overheid met het toptarief de hypotheekrenteaftrek uitholt. ‘De hypotheekrenteaftrek is heilig, maar alles wat daaromheen zit wordt geschrapt.’
Nadeel tot tienduizenden euro’s
Inmiddels zijn ruim 200.000 woningen een miljoen of meer waard; zo’n tien jaar geleden lag dat aantal nog op 13.000. Het toptarief voor het eigenwoningforfait geldt voor huizen vanaf € 1,3 miljoen. Daarmee werd bij de introductie in 2009 ongeveer aangesloten bij de belastingdruk in box 3, die op 1,2% was gesteld. Iemand met een huis van drie miljoen boekt door de villabelasting een jaarlijks nadeel van € 15.000, berekent Klooster in zijn artikel. Door de nog geldende wet-Hillen, die het woningforfait compenseert met een eventuele hypotheekrente, wordt dat nadeel nu nog voor 80% weggepoetst, zodat de bezitter van de kapitale villa nog maar € 3.000 in de min komt.
Bezwaar maken
Inmiddels vallen ook sommige hoek- en rijtjeswoningen onder de villataks, en het toptarief was bedoeld als tijdelijke maatregel. Het is de vraag of het doel wordt gehaald en bovendien is het discutabel of het toptarief wel conform het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is, zo somt Klooster een aantal bezwaren op. Hij ziet voldoende redenen om bezwaar aan te tekenen tegen het toptarief in het EWF. ‘De villabelasting past niet in het doel van de Wet IB 2001 om te heffen naar draagkracht, over daadwerkelijk genoten inkomen. De villabelasting miskent dat sprake is van een afnemend grensnut bij een eigen woning met een hogere woz-waarde. De huurwaarde ontwikkelt zich immers degressief naarmate de woz-waarde hoger wordt. Bovendien wordt geen rekening gehouden met de sterk gestegen vaste lasten waarmee de eigenaren de afgelopen jaren zijn geconfronteerd. Daarom is de
villabelasting op stelselniveau naar mijn mening in strijd met artikel 1 EP EVRM.’ Zo kan de heffing hoger worden dan het werkelijk behaalde rendement.
Plafond
De overheid hoeft wat Klooster betreft geen rechterlijke uitspraken af te wachten: ‘Ook als de fiscale rechter in hoogste instantie de villabelasting EVRM-proof oordeelt, behoeft de regeling naar mijn mening aanpassing. Die aanpassing kan bestaan uit een sterke verlaging van het forfait van 2,35% over het deel van de eigenwoningwaarde dat de basiseigenwoningwaarde overschrijdt, in combinatie met de herinvoering van een plafond.’
Richard Verbove zegt
Goed artikel, wellicht interessant om de ecrm regels mbt ib in een apart artikel toe te lichten