De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een notitie opgesteld met een algemene beschouwing en zeven praktijkvoorbeelden.
Geen fiscale definitie
Meer duidelijkheid over de behandeling van de deelauto is welkom, omdat die fiscaal niet is gedefinieerd. De fiscus verstaat onder een deelauto een auto die door meerdere personen wordt of kan worden gebruikt. ‘Dat kan een werkgever zijn die één auto aan meerdere werknemers ter beschikking stelt of een externe aanbieder die auto’s ter beschikking stelt aan een werknemer, al dan niet via diens werkgever.’
Er bestaan fiscaal geen bijzondere regels voor deelauto’s; in de fiscaliteit wordt bij het gebruik van
deelauto’s aangesloten bij bestaande regels die gelden voor loon in zijn algemeenheid en vervoer
in het bijzonder.
Gebruik voor specifieke reis of gebruik naar eigen inzicht
De fiscus geeft aan de hand van een aantal voorbeelden meer zicht op de manier waarop werkgevers met deelauto’s moeten omgaan. Zo is er geen sprake van een ter beschikking gestelde auto als de werknemer er alleen gebruik van kan maken tijdens het reizen naar een klant en terug. Heeft de werkgever een afspraak met een deelautobedrijf voor al zijn werknemers, op basis waarvan zij bij beschikbaarheid zelf een auto kunnen reserveren, dan is wel sprake van ter beschikking stellen.
Heeft de werknemer zelf een abonnement bij een deelauto-aanbieder, dan hangt het van de situatie af of er sprake is van terbeschikkingstelling: bij het gebruik voor een specifieke rit is dat niet het geval. Kan de werknemer naar eigen inzicht bepalen wanneer hij de auto voor zakelijk gebruik inzet en betaalt de werkgever de abonnementskosten, dan is er wel sprake van het ter beschikking stellen van een auto, met toepassing van bijtelling voor privégebruik.
De Belastingdienst gaat ook in op kwesties als het mobiliteitsbudget en het huren van een auto voor meerdere werknemers.
Lees hier de volledige notitie over de fiscale gevolgen van deelautogebruik.
Geef een reactie