
Uitspraak: 24/2571 Wtra AK
Toetsingen
De accountant staat sinds 1995 ingeschreven in het register, en was bestuurder en enig aandeelhouder van een accountantskantoor met drie niet-accountants in dienst. Het kantoor werd op 27 september 2021 aan een kantoortoetsing onderworpen. Deze toetsing bracht aan het licht dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing niet voldeed aan de wettelijke eisen, constateerde de NBA.
De Raad voor Toezicht oordeelde dat verbeteringen noodzakelijk waren. Het eerste verbeterplan van de accountant werd in maart 2022 afgekeurd, waarna een aangepast plan in september 2022 werd goedgekeurd. Bij een hertoetsing in december 2022 bleek echter dat het stelsel in de praktijk nog steeds tekortschiet. Een definitieve conclusie hierover werd door de Raad op 29 maart 2023 geformaliseerd, waarbij de accountant werd geïnformeerd over een mogelijke tuchtklacht. Hierop reageerde de accountant niet.
In oktober 2023 liet de RA weten dat het kantoor per eind 2023 zou stoppen met werkzaamheden als openbaar accountant. Vanaf 1 januari 2024 staat de accountant in het register ingeschreven als accountant in business.
Tuchtklacht NBA
De NBA stapte uiteindelijk naar de Accountantskamer. Daar blijkt dat de toetsers drie dossiers selecteerden tijdens de kantoortoetsing, te weten een overige assuranceopdracht, een samenstellingsopdracht (jaarrekening) en een samenstellingsopdracht in het kader van de NOW. De drie dossiers zijn onvoldoende bevonden. De geconstateerde tekortkomingen zijn volgens de NBA ernstig en tuchtrechtelijk verwijtbaar, omdat in de getoetste dossiers materiële tekortkomingen zijn geconstateerd die raken aan de kern van de prestatie. De tekortkomingen worden als volgt geformuleerd:
– Overige assurance-opdracht: de toetsers hebben vastgesteld dat uit het dossier niet blijkt op welke wijze betrokkene de werkzaamheden, die zijn voorgeschreven in het accountantsprotocol, heeft uitgevoerd ten aanzien van 1) de juistheid van het tarief en 2) de levering van de productie. Dat zijn twee van de vier toetsingscriteria.
– Samenstellingsopdracht: de toetsers hebben geconstateerd dat de historische financiële informatie niet is opgesteld conform het van toepassing zijnde stelsel van verslaggeving.
– NOW-samenstellingsopdracht: betrokkene heeft zich bij de vaststelling van de omzet over de meetperiode niet gehouden aan de werkzaamheden die in het accountantsprotocol zijn voorgeschreven.
De NBA is van mening dat de accountant onvoldoende opvolging heeft gegeven aan het verbeterplan. De beroepsorganisatie is het vertrouwen verloren dat het kwaliteitssysteem van het accountantskantoor op korte termijn wel zal voldoen aan de daaraan te stellen eisen.
Oordeel Accountantskamer
De Accountantskamer is van oordeel dat de NBA met juistheid heeft vastgesteld dat de dossiers niet voldoen aan de kwaliteitseisen. Zo wordt bijvoorbeeld over de ‘Overige assurance-opdracht’ onder meer geoordeeld: “De wijze waarop betrokkene invulling heeft gegeven aan deze overige assurance-opdracht staat ver af van wat de beroepsgroep beschouwt als een professionele invulling en uitvoering daarvan. Het dossier laat volgens de toetsers niet zien welke risico-analyse betrokkene heeft gemaakt, wat de controle-aanpak is geweest en of er voldoende en geschikte controle-informatie is verkregen. Die werkzaamheden, maar ook de vastlegging daarvan, vormen de kern van een assurance-opdracht. Betrokkene heeft de ontoereikende vastlegging daarvan in zijn dossier ter zitting erkend.”
De slotsom is dat in alle getoetste dossiers sprake is van tekortkomingen, “waardoor kan worden geconcludeerd dat het kwaliteitssysteem van het accountantskantoor in opzet en werking niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen. Dit betekent dat betrokkene is tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheid om te zorgen voor een kwaliteitssysteem dat een redelijke mate van zekerheid geeft dat NVKS-opdrachten worden uitgevoerd conform de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Hij heeft daarmee gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.”
Jaarlijkse evaluatie
De Accountantskamer is daarnaast ook met de NBA van oordeel – het tweede klachtonderdeel – dat de geconstateerde tekortkomingen erop wijzen dat de accountant de verplichte jaarlijkse evaluatie met onvoldoende diepgang en deskundigheid heeft uitgevoerd. “Een grondige evaluatie van het beperkte aantal NVKS-opdrachten, die verwacht had mogen worden vanwege een onvoldoende-oordeel bij de eerdere kantoortoetsing, had de veelal basale tekortkomingen aan het licht moeten brengen. Nu dat niet is gebeurd vindt de Accountantskamer het oordeel gerechtvaardigd dat betrokkene ook tekort is geschoten in de evaluatie van de kwaliteitsambitie en de wijze waarop hij heeft gewaarborgd dat NVKS-opdrachten conform de van toepassing zijnde wet- en regelgeving zijn uitgevoerd.”
Doorhaling
De Accountantskamer legt de maatregel op van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden. Daartoe overweegt de Accountantskamer: “De kantoortoetsing en de hertoetsing zijn negatief voor betrokkene uitgevallen en de bevindingen van klaagster heeft betrokkene grotendeels erkend. Betrokkene onderschrijft alleen niet de conclusie dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing dus ook onvoldoende is; hij beschouwt zichzelf als het belangrijkste kwaliteitsinstrument. De werkzaamheden voldoen echter niet aan de norm, zoals toetsing aan het accountantsprotocol en voldoende vastlegging in het dossier. Dat betrokkene niettemin volhoudt dat hij zijn werkzaamheden met voldoende vakbekwaamheid heeft verricht, ziet de Accountantskamer als een miskenning van de eisen die het accountantsberoep aan het vak stelt. Dat wijt de Accountantskamer aan een gebrek aan inzicht van betrokkene. Betrokkene stelt zich boven de regels die de eigen beroepsgroep heeft opgesteld. De onvoldoende kantoortoetsingen en deze houding van betrokkene brengen mee dat de Accountantskamer een zware maatregel oplegt. […]
De Accountantskamer heeft in het voordeel van betrokkene laten meewegen dat hij zijn inschrijving heeft gewijzigd naar accountant in business en ter zitting bij herhaling heeft toegezegd dat hij geen NVKS-opdrachten meer zal uitvoeren. Aan die toezegging zal betrokkene zich moeten houden. In zoverre heeft klaagster met haar kantoortoetsing en deze tuchtklacht bereikt wat zij wilde bereiken.”
Geef een reactie