
De contouren van de nieuwe pensioenregeling en het verzoek om bestaande pensioenen al dan niet in te varen staan in het transitieplan en zijn de resultante van overleg tussen werkgevers- en werknemersorganisaties. In de praktijk zullen vakorganisaties, zoals CNV en FNV, de uitkomst van onderhandelingen aan hun achterban ter goedkeuring voorleggen. Daar is ook over gestemd. Verder hebben besturen van pensioenfondsen de plicht om een evenwichtige belangenafweging te bewaken en voorkeuren van deelnemers zorgvuldig mee te wegen. Er zijn verantwoordingsorganen waarin ook deelnemers en gepensioneerden vertegenwoordigd zijn en er is bij elk pensioenfonds deskundige ondersteuning beschikbaar voor zulke complexe trajecten met grote financiële belangen.
Wat houdt het referendum in?
Volgens de toelichting bij het amendement is de burger buitenspel gezet bij het invaren van opgebouwde rechten naar het nieuwe stelsel, omdat individueel bezwaarrecht ontbreekt. Het zou een mogelijke aantasting van het eigendomsrecht zijn en er zijn veel juridische procedures te verwachten. De indieners van het amendement willen de deelnemers het laatste woord geven, met een inhoudelijke procedurewijziging. Als meer dan 50% van alle betrokkenen (deelnemers, slapers/gewezen deelnemers en gepensioneerden) niet wil invaren (collectief overdragen van de huidige pensioenpot), dan varen de bestaande rechten niet in. In artikel 150m lid 2 Pensioenwet wordt met het amendement voorgesteld dat elke stem gelijk gewogen wordt, ongeacht de waarde die betreffende deelnemers, gewezen deelnemers of pensioengerechtigden vertegenwoordigen. En dan komt het: om in te kunnen varen is het nodig dat ten minste 30% van de betrokkenen heeft gereageerd op een daartoe strekkend verzoek om collectieve waardeoverdracht. Wordt het invaren van pensioen tegengehouden, dan moet het opgebouwde pensioen verplicht achterblijven in het oude pensioenstelsel.
Verwachte uitkomst bij referendum
Onderzoek laat zien dat 59% van de respondenten weet dat de pensioenregels veranderen. Maar uit de pensioenpeiling 2024 van het Nibud blijkt dat veel mensen wel zeggen dat ze op de hoogte zijn, maar dat ze geen enkel concreet punt over het nieuwe pensioen kunnen noemen. Hooguit wat ‘van horen zeggen’. Naar mijn mening zijn pensioenfondsdeelnemers helemaal niet in staat om te bepalen welke optie voor hen – laat staan voor het collectief – het beste is. Met name gepensioneerden raken soms bij het woord ‘verandering’ al in de stress, los van de inhoud. Ook al zal iedere pensioendeelnemer informatie (kunnen) krijgen over de overgang van het pensioen bij zijn of haar fonds, de verwachting is dat de stemming vooral door ‘onderbuikgevoelens’ en kwestieuze opinies (al dan niet gevoed door sociale media) wordt bepaald.
In de praktijk reageren slapers (die nu in veelal in een andere bedrijfstak werken) vrijwel nooit. Zij vormen (gewogen) gemiddeld 45% van het totaal aan deelnemers. Ook houdt een grote groep jonge actieve deelnemers zich eigenlijk nog niet met pensioen bezig; zij zullen hun stem nauwelijks laten horen. Een minimumopkomst van 30% bij een referendum zal dan waarschijnlijk niet of zelden worden gehaald en dan is de facto het invaren verboden.
Gevolgen van niet invaren
Het pensioenstelsel bevindt zich al in een cruciale transitiefase. Een collectieve instemming van pensioendeelnemers vertraagt het proces en maakt de transitie onuitvoerbaar. Een ander gevolg is dat er tot in lengte van jaren twee pensioenadministraties in de lucht moeten worden gehouden. Voor de toeslagverlening moet onderscheid worden gemaakt in twee pensioenpotten per actieve deelnemer. Enerzijds heb je nog steeds de oude regels van het financieel toetsingskader (FTK) voor het mogen toekennen van indexatie over het afgezonderde vermogen van pre-Wtp-pensioen. Anderzijds heb je het nieuw gevormde pensioenvermogen, bestemd voor nieuwe Wtp-aanspraken. Daar wordt niet meer gekeken naar dekkingsgraden, omdat er bij een premieregeling geen pensioenverplichtingen in euro’s meer zijn.
Kostenplaatje
Stel dat bij een deelnemer het oude pensioen structureel minder indexaties oplevert (volgens de oude regels) dan onder het nieuwe stelsel, dan krijg je geheid juridische procedures van spijtoptanten. Zo opportunistisch kunnen mensen zijn als het om geld gaat. Denk aan de kansloze massaclaims die Pieter Lakeman gepensioneerden in het vooruitzicht stelde over ‘misgelopen indexaties’. Onderzoekers hebben becijferd dat het referendum tot € 18 miljard aan extra en vermijdbare uitvoeringskosten leidt. Aangezien deze hogere kosten worden betaald uit het pensioenvermogen, gaat dit dus ten koste van de pensioenen van deelnemers en gepensioneerden. Twee vragen:
- Wat moet een fonds doen als een bepaalde groep als gevolg van niet invaren toch benadeeld wordt – en hoe wordt de compensatie dan bekostigd? De Pensioenwet stelt namelijk dat er op adequate en kostenneutrale manier gecompenseerd moet worden.
- Wat zijn de gevolgen bij een verzoek om waardeoverdracht, als het pensioen in twee potten zit? Strikt genomen zouden dan de oude wettelijke rekenregels bij individuele waardeoverdracht van kracht moeten blijven op het oude pensioen. Dus ook daar zijn we dan niet vanaf, terwijl het na invaren zoveel makkelijker zou worden om je pensioenvermogen mee te nemen naar de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever.
Transitieproces en wettelijk kader
De transitieplannen zijn bij pensioenfondsen allemaal al klaar. In de Pensioenwet staat dat de transitie evenwichtig moet zijn. Alle groepen van aanspraakgerechtigden moeten in min of meer gelijke mate hun aandeel in het pensioenkapitaal krijgen. Dus een eerlijke verdeling over actieve deelnemers, ex-deelnemers (slapersrechten) en gepensioneerden. DNB moet het transitieplan volgens de transitievoorschriften beoordelen en als het pensioenfonds niet alle pensioenbelangen van hun deelnemerspopulatie dient, kan de transitie nog geen doorgang vinden. Bij DNB zijn extra mensen ingezet om de transitieplannen te beoordelen en te toetsen aan de wettelijke voorschriften. Aan de hand van scenariosets van DNB zijn er allerlei goede en slechte rendementsscenario’s doorgerekend. In de nieuwe Pensioenwet krijgen pensioenfondsen tal van financiële instrumenten om de scherpe randjes van een meer beleggingsgerelateerd pensioen te halen. Daarom gaan bijna alle pensioenfondsen ook over naar een solidaire premieregeling, en niet naar een flexibelepremieregeling. Alle pensioenfondsen werken toe naar de volgende deadlines voor communicatie en implementatie. Aan een communicatieplan en implementatieplan (uiterlijk op 1 juli 2025 door het pensioenfonds in te dienen bij DNB) zijn ook wettelijke eisen gesteld, gericht op een zo verantwoord mogelijke overgang in alle opzichten – ook wat betreft een invaarbesluit.
Huidige stand van zaken
Op dit moment zijn de eerste drie pensioenfondsen inmiddels met hun pensioenregeling overgegaan naar het nieuwe stelsel van een vlakke premieregeling op beleggingsbasis. De oude pensioenrechten zijn al ingevaren (overgezet) voor ongeveer 200.000 deelnemers, naar individuele pensioenvermogens. Binnen een jaar volgen naar verwachting zo’n 70 pensioenfondsen, die nu volop in de transitiefase zitten. Ook fondsen die later overgaan in 2027 zitten in het transitieproces.
Wordt pensioen straks ook onzeker na invaren?
De pensioenfondsen zijn in het algemeen positief over de bevindingen na alle rekenexercities en vertrouwen erop dat alle pensioendeelnemers er normaliter niet op achteruit hoeven te gaan. Vergeet niet dat er met het loslaten van het oude financieel toetsingskader bij defined benefit-regelingen buffers vrijkomen, die in het nieuwe stelsel kunnen worden aangewend voor pensioenverbetering. En hoe hoger de dekkingsgraad op het moment van invaren is, des te gemakkelijker het voor het fonds is om eventuele tekorten te dichten en indexatieperspectief te bieden. Voor dat doel is er ook een solidariteitsreserve. Deze reserve zal in de praktijk vooral uitgedeeld worden aan pensioengerechtigden, om hun uitkeringen zoveel mogelijk op peil te houden bij onverhoopt aanhoudend slechte beleggingsjaren.
Geldt dit referendum ook voor verzekerde regelingen?
Nee. Als een verzekeringsmaatschappij of premiepensioenstelling uitvoerder is van de pensioenregeling, dan wordt er nooit ingevaren. Bestaande rechten en ingegane uitkeringen blijven zoals ze zijn. Deelnemers gaan in de toekomst een pensioenvermogen volgens het nieuwe stelsel opbouwen. Werkgevers met een verzekerde regeling hebben dus niets te maken met het referendum.
Tot slot: gaat het referendum er komen?
De Pensioenfederatie (de overkoepelende organisatie van pensioenfondsen) is ontstemd over de ingrijpende wijziging die NSC met het referendum voor ogen heeft en stelt dat de Wtp effectief afgebroken wordt. Sociale partners moeten feitelijk opnieuw om tafel en er moeten fundamenteel andere keuzes worden gemaakt. De Federatie vindt de plannen onuitvoerbaar en onbetaalbaar. In een brief aan de leden van de Tweede Kamer hebben twee prominente pensioendeskundigen op 19 januari jl. een dringende oproep gedaan om het idee van een referendum of collectieve instemming niet verder te overwegen. Onder meer stellen zij dat het collectief belang gaat boven individuele voorkeuren, een euvel dat aan veel referenda kleeft. Het pensioenstelsel is gebaat bij collectieve, weloverwogen beslissingen, niet bij individuele beslissingen die het collectief ondermijnen. Ik kan mij volledig vinden in het goed beargumenteerde pleidooi. De politiek kan zich beter richten op het afschaffen van de onder de Wtp in stand gebleven verplichtstelling met een vrije uitvoerderskeuze.
Een meerderheid in de Tweede Kamer is uiterst kritisch over de wet, maar in de Eerste Kamer stemde een ruime meerderheid (ongeveer twee derde) voor. Het lijkt er daarmee op dat er in de Tweede Kamer een meerderheid is voor het amendement, maar in de Eerste Kamer niet. De Tweede Kamer wil nu advies van de Raad van State over het voorstel van NSC en BBB.
Dit artikel is geschreven door Drs. Theo H.M. Willemssen. Hij is werkzaam als Pensioenfiscalist bij Fiscount.
Het zomaar invaren zonder instemming is ronduit crimineel. Netwerk corruptie van een kleine groep met financiele of juridische belangen. De economie staat op klappen / krimp , waardeloze obligatie via DNB in de fondsen gedrukt en de vergrijzing zet door. Daarnaast 8000 miljard euro bij drukken in Frankfurt op een EU bbp van 16000 miljard en dan Putin de schuld geven van de inflatie. Schande en gewoon misdadig . Maar de massa hypnose werkt met de miljardairs kranten en narsistische propaganda omroepen. Bestuurders en politici hoofdelijk aansprakelijkstellen of direct stoppen met verplichte pensioenen met politiek activistische beleggingen. Per direct uitkeren van de opgebouwde netto contante waarde en opdoeken dat zootje.
Meneer Dijkstra. U bent een zielig mannetje.