
Bij ANBI’s zijn er twee te onderscheiden vormen die voor de bestedingseis verschillend behandeld worden:
- Vermogensfonds;
- Fondswervende instelling.
Bij een vermogensfonds kan je onder andere denken aan een fonds op naam dat is ingesteld bij testament en het vermogen heeft gekregen na het overlijden van een persoon. Die persoon heeft aan de nalatenschap aan de (nog op te richten) ANBI de verplichting meegegeven om het vermogen op een bepaalde manier te besteden. Veelal wordt het rendement op de beleggingen gebruikt om de doelstelling van de ANBI te realiseren. Een andere vorm van een vermogensfonds kan een ANBI zijn die tot doelstelling heeft om een gebouw met cultuurhistorische waarde in stand te houden. Zo zijn er dus verschillende vormen van vermogensfondsen.
Een fondswervende instelling is dan weer opgericht om door middel van fondsenwerving gelden op te halen om een bepaald doel te realiseren. De opgehaalde gelden worden daarvoor aangewend.
Het verschil tussen beide is dat een vermogensfonds over een bepaalde hoeveel vermogen beschikt wat zij gebruikt om haar doelstelling te bereiken. Veelal zal als onderdeel van de doelstelling van de ANBI het vermogen in takt moeten blijven. Binnen bepaalde grenzen is dat toegestaan voor vermogensfondsen. Een fondswervende instelling kenmerkt zich juist door actief fondsen te werven ten behoeve van het realiseren van haar doelstelling. Op grond van de voorwaarden voor fondswervende instellingen mag slechts beperkt aan vermogensvorming gedaan worden en enkel om bepaalde geformuleerde doelstellingen te realiseren. Dat betekent dat als een fondswervende instelling aan vermogensvorming doet zonder in voldoende mate te onderbouwen waarvoor dat vermogen wordt opgepot, zij het risico loopt om de ANBI status kwijt te raken. Het verliezen van de ANBI status kan eventueel met terugwerkende kracht gebeuren.
Gevolgen verliezen ANBI-status
De gevolgen daarvan kunnen zijn dat er over de ontvangen giften en nalatenschappen alsnog schenk- en/of erfbelasting verschuldigd is door de instelling. Aangezien het derden tarief van toepassing is, kan dat tot een aanzienlijke belastingclaim leiden. Voor giftenaftrek geldt dat als de gift is gedaan op het moment dat de ANBI stond ingeschreven in het ANBI register, de gift aftrekbaar is voor de donateur. Dus daar heeft het intrekken van de ANBI-status met terugwerkende kracht geen gevolgen. Ontvangen giften van instellingen met de ANBI-status is na het intrekken van de ANBI-status met terugwerkende kracht niet ineens schenkbelasting verschuldigd.
Bestedingscriterium is open norm
De Staatssecretaris van Financiën heeft aangegeven dat het bestedingscriterium een open norm is. Voor elke ANBI geldt dus dat de invulling van de voorwaarden van het bestedingscriterium maatwerk is. Dat biedt natuurlijk kansen om onderbouwd aan een bepaalde mate van vermogensvorming te voldoen om voldoende buffers op te bouwen voor toekomstbestendige activiteiten.
Bij een stichting die zich bezighield met het (financieel) ondersteunen van organisaties actief op het gebied van christelijke en humanitaire activiteiten is de ANBI-status met terugwerkende kracht ingetrokken. De aanleiding was de toename van het vermogen van de stichting in de jaren 2008 tot en met 2015 met ruim € 11 miljoen. De stichting kon niet aannemelijk maken dat de vermogensvorming had plaatsgevonden om het doel van de stichting te verwezenlijking en dat er geplande werkzaamheden waren die gefinancierd zouden worden uit de opgepotte gelden.
In een andere zaak ging het om een islamitische stichting die reserves had opgepot waarbij in de jaarrekening niets was vermeld over de aanwending van de reserves. Een op de toekomst gericht plan om de opgepotte gelden binnen de doelstelling van de stichting aan te wenden ontbrak ook. Ook deze stichting raakte de ANBI-status (met terugwerkende kracht) terecht kwijt zo oordeelde de rechter.
In de zaak van de islamitische stichting oordeelde het Hof Amsterdam dat de situatie op het moment van het intrekken van de ANBI-status van belang is. Er wordt dus niet naar de periode erna gekeken om te beoordelen of aan de bestedingseis is voldaan. Het is echter zeer goed mogelijk dat uit latere bestedingen toch blijkt dat deze aan de doelstelling zijn besteed. En dus voldaan is aan de bestedingseis. Dat is dan niet meer relevant voor de beoordeling of voldaan is aan de bestedingseis.
De rechtspraak laat zien dat het van belang is om als sprake is van vermogensvorming door een ANBI er voldoende aandacht wordt besteed aan een plan waaruit blijkt waar het vermogen aan besteed zal worden om de doelstelling van de ANBI te realiseren. Daarnaast is het ook van belang om in de jaarrekening voor een goede vastlegging te zorgen. Door reserves op de balans niet te oormerken rekening houdend met het bestedingsplan, loopt de ANBI ook een risico om de ANBI-status kwijt te raken.
mr. Ewoud de Ruiter is belastingadviseur bij 3RRR Belastingadviseurs en verbonden aan Publiq belastingadviseurs.
Meer weten over de fiscale regelgeving voor ANBI’s? Volg dan de cursus daarover bij Fiscaal Vanmorgen
Meer weten over de belastingplicht van stichtingen en verenigingen? Volg dan de cursus daarover bij Fiscaal Vanmorgen
Geef een reactie