Minister Dijsselbloem wil nog niet scherp oordelen over de stijging van de partnerinkomens bij de Big Four. Dit blijkt uit zijn beantwoording van de Kamervragen van zijn partijgenoot Henk Nijboer. Nijboer stelde vragen aar aanleiding van het gegeven dat de partnerinkomens bij met name de Big Four-kantoren in het afgelopen jaar flink is gestegen.
Nijboer vroeg de minister om een oordeel over het feit dat partnerinkomens zijn gestegen op een moment dat ‘de sector ‘kampt met forse kwaliteitsproblemen en er juist geïnvesteerd moet worden om deze het hoofd te bieden.’ Nijboer vraagt ook een uitspraak over wat de minister een redelijke beloning vindt voor ‘de uitoefening van een publieke taak.’
Voorzichtige reactie
Dijsselbloem is in zijn reactie behoorlijk terughoudend. Hij noemt geen exacte bedragen en wijst erop dat de meerderheid van de Big Four – waar het met name over gaat – werken met gebroken boekjaren en dat de aanbevelingen van de Werkgroep Toekomst Accountantsberoep dus nog niet meegenomen konden zijn door de kantoren. Verder wijst hij er ook op dat de partnervergoeding bij kantoren niet alleen gebaseerd is op de uitvoering van wettelijk verplichte controle-opdrachten, maar ook voortkomt uit andere werkzaamheden.
Dijsselbloem wijst er wel op dat kantoren naar aanleiding van het AFM-rapport van 25 september 2014 en het NBA-rapport een verbeterplan dienen op te stellen waarin zij aangeven welke maatregelen zij nemen om de kwaliteit van de accountantscontrole te verbeteren. De AFM gaat toezicht houden op de verbeterplannen en de uitvoering daarvan.
Geef een reactie