KPMG lijkt niet onder de indruk van de door curatoren Jacques Daniels en Jeroen Stekelenburg van de Enschedese failliete slachterij Weyl aangekondigde juridische procedures tegen het accountantskantoor. ‘Dat curatoren in een dergelijke situatie ook een klacht bij de Accountantskamer indienen is niet ongebruikelijk en een stap waar we rekening mee hebben gehouden.’ Zo stelt KPMG in een reactie.
De problemen bij vleesverwerker Weyl zijn destijds ontstaan tijdens de mond- en klauwzeercrisis van 2001. Het vlees –en de melk- van besmette dieren mocht toen niet worden verkocht. Dit leidde destijds bij Weyl tot grote verliezen.
De toenmalige DGA en financieel directeur van Weyl hebben er toen zeer bewust voor gekozen om middels fraude deze verliezen ook voor de accountant verborgen te houden. Uiteindelijk heeft dit ook geleid tot veroordelingen van beide personen. In de strafzaken tegen beide personen is aangetoond dat beiden voor een bedrag van € 40 miljoen hebben gefraudeerd.
‘Wanneer dergelijke sleutelpersonen op het hoogste niveau van een onderneming moedwillig foutieve informatie verstrekken en zelfs de bijbehorende controlesystemen daarop aanpassen, dan bestaat de kans dat de accountant daardoor met succes wordt misleid,’ zo stelt KPMG.
KPMG is echter niet verbaasd dat beide curatoren in nu ook een klacht bij de Accountantskamer indienen. KPMG noemt het ‘een stap waar we rekening mee hebben gehouden.’
Geef een reactie