Het definitieve Wijzigingsbesluit vernieuwing BBV is geplaatst in het Staatsblad. Het doel van de vernieuwing is het vereenvoudigen van de beoordeling van de financiële gezondheid en beleidsmatige prestaties van provincies en gemeenten op basis van de begroting en jaarrekening.
De Provinciewet en Gemeentewet schrijven voor dat provincies respectievelijk gemeenten een begroting, meerjarenraming, jaarrekening en jaarverslag maken en geven enkele vereisten waaraan de genoemde documenten dienen te voldoen. Artikel 190 van de Provinciewet en artikel186 van de Gemeentewet bepalen dat de begroting, de begrotingswijzigingen, de meerjarenraming, het jaarverslag en de jaarrekening, van provincies en gemeenten voldoen aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te geven regels. Vanaf begrotingsjaar 2004 geldt hiervoor het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
In 2014 heeft een door de VNG ingestelde adviescommissie, onder leiding van Staf Depla, wethouder van Eindhoven, een rapport uitgebracht over de vernieuwing van het BBV. Voor de uitwerking van de adviezen is een stuurgroep ingesteld onder leiding van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Op basis van de besluitvorming in de stuurgroep worden de wijzigingen in het BBV vorm gegeven. Op 1 juli 2015 heeft de stuurgroep de brochure Hoofdlijnen vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording gepubliceerd met de voornemens tot verwerking van de adviezen en de consequenties voor het BBV. De uitwerking van de adviezen over rechtmatigheid en de accountantscontrole zijn in een separaat rapport gepubliceerd: Vernieuwing accountantscontrole gemeenten.
In september 2015 is het concept wijzigingsbesluit van het BBV ter consultatie gepubliceerd. Naar aanleiding van de reacties in de consultatieronde en het advies van de Raad van State is het wijzigingsbesluit op bepaalde punten verduidelijkt en aangepast. Het wijzigingsbesluit is op 17 maart geplaatst in het Staatsblad (nr 2016, 101).
Inwerkingtreding
Het onderhavige wijzigingsbesluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en zal direct in werking treden. De wijzigingen uit dit besluit zijn derhalve van toepassing op de voorbereidingen van het begrotingsjaar 2017. Dat betekent dat de begroting voor 2017, die in het kalenderjaar 2016 wordt opgesteld, in overeenstemming moet zijn met de nieuwe regels uit dit wijzigingsbesluit.
Op het van toepassing zijn van wijzigingen uit het onderhavige besluit op het begrotingsjaar 2017 gelden enkele uitzonderingen.
- Omdat openbare lichamen ingesteld op grond van de Wgr eerder hun begroting moeten opstellen zullen de wijzigingen van dit besluit voor het eerst doorwerken in de begrotingsvoorbereiding voor het jaar 2018.
- Voor de wijze waarop de Vpb-plicht in de begroting (en jaarrekening) moet worden verwerkt geldt het volgende. Provincies en gemeenten zijn vanaf het eerste boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2016 belastingplichtig indien zij een fiscale onderneming drijven. Dat betekent dat zij daarmee in de (lopende) begroting van 2016 reeds hier rekening mee moeten houden. Provincies en gemeenten die belastingplichtig zijn als gevolg van de Wet modernisering VPB-plicht overheidsondernemingen kunnen lopende het begrotingsjaar via een begrotingswijziging voldoen aan de wijze waarop de heffing van de vennootschapsbelasting via dit wijzigingsbesluit in de begroting en jaarrekening dient te worden opgenomen en te worden verantwoord.
- De balanscategorie ‘niet in exploitatie genomen gronden’ (NIEGG) wordt reeds met ingang van begrotingsjaar 2016 afgeschaft. Gronden die voor de inwerkingtreding van het nieuwe besluit werden geclassificeerd als NIEGG, dienen reeds met ingang van het begrotingsjaar 2016, tegen dezelfde boekwaarde te worden geclassificeerd als materiële vaste activa.
Ministeriële regelingen
In het wijzigingsbesluit is geregeld dat met een ministeriële regeling nadere regels kunnen worden vastgesteld. Over de volgende onderwerpen worden op zeer korte termijn ministeriële regelingen vastgesteld:
- Taakvelden en informatie voor derden (IV-3) met de nieuwe taakvelden en nieuwe economische categorieën;
- Vaststelling beleidsindicatoren met de verplichte beleidsindicatorendie met ingang van de begroting 2017 moeten worden opgenomen in de programma’s;
- Wijzigingsregeling financiële kengetallen in verband met de introductie van de geprognosticeerde balans.
Bron: Commissie BBV
Geef een reactie