Staatssecretaris Van Rijn van VWS heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de modelovereenkomsten voor zzp’ers in de zorg. Er zijn inmiddels 262 overeenkomsten bij de Belastingdienst ingediend die zien op de zorg.
In het debat over arbeidsmarktbeleid zorg/TSN van 18 februari jongstleden zijn vragen gesteld over het signaal dat modelovereenkomsten voor zelfstandigen zonder personeel in de zorg worden afgewezen. Tevens zijn er schriftelijke Kamervragen gesteld over het bericht dat zzp’ers niet langer in de zorg kunnen werken. Kamerleden hebben signalen opgevangen dat zzp’ers in de zorg een afwijzing van de Belastingdienst op de modelovereenkomst volgens de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties hebben gekregen. Dit zou komen door een tegenstrijdigheid met de Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen Zorg (Wkkgz).
Wkkgz
Van Rijn schrijft in zijn brief dat de Wkkgz geen belemmering vormt om als zzp’er in de zorg werkzaam te zijn. En dit geldt zowel bij directe contractering als contractering via een (zorg)instelling. Volgens van Rijn biedt de Wkkgz – alhoewel niet primair bedoeld om de zzp-problematiek op te lossen – wel een oplossing ten opzichte van de eerdere Kwaliteitswet zorginstellingen. De Wkkgz is – in tegenstelling tot de Kwaliteitswet zorginstellingen – namelijk ook van toepassing op de solistisch werkende zorgverlener. De Wkkgz introduceert daarmee een eigenstandige wettelijke basis, op basis waarvan een solistisch werkende zorgverlener, in casu een zzp’er, zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de geleverde zorg, aldus de staatssecretaris. Wanneer een zzp’er werkt in opdracht van een zorginstelling, blijft deze zzp’er ook een eigenstandige verantwoordelijkheid houden voor de kwaliteit van zorg. De zorginstelling is in dat geval wel eindverantwoordelijk voor de kwaliteit.
Buiten dienstbetrekking
De staatssecretaris schrijft verder dat er alleen sprake kan zijn van werken buiten dienstbetrekking als dit volgt uit de feiten en omstandigheden. Als gewerkt wordt in opdracht van een zorginstelling, kan er bijvoorbeeld alleen sprake zijn van werken buiten dienstbetrekking als de zorgverlener voor meerdere opdrachtgevers (zorginstellingen) werkt en daardoor als solistisch werkende zorgverlener kan worden aangemerkt. Dit betekent dat een zorgverlener die voor één instelling aan meerdere cliënten zorg verleent niet buiten dienstbetrekking zal werken.
Overeenkomsten
Inmiddels zijn er bij de Belastingdienst 262 overeenkomsten ingediend die zien op verschillende vormen van zorg. Hiervan zijn 192 overeenkomsten nog in behandeling. Er is enige vertraging in de beoordeling van deze overeenkomsten gekomen door de behandeling die aanvankelijk is aangehouden in verband met de totstandkoming van een algemene modelovereenkomst voor de zogenoemde tussenkomstsituaties. Inmiddels is de behandeling weer voortvarend ter hand genomen. Iedereen die vóór 1 februari 2016 een overeenkomst heeft voorgelegd aan de Belastingdienst zal uiterlijk voor de inwerkingtreding van de Wet DBA een oordeel van de Belastingdienst krijgen.
Geef een reactie