Accountants kunnen klanten in het MKB de weg wijzen bij het vinden van geschikte alternatieve kredietroutes. Met nieuwe financieringsvormen – stapelfinanciering – betreden ook nieuwe dienstverleners en partnerschappen het speelveld. ABN AMRO bijvoorbeeld werkt samen met het relatief jonge NEOS Business Finance.
Grote bedrijven kunnen zich rechtstreeks op de kapitaalmarkt begeven met hun kredietvraag, maar voor het midden- en kleinbedrijf ligt die weg niet open. Het MKB klaagt dat banken de kredietkraan een paar slagen hebben dichtgedraaid sinds de crisis. Sindsdien is er veel aandacht voor crowdfunding, maar die financieringsvorm is weinig geschikt om grote bedragen bij elkaar te brengen. Verder worden kredietunies gevormd, en tot pakweg een half miljoen euro willen ook durfkapitalisten en business angels vaak wel instappen en er zijn mogelijkheden in de vorm van leverancierskrediet, lease en factoring.
Maar voor grotere bedragen moeten MKB-ers bij institutionele partijen aankloppen. Zo heeft een groep Nederlandse pensioenfondsen honderden miljoenen gestoken in speciale kredietfondsen voor kleine en middelgrote ondernemingen, deels met overheidsgarantie. Dan is er nog de BMKB, een overheidsgarantieregeling, waar banken ook aan meedoen.
Overgrote deel vreemd vermogen nog steeds bancair
Volgens Rolf Franke, director lending corporate banking bij ABN AMRO, is het overgrote deel van het vreemd vermogen bij Nederlandse bedrijven nog steeds bancair. ‘Maar de tijden zijn wel veranderd, nu er nu er extra focus op kredietrisico ligt. Verder worden de kosten van krediet hoger, omdat er onder de Basel 3-regels vanaf 2017 per krediet meer garantievermogen moet worden aangehouden’. Toch doen banken volgens hem, ook indien er sprake is van meer risico, ‘hun uiterste best’ om bedrijven te faciliteren. Bijvoorbeeld door in specifieke gevallen mee te werken aan stapelfinanciering, waarbij ze zelf een deel van de financiering verstrekken en het overige deel aan de rest van de markt of fondsen overlaten. ‘ABN AMRO gaat altijd voor de ‘ja’.
Dat wil zeggen voor bedrijven die continuïteit hebben en het bewezen goed doen. Sommige bedrijven zijn beter af in een andere constructie dan een puur bancaire financiering, omdat ze meer risicovermogen moeten hebben of een andersoortige lening. Voor hen is er een redelijk groot aanbod van partijen die op een hoger rendement koersen. Voor deze financiers is small & medium enterprise een hartstikke mooie markt. De bank kruipt daarbij in een regierol’.
Stapelfinanciering: onbekend maakt…..
Voor stapelfinanciering geldt, ook onder accountants, vaak nog ‘onbekend maakt onbemind’. Voor geld klopten ondernemer en accountant traditioneel aan bij de huisbankier, waar financiering relatief eenvoudig te regelen was. ‘Accountants hebben zich er naar mijn idee niet zo mee bezig gehouden,’ volgens Franke, ‘maar complementaire financiering krijgt steeds meer bekendheid. Ook al omdat er overheidsinitiatieven zijn, waarbij een andere partij naast de bank financiert.’ Hij doelt o.a. op het Achtergestelde Leningen Fonds, dat kleine bedrijven in staat stelt hun solvabiliteit te verhogen, om makkelijker bankkrediet te krijgen. Daarnaast is er nog het Bedrijfsleningen Fonds, voor leningen tussen 5 en 25 miljoen voor goed presterende bedrijven, waar bedrijven en banken samen honderden miljoenen in hebben gestoken.
ABN AMRO zelf sloot recent een overeenkomst met NEOS Business Finance, een relatief jonge alternatieve aanbieder van MKB (groei-)financiering. Via deze samenwerking brengt de bank Nederlandse bedrijven in contact met derde partijen. Ondernemers met een kredietbehoefte hoeven dan niet zelf op zoek te gaan naar een financier. Ook andere banken doen aan stapelfinanciering, maar volgens Franke is de samenwerking van ABN AMRO met NEOS ‘de eerste structurele, waarbij twee partijen complementair aan elkaar financieren.’ De processen blijven daarbij wel altijd gescheiden.
NEOS vraagt rentes tot 10 procent. ‘Een one trick pony’ zegt algemeen directeur Quirijn Haak. ‘Met één product: het bieden van drie tot zeven jaar groeifinanciering en soms iets langer. We hebben niet altijd zekerheden nodig, dus in die zin kunnen wij wat meer bijspringen bij overname en financiering. Dat zijn trajecten met een behoorlijke financieringsgevoeligheid, waarbij de huisbank zegt: wij gaan tot bedrag x en het zou prettig zijn als een andere partij ook iets doet.’
Institutionele beleggers
Aan de funding-kant werkt de fondsbeheerder samen met institutionele beleggers. ‘Partijen die de capaciteit en researchmogelijkheid hebben om deze asset-categorie in te schatten en dat ook meerdere jaren willen doen’, aldus Haak. ‘Zij willen beleggen in de reële echte economie; een mooie manier om te zeggen dat ze niet in allerlei gestructureerde producten willen stappen waar ze zelf weinig van begrijpen. Bedrijfsleningen vormen interessante beleggingsmogelijkheden met, als je het goed in de vingers hebt, een gunstige risico-rendementverhouding. Tamelijk voorspelbaar ook: het gaat om leningen, aflossingen en rente.’ NEOS voorziet in meerjarige kredietbehoefte van 250.000 tot 5 miljoen euro. ‘Bijvoorbeeld een 2 à 3 miljoen financieringsbehoefte, waarvan de bank tweederde invult en NEOS eenderde. Dat soort verhoudingen komen we vrij vaak tegen.’
Van risicovollere aanvragen schrikt NEOS niet op voorhand, maar het bedrijf toetst streng. Net zoals de bank vinkt de dienstverlener het rijtje ‘de vent’ (ondernemersvaardigheden), de tent (commerciële/potentiële prestaties, orderboeken) en ‘de cent’ (cijfermatige/financiële gegevens, omzet vanaf 1 miljoen euro) af. Haak: ‘Wij worden er niet vrolijk van als een ondernemer beweert: mijn bank is niet ondernemend. Het is voor ons belangrijk dat een ondernemer laat zien dat hij een huisbank achter zich heeft, plus een goed track record. Als nieuwe partij kunnen we weinig betekenen voor ondernemingen die alleen maar herstructuren en in de rode cijfers zitten. Maar er mag best een verliesjaar bij zitten. We kijken vooral of wij een bedrijf kunnen begrijpen en of we denken dat het in zijn regio en sector zal overleven, zelfs als dat een moeilijke is. Het eerste bedrijf waar we aan leenden was een uitgeverij, toch niet echt makkelijke business. Het betrof een uitgever met twee fantastische DGA’s die al 25 jaar een track record hebben in dat bedrijf en goede software ontwikkelden voor MBO-scholen waar ze lange termijn contracten mee hebben. Ook met retail zijn we al in zee gegaan.’
Geautomatiseerde kredietrapportages
Het geautomatiseerd aanleveren van kredietrapportages en XBRL/SBR spelen bij de vorm van stapelfinanciering die NEOS en ABN AMRO bieden een belangrijke rol. Daar komen accountants in het spel, die periodieke kredietrapportages volgens SBR aanleveren. Franke: ‘Ondernemers hebben inmiddels wel geleerd dat ze hun zaken goed voor elkaar moeten hebben, willen ze met kans op succes een financieringsaanvraag doen. Met SBR gaat dat stukken sneller en zijn de cijfers eenduidig. Financiers en klanten hebben daardoor het voordeel van betere datasets voor hun analyses, en tevens van het feit dat boekhoudingen live en real time kunnen worden ontsloten, wat een actueel beeld geeft. Als de accountant die data digitaal kan inschieten kun je je als financier sneller en betere voorbereiden voor je met de klant aan tafel gaat.’
Veel aantal transacties heeft NEON nog niet gedaan, maar volgens Haak en Franke is bewezen ‘dat het stramien werkt’. Haak: ‘In 2015 hebben we, hoewel we nog niet formeel met ABN AMRO samenwerkten, zo’n 15 financieringen samen gedaan. Om die reden hebben we gezegd: laten we ondernemers dan ook echt guidance geven, door te laten zien dat het werkt en dit gecoördineerd aanbieden.’
Partnerprogramma voor accountants
Inmiddels heeft NEOS een partnerprogramma voor accountants, met onder meer Flynth en BDO. ‘Kantoren met een accountantsbelastingpraktijk zullen het financieringsvraagstuk misschien meer inhouse oppakken. Bij een aantal grotere accountants traint NEOS met vijftien tot twintig professionals, die deze dienst goed begrijpen en kunnen uitdragen bij klanten. Kleinere partijen kunnen regionaal ook een grote speler zijn. Daar werken we meer met partners en een paar professionals. En dan heb je natuurlijk accountants die zeggen: financiering is zo’n specialisatie, dat doe ik niet helemaal zelf, maar ik trek op met een partij die dat wel heeft. Bijvoorbeeld met Credion (samenwerkingsverband accountantspartijen, redactie) erbij. Dat is een combinatie die wij ook wel zien werken.’
Haak is van mening dat accountants als adviseur bij financieringsvragen nog wel wat moeten bijspijkeren hebben wat kennis betreft. ‘De uitdagingen van ondernemers zijn anders dan vijf jaar geleden. Daar kunnen accountants meer in meebewegen. Dat ze altijd de controle en de jaarrekeningen en de boeken hebben mogen doen, betekent niet dat ze automatisch ook meteen de toegevoegde waarde partner zijn in een financieringstraject. We zien gelukkig dat de beroepsgroep daar intensief mee bezig is.’
________________________________________________________________
Dit artikel is eerder verschenen in Accountancy Vanmorgen 2 van dit jaar.
Klik hier voor meer informatie en een abonnement
Geef een reactie