Het onderzoek naar hoe banksparen zou kunnen bijdragen aan een beter pensioenresultaat heeft niet tot nieuwe inzichten geleid. De combinatie van een bankspaarproduct met een verzekering lijkt op dit moment niet commercieel uitvoerbaar. Doorbeleggen tijdens de uitkeringsfase wordt als een aantrekkelijker alternatief gezien om de effecten van de lage renteomgeving voor de deelnemer te verzachten.
Dat schrijft staatssecretaris Klijnsma in haar brief aan de Tweede Kamer over de voor- en nadelen van een bankspaarproduct met afdekking van het langlevenrisico in de tweede pijler.
Beter pensioenresultaat
Tijdens de behandeling van het voorstel van Wet verbeterde premieregeling is een motie van het lid De Vries (VVD) aangenomen om te onderzoeken in hoeverre banksparen kan bijdragen aan een beter pensioenresultaat. Het onderzoek heeft volgens Klijnsma niet tot nieuwe conclusies geleid ten opzichte van eerder onderzoek. ‘Pensioenbanksparen in de tweede pijler kan in de huidige lage renteomgeving leiden tot een initieel hogere uitkering dan een levenslange annuïteit bij een verzekeraar. Het ontbreekt de deelnemer daarmee wel aan een levenslange garantie op een uitkering alsook garanties over de hoogte van deze uitkering.‘
Principe levenslange uitkering
Het principe van een levenslange uitkering is nu stevig verankerd in de Pensioenwet. Klijnsma wil daar niet niet aan tornen. ‘Gelet op het uitgangspunt dat ouderdomspensioen levenslang moet zijn, zal een bankspaarrekening altijd samen moeten gaan met een aanvullende levensverzekering. De combinatie van een bankspaarproduct met een verzekering lijkt op dit moment niet commercieel uitvoerbaar. Een dergelijk combinatie zou weliswaar tot een levenslange uitkering leiden, maar ook leiden tot een (sterke) daling van het inkomen op hogere leeftijd na aflopen van het bankspaarproduct. Zodoende lijkt de mogelijkheid van doorbeleggen tijdens de uitkeringsfase een aantrekkelijker alternatief om de effecten van de lage renteomgeving voor de deelnemer te mitigeren. ‘
Nadeel van lage rente
Mensen met een premie- of kapitaalovereenkomst ondervinden op dit moment nadeel van de lage rente bij de aankoop van een pensioenuitkering. Voor deze groep mensen is eind 2016 de Tijdelijke regeling pensioenknip opnieuw verlengd. Tot 1 juli 2017 is het nog mogelijk om het opgebouwde pensioenkapitaal op de pensioendatum te splitsen in een tijdelijke uitkering van ten hoogste twee jaar en een direct daarop aansluitende levenslange (variabele) uitkering waarin kan worden doorbelegd. Hierdoor zijn deelnemers minder gevoelig voor de huidige lage lange rente. Ook de fiscale termijn voor aankoop van een recht op pensioenuitkeringen is met het oog hierop verlengd tot 1 juli 2017, zo schrijft Klijnsma. De staatssecretaris constateert verder dat de ontwikkeling van variabele producten bij verzekeraars op grond van de Wet verbeterde premieregeling de afgelopen maanden op gang is gekomen. ‘Met de mogelijkheden voor doorbeleggen in de uitkeringsfase komen wij de mensen met een premie- of kapitaalovereenkomst tegemoet in hun streven naar een financieel stabiele oude dag.’
Geef een reactie