De accountantsbranche heeft nog een aantal vragen bij het toetsingskader dat de AFM zal gebruiken voor het toetsten van de geschiktheid van beleidsbepalers van OOB-accountantsorganisaties. Dat blijkt uit de gepubliceerde reacties van KPMG, PwC en Deloitte op de consultatie ‘Beleidsregel geschiktheid Wta’. Zo is er behoefte aan meer duidelijkheid over de eisen op kennisgebied, het centraal stellen van het publiek belang en de reikwijdte van het begrip ‘beleidsbepaler’.
De beleidsregel geeft een kader aan de AFM voor de geschiktheidstoetsing van beleidsbepalers van OOB-accountantsorganisaties. Van de markt wilde de toezichthouder weten of partijen zich konden vinden in de beleidsregel, welke problemen zij voorzien en welke verbetervoorstellen ze hebben.
Privacy en hertoetsing
KPMG zou graag zien dat wordt opgenomen hoe de AFM omgaat met de vertrouwelijkheid van gegevens en de privacy van de te toetsen beleidsbepalers. Verder vindt KPMG dat de toelichting over het proces rondom de uitkomsten van de hertoetsing niet duidelijk is. “Zo is niet duidelijk omschreven welk type maatregelen de AFM kan nemen en wanneer.” Een andere vraag is of een beleidsbepaler ook na herbenoeming getoetst moet worden.
Zorg
KPMG vindt verder dat de beleidsregel de AFM de ruimte geeft om “nagenoeg ieder incident” als een ‘redelijke aanleiding’ voor een hertoetsing te kwalificeren. Bovendien stoort de accountantsorganisatie zich aan het herhaalde gebruik van het woord ‘zorg’. “Zorg is een zee subjectief begrip. Graag zouden wij zoveel als redelijkerwijs mogelijk meer objectieve criteria opgenomen zien.”
KPMG wil verder een versoepeling van de eisen die aan beleidsbepalers worden gesteld, “zodat duidelijk blijkt dat ook personen die geen uitgesproken achtergrond hebben in de accountancysector de toetsing succesvol kunnen doorlopen”. Beleidsbepalers moeten in elk geval basale kennis hebben die in de afgelopen vijf jaar is opgedaan. KPMG wil die termijn verruimd zien of meer mogelijkheden om coulance toe te passen.
Verschillende rollen
Deloitte vindt het gebruik van het begrip ‘beleidsbepalers’ niet juist omdat het voor verschillende rollen wordt gebruikt: de dagelijkse beleidsbepalers van de accountantsorganisatie en van een Nederlandse holding en voor interne toezichthouders van een accountantsorganisatie en een Nederlandse holding. “Deze vier rollen zijn fundamenteel verschillend, niet alleen beleidsbepalende versus toezichthoudende rollen, maar ook de respectieve rollen op het niveau van accountantsorganisatie en holding. De beleidsregel lijkt zich primair te richten op de rol van dagelijks beleidsbepaler van de accountantsorganisatie, en veel minder (en op onderdelen helemaal niet) op de rol van interne toezichthouder en op de rollen op holdinglevel.” Deloitte vraagt zich ook af wat de AFM verstaat onder basiskennis en wat het verschil is met de vakbekwaamheidseisen.
Internationaal netwerk
PwC wil graag dat in de beleidsregel wordt opgenomen dat personen die uit een internationaal netwerk worden benoemd, niet hoeven te worden getoetst. Bovendien wil het bedrijf een nadere toelichting op de regel dat de meerderheid van de beleidsbepalers vakbekwaam moet zijn, “onder meer door aan te geven op welke gronden dan wel criteria het orgaan belast met intern toezicht toestemming kan verlenen voor cliëntbediening en andere neventaken, en zo ja, in welke mate dan”.
PwC wil ook weten wat de AFM specifiek wil gaan toetsen met betrekking tot de geschiktheid van de leden van de raad van commissarissen. Zowel KPMG als PwC vraagt zich af hoe precies invulling moet worden gegeven aan het centraal stellen van het publiek belang, terwijl nu juist het langetermijnbelang van de onderneming centraal zou moeten staan.
Geef een reactie