De Autoriteit Financiële Markten (AFM) gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de Rotterdamse bestuursrechter van 20 december 2017 over de zorgplicht van accountantsorganisaties. De uitspraak volgde op het beroep dat EY en PwC hadden aangespannen tegen de boetes die de AFM in 2016 aan hen had opgelegd voor het niet naleven van de zorgplicht, op basis van tekortkomingen in die controles.
De AFM legde in maart 2016 boetes op aan EY, PwC, Deloitte en KPMG. EY en PwC tekenden hiertegen beroep aan en werden in december 2017 door de bestuursrechter in het gelijk gesteld. De centrale vraag in de rechtszaak was of een overtreding van de zorgplicht kan worden vastgesteld, als na onderzoek van de AFM blijkt dat er ernstige tekortkomingen zijn in meerdere wettelijke controles van de jaarrekening. De AFM heeft zich primair op het eindproduct (de jaarrekeningcontrole) gericht. Op grond van tekortkomingen daarin heeft de waakhond geconcludeerd dat de kwaliteitswaarborgen op organisatieniveau niet voldoende waren. De accountantsorganisaties zijn vervolgens beboet.
Meer duiding
De AFM wil meer duidelijkheid over de interpretatie van de zorgplicht en hoopt dat in hoger beroep te bereiken. De consequentie van de uitspraak is dat de AFM de accountantsorganisatie niet rechtstreeks meer kan aanspreken op basis van ernstige tekortkomingen in de kwaliteit van de controles van de jaarrekening. Juist die controle is voor gebruikers van de jaarrekening van belang, vindt de toezichthouder. De AFM zegt het belangrijk te vinden dat er op dit terrein voor alle betrokkenen meer duidelijkheid komt.
Handhavingskader
‘Meer duiding van de uitspraak is belangrijk, zodat kan worden vastgesteld of de AFM in de toekomst adequate handhavingsmaatregelen heeft om het toezicht op de kwaliteit van wettelijke controles op jaarrekeningen goed uit te oefenen. Ook wordt zo helder of het Nederlandse handhavingskader op dit punt nog wel aansluit bij wat internationaal gangbaar is’, aldus de toezichthouder in een persbericht.
Randvoorwaarden creëren
‘Op grond van de zorgplicht moet het bestuur van accountantsorganisaties ervoor zorgen dat alle aan haar verbonden externe accountants de voor hen geldende standaarden naleven’, legt de AFM uit. ‘De accountantsorganisatie moet de randvoorwaarden creëren, om te zorgen dat de accountants die bij haar in dienst zijn zich aan de regels houden. De AFM gebruikt in haar toezicht de zorgplicht om de kwaliteit van controles op jaarrekeningen door individuele accountants te koppelen aan de verantwoordelijkheid van de accountantsorganisaties waaraan zij verbonden zijn.’
Niet voldoende voor boete
De bestuursrechter was van mening dat tekortkomingen in de controlewerkzaamheden van de externe accountants kunnen duiden op een gebrekkige naleving van de zorgplicht door de accountantsorganisatie. Maar deze tekortkomingen zijn op zichzelf niet voldoende om de accountantsorganisatie te beboeten voor nalatigheid ten aanzien van haar zorgplicht. Er had rechtstreeks gemotiveerd moeten worden waar specifieke elementen in het kwaliteitsbeleid van de accountantsorganisaties hebben gefaald.
Niet rechtstreeks aanspreken
De consequentie van deze uitspraak is dat de AFM OOB-accountantsorganisatie niet rechtstreeks meer kan aanspreken op basis van tekortkomingen in de kwaliteit van de wettelijke controles van de jaarrekening, maar alleen nog via het tuchtrecht de individuele accountant verantwoordelijk kan houden voor fouten. ‘Terwijl juist die controle voor gebruikers van de jaarrekening (zoals particuliere en institutionele beleggers) van belang is’, staat in het persbericht. ‘Op basis van deze uitspraak zou het toezicht van de AFM op de accountantssector minder effectief worden, omdat de zorgplicht het enige wettelijke aanknopingspunt is om de accountantsorganisatie verantwoordelijk te stellen voor de kwaliteit van de controle op jaarrekeningen.
In gesprek met ministerie
De AFM zal hangende het hoger beroep de uitspraak van de rechter ter harte nemen bij eventuele lopende en toekomstige handhavingsbesluiten. ‘Daarnaast gaat de AFM met het ministerie van Financiën in gesprek over hoe deze uitspraak zich verhoudt tot de doelstellingen die de wetgever in 2006 had met de invoering van de zorgplicht en de consequenties van de uitspraak van de rechtbank. Ook wordt besproken of het nodig is de wetgeving op dit punt te evalueren’, aldus de AFM.
Geef een reactie