De Big Four komen steeds meer onder vuur te liggen in Groot Britannie rond het faillissement van bouwconcern Carillion. In juli vorig jaar belandde het aandeel Carillion in een vrije val, nadat de Britse bouwer voor de derde keer in vijf maanden een winstwaarschuwing afkondigde. Dat leidde uiteindelijk tot het faillissement van de bouwer. Carillion telde 43.000 medewerkers, waarvan 20.000 in het Verenigd Koninkrijk. De Britse Financial Reporting Council (FRC) is een onderzoek gestart naar de rol die KPMG heeft gespeeld bij het failliete Britse bouwbedrijf Carillion. KPMG gaf vorig jaar nog een goedkeurende verklaring af bij de jaarrekening 2016, ondanks duidelijke signalen over grote financiële problemen bij het megabouwbedrijf.
Karkas
Net als KPMG verdienden PwC, Deloitte en EY de afgelopen jaren flink aan Carillion, blijkt uit reacties van de Big Four op vragen van de parlementaire comités The Work and Pensions and Business, Energy and Industrial Strategy Committees. De commissies hadden de grote kantoren om uitleg over hun rol gevraagd. De reacties van enkele betrokken parlementariërs op de uitleg van de kantoren is niet mals. Voorzitter van the Work and Pensions Committee en Labour-parlementariër Frank Field ziet de Big Four als een stel aasgieren: “Het beeld van deze bedrijven die zich tegoed deden aan wat kort daarna een karkas zou zijn zal door fatsoenlijke burgers niet snel worden vergeten.”
Hoofd onderzoek en parlementariër Rachel Reeves vindt dat KPMG in het verdachtenbankje thuishoort. “KPMG heeft serieuze vragen te beantwoorden over de ineenstorting van Carillion. Of KPMG slaagde er niet in de waarschuwingstekens te herkennen, of haar beoordelingsvermogen werd vertroebeld door de ‘cosy’ relatie met het bedrijf en de vele miljoenen aan fees dat het ontving.”
De antwoorden van de Big Four over de vragen van de parlementaire comités zijn hier te vinden.
Geef een reactie