Nu gedeelde waarden ontbreken in het publieke domein, moeten organisaties volgens topadvocaat Jonathan Soeharno zelf aan de bak om invulling te geven aan het abstracte fenomeen integriteit. ‘Er is houvast nodig.’
Integriteitsschendingen halen vrijwel dagelijks de media. Of het nu artsen betreft, wetenschappers, sporters, bankiers of juristen: overtredingen van integriteit worden breed uit gemeten. ‘Juist omdat integriteit zo vaag is, is het gemakkelijk iemand te beschuldigen van een schending,’ zegt Soeharno. Maar wat is integriteit nu eigenlijk? De advocaat en hoogleraar helpt een handje. ‘Integriteit gaat in de eerste plaats over vertrouwen in iets dat eigenlijk boven elke twijfel verheven moet blijven. Wat dat iets precies is, is voor elke beroepsgroep anders. Zo mogen artsen gezondheid niet in de waagschaal leggen, wetenschappers controleerbaarheid niet en rechters onpartijdigheid niet. En ga zo maar door.’ Om integriteit daadwerkelijk te laten landen in de organisatie, moet dus eerst duidelijk zijn over welke kernwaarden en kernnormen we het concreet hebben. ‘Daar gaat het vaak mis. Je ziet topmanagement bij incidenten terugvallen op acties zoals iemand ontslaan, investeringen terugtrekken, een intern onderzoek aankondigen, gedragscodes invoeren of zelfs mensen een eed laten afleggen. Terwijl de kernvraag, welke waarde of norm er nu eigenlijk in het geding was, nooit in beeld is geweest. Dan doe je alleen aan symptoombestrijding.’
Kernwaarden vormen morele ruggengraat
Veel bedrijven hebben kernwaarden die zo vaag zijn, dat je er eigenlijk niets aan hebt. Zoals respect, openheid of eerlijkheid. En natuurlijk integriteit. Don’t be evil, zegt Google bijvoorbeeld als kernwaarde te hebben. Soeharno: ‘Maar wat betekent dat in termen van waar Google voor staat, bijvoorbeeld op de gebieden privacy of advertentiebeleid?’ Soeharno geeft een voorbeeld uit de advocatuur. ‘Daar is één kernwaarde partijdigheid. Maar je zult moeten afwegen wat die concreet betekent. Betekent partijdigheid bijvoorbeeld dat een advocaat feiten mag kleuren, verzwijgen of verdraaien?’ Maar denk ook aan een accountant die toch per definitie onpartijdig en objectief zou moeten zijn. Wat doet hij wanneer zijn cliënt betrokken raakt in een zakelijk meningsverschil, staat hij dan naast zijn cliënt of blijft objectiviteit zijn uitgangspunt?
Kernwaarden moeten worden geconcretiseerd, willen ze zin hebben.Deze zouden immers de morele ruggengraat van de organisatie moeten vormen. Daar ligt dan ook volgens de advocaat de uitdaging. ‘Je hoort managers weleens voor de camera zeggen dat de bedrijfscultuur op orde is, omdat ze die naar buiten toe kunnen verantwoorden Bijvoorbeeld wijzend op kernwaarden, een gedragscode of een state of the art compliance-programma. Maar dan is het wachten totdat bijvoorbeeld media verder graven in de daadwerkelijke bedrijfscultuur op de werkvloer.’ Het gaat uiteindelijk om de houding van individuen. ‘Juist daarom is trainen van morele situaties en het continu updaten van je waarden en normen aan de eisen van de tijd zo belangrijk.’ Als positief voorbeeld noemt Soeharno Heineken. ‘Zij hebben als kernwaarde enjoyment. Maar wat betekent dat concreet? Kunnen genieten van een biertje op zijn tijd valt daar uiteraard onder, maar hoort drinken onder invloed daar ook bij? Het duidelijke antwoord van Heineken is: nee. En dus normeren ze dat intern streng en maken ze bijvoorbeeld reclame dat iemand ook eens water bestelt in plaats van bier.’
Maatschappij kent geen gedeelde moraal meer
Bij professies zoals medici, rechters of academici zie je volgens Soeharno een tegenovergesteld probleem. ‘Daar bestaat juist de neiging om sterk te vertrouwen op de houding en intrinsieke motivatie van professionals, terwijl de verantwoording naar buiten toe te weinig aandacht krijgt. Omdat integriteit gaat over vertrouwen, volstaat het niet om ethisch te zijn. Je moet tegenwoordig ook laten zíen dat je ethisch bent.’ Wat de situatie soms verergert, is dat andere typen van verantwoording de boventoon gaan voeren. Denk aan absurd platte key performance indicatoren. ‘Zoveel publicaties per jaar in bepaalde wetenschappelijke tijdschriften. Of een bepaald aantal vonnissen in een jaar. De focus van de verantwoording ligt dan op kwantitatieve doelstellingen. Daar zouden juist de kernwaarden, met kwalitatieve doelstellingen, een goede rol kunnen vervullen. Naar de samenleving toe is het immers belangrijker om te laten zien dat vonnissen onpartijdig en deskundig tot stand zijn gekomen, dan hoeveel het er zijn. Dat wetenschappelijk onderzoek toegevoegde waarde heeft, is belangrijker dan hoeveel publicaties iemand op zijn naam heeft.’
Integriteit is een chefsache
In essentie is integriteit volgens Soeharno een chefsache. ‘Het gaat immers om de geloofwaardigheid van de organisatie, om het morele DNA daarvan.’ Soeharno gaat met Raden van Bestuur en managementteams dan ook vaak terug naar de kern. ‘Waar staat een bedrijf voor? Welke waarden mogen niet onder druk komen te staan? En hoe kan dat handen en voeten krijgen in het financieringsbeleid, in overeenkomsten of in trainingen? ‘Soeharno geeft aan dat hij merkt dat het basisvocabulaire vaak ontbreekt. ‘Het verschil tussen waarden en normen, tussen integriteitbeleid en compliance of tussen integriteit en ethiek is niet duidelijk. Het verbaast telkens weer hoe weinig bestuurders en managers hiervan op de hoogte zijn, terwijl dit toch een essentieel onderdeel van de bedrijfsvoering is.’ Dat hiaat wil Soeharno dichten tijdens de dag over leiding en verleiding op 25 mei. ‘Ik wil daarbij ook aandacht geven aan de mogelijkheden die integriteit biedt. Niet alleen de red flags, maar ook de kansen. Ik hoop het bewustzijn te vergroten. Het zou mooi zijn als bezoekers confused but on a higher level de zaal verlaten.’
De inflatie van de eed
Accountants, intermediairs, militairen, politici, rechters, advocaten, notarissen, bankiers, artsen, Olympiërs, maar ook buitengewoon opsporingsambtenaren – denk aan treinconducteurs, jachtopzieners en brugwachters: allemaal moeten ze een eed afleggen. ‘Tienduizenden mensen en het worden er steeds meer. De eed is daardoor aan inflatie onderhevig. Dan ontstaat het probleem dat de eed niet meer doet wat die moet doen, namelijk signaleren welke waarden je dient te onderschrijven. Het is onzin te denken dat als iedereen nu maar een eed aflegt, we van alle problemen af zijn. Simpel gezegd moet de eed de mens niet geloofwaardig maken, maar is het de mens die de eed geloofwaardig maakt.’ Dat probleem deed zich onder meer voor bij de bankierseed. ‘Daar werd als oplossing voor de vertrouwenscrisis in de financiële sector bedacht dat iedereen de eed moest afleggen, zonder dat duidelijk was over welke normen en waarden deze eed nu ging. Eerst het symbool, dan de inhoud: precies de verkeerde volgorde. Ik moet overigens wel zeggen dat banken per organisatie vervolgens wel goed met de invulling bezig zijn gegaan.’
Ronald Bruins
Over Jonathan Soeharno
Prof. dr. mr. Jonathan Soeharno is advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek en is hoogleraar Rechtspleging en Rechtsfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Zijn specialisatie is ethiek- en integriteitsvraagstukken. Hij is docent beroepsethiek voor de rechterlijke macht en voor het OM, lid van de Commissie Gedragsregels voor de advocatuur, voorzitter van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van de UvA en hij adviseert financiële instellingen over ethiek en de bankierseed. Hij schreef boeken over de integriteit van de rechter en de waarde van de eed. Soeharno heeft ruime ervaring met het begrip integriteit, als wetenschapper én als advocaat op de Zuidas.
Geef een reactie