Een accountant-administratieconsulent die zich zonder al te veel verstand van de materie waagde aan een prognoseverklaring ten behoeve van een obligatiefonds in Duits vastgoed, heeft een berisping gekregen van de Accountantskamer. Een door hem verstrekte assurancerapport miste een deugdelijke grondslag en hij waagde zich aan zaken waar hij geen verstand van had. Daarmee deed hij beleggers tekort. Zaaknummer 17/1177WTRA.
De klacht tegen hem werd aangespannen door de obligatiehouders in een fonds dat was opgericht ten behoeve van de financiering van een Duits vastgoedproject met 17 woningen, vier units kantoorruimte en tien parkeerplaatsen, met mogelijkheden voor uitbreiding van het te bewonen oppervlak.
Exploitatieprognose
De accountant bleek de Duitse markt onvoldoende te kennen en gaf dat ook toe. Hij baseerde zich bij het inschatten van onder meer de toekomstige huuropbrengst op de inschattingen van het obligatiefonds. Hij vergat onder meer de servicekosten mee nemen in de exploitatieprognose. Verder onderzocht hij niet of de woningen, zoals werd beweerd, leeg werden opgeleverd. Dat bleek niet het geval; ze waren bewoond. Doordat deze werkzaamheden achterwege zijn gelaten en betrokkene op dit punt geen voorbehoud maakte, ontbeert zijn onderzoek van betrokkene in dat opzicht een een deugdelijke grondslag en handelde hij in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, aldus de Accountantskamer.
Specifieke kennis
Naar het oordeel van de Accountantskamer vormde het beschikken over specifieke kennis van en of ervaring met betrekking tot (beleggings) prospecti, (Duits) onroerend goed en onderzoek van toekomstgerichte financiële informatie bij voorbaat een voorwaarde om de opdracht vakbekwaam en zorgvuldig uit te kunnen voeren. Betrokkene heeft ter zitting bevestigd dat hij niet over deze kennis of ervaring beschikte, maar schakelde een collega-accountant in voor een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling. Naar het oordeel van de Accountantskamer betrof dat in haar uitwerking echter geen toereikende maatregel in de zin van artikel 21 VGBA. De collega kon de beoordeling ook niet afmaken door ziekte. Toen had de accountant naar het oordeel van de Accountantskamer moeten besluiten van de opdracht af te zien of die te beëindigen. Door dit niet te doen heeft betrokkene in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Geef een reactie