De Accountantskamer gebruiken als omweggetje om aan stukken te komen die eerder van de voorzieningenrechter niet verstrekt hoefden te worden. De tuchtrechter maakte korte metten met deze poging van klagers. Zaaknummer 17/2433 Wtra AK
De klagers waren (ex)medewerkers van een energiebedrijf, die ontslagen waren door hun werkgever en met een vaststellingsovereenkomst hun arbeidsovereenkomsten met wederzijds goedvinden beëindigden. De aangeklaagde accountant is gevraagd onderzoek te doen naar de bedrijfscultuur, maar adviseert de Raad van Bestuur, die opdrachtgever was, het onderzoek niet door te zetten. In zijn advies worden de namen van klagers genoemd.
Zij melden zich bij de Accountantskamer, omdat zij vinden dat de accountant hen het rapport had moeten geven, evenals de daaraan ten grondslag liggende documenten. Zij willen inzage in het hele onderzoek en intrekking van de vaststellingsovereenkomst. De accountant is bij aanvang van de werkzaamheden met zijn opdrachtgever overeengekomen dat zijn advies alleen aan de concerndirectie zal worden verstrekt en houdt voet bij stuk.
Ingetrokken
Nu proberen de klagers het op een andere manier, via de Accountantskamer. De accountant vindt dat klagers misbruik maken van het tuchtprocesrecht, en dat de klacht een foefje is om alsnog de stukken te verkrijgen. Het onderzoek dat hij deed had betrekking op de situatie nadat klagers waren ontslagen, dus wat hebben ze daarbij te winnen? Klagers verklaren ter zitting te beseffen dat de Accountantskamer niet bevoegd is hen de stukken te verstrekken, en dat zij ‘niet zijn gekomen om het rapport op te halen’. Gelet op deze uitlatingen beschouwt de Accountantskamer het verzoek als ingetrokken en is dit deel van de klacht ongegrond.
Privacywetgeving
Het rapport bevat wel hun namen, en met die wetenschap doen de klagers een beroep op de privacywetgeving. Maar een vermelding wil nog niet zeggen dat er persoonsgegevens zijn verwerkt in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens, die geen verplichting inhoudt tot het geven van inzage in de verwerkte persoonsgegevens. Degene die de persoonsgegevens heeft verwerkt, is slechts gehouden mede te delen welke gegevens zijn verwerkt, basta.
Geen rechtmatig belang
Ook is er geen (beroeps- of gedrags-)regel die zegt dat betrokkene de inzage niet had mogen weigeren. Het vonnis van de voorzieningenrechter wordt door de tuchtrechter ook nog aangehaald. Die was ook al van mening dat klagers geen rechtmatig belang hebben bij het beschikken over de gevraagde stukken en dat niet kan worden uitgesloten dat de belangen van de gesprekspartners, met wie geheimhouding is afgesproken, zwaarder dienen te wegen dan het belang van klagers. Ook dit klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard. De klacht wordt daarop in zijn geheel ongegrond verklaard.
Geef een reactie