De bewering dat een open CV-structuur ruimte geeft voor het ontlopen van belasting, is onterecht en suggestief. Dat stelt Stan Stevens, hoogleraar vennootschapsbelasting aan de Tilburg University en partner bij HVK Stevens.
Het FD waarschuwde vorige week op basis van een artikel van fiscalisten Reinier Kooiman en Frits Witpeerd van Deloitte dat vermogende particulieren die hun geld hebben ondergebracht in een open commanditaire vennootschap (CV), weleens een aanslag tegemoet kunnen zien als de open CV niet volgens de regels is gebruikt. De constructie is namelijk niet bedoeld om vermogens te anonimiseren, zo vinden zij. En dat is nu juist een belangrijke doelstelling voor veel oprichters van een open CV.
Uit de context gehaald
Maar Stevens vindt het onjuist en suggestief om te stellen dat een open CV-structuur leidt tot een oneigenlijk belastingvoordeel en dat de dga daarmee de aanmerkelijkbelangheffing ontloopt. Het FD heeft het artikel – geplaatst in het Weekblad Fiscaal Recht – fiscaal gezien uit zijn context gehaald, aldus Stevens. Dat biedt volgens hem juist een inhoudelijke beschouwing van het gebruik van de open CV als middel voor het anonimiseren van vermogen. “Kooiman en Witpeerd concluderen dat de open CV-structuur civielrechtelijk fundamentele gebreken vertoont. Het betreft de structuur dat de aandelen van de DGA in zijn holding worden verhangen onder een open CV, waarvan een stichting de beherend vennoot is en de DGA de positie inneemt van commanditair vennoot aan de ene kant en bestuurder van de stichting aan de andere kant.”
Anoniem, maar niet illegaal
Het anonimiseren van vermogen is nog geen belastingontwijking, aldus Stevens. “Sterker nog, de Belastingdienst heeft overal inzage in (een open CV-structuur wordt ook vooraf afgestemd met de inspecteur) en is op de hoogte van het vermogen aangezien een open CV VPB-plichtig is. Bovendien ziet de aanmerkelijkbelangregeling (box 2) ook op de participaties van de commanditair vennoot (bij een participatie van ten minste 5%, want anders geldt box 3). De deelgerechtigdheid van een commanditaire vennoot in een open CV wordt in de fiscale wetgeving immers gelijkgesteld met een aandeel (artikel 2, derde lid, onderdeel f, AWR). Van een belastingontwijkingsstructuur is dan ook geen sprake.”
Privacy en transparantie
Volgens Stevens is de vraag eerder hoe miet worden omgegaan met privacy tegenover transparantie over vermogen. “Als we transparantie veel zwaarder laten wegen, zou de wetgever de publicatieplichtregels voor de open CV moeten aanpassen. Als dat gebeurt, is wel de tegenvraag te stellen waarom het vermogen van de commanditair vennoot wel publiekelijk zichtbaar is en het box 3-vermogen niet. Ik weet niet of we in Nederland toe willen naar een systeem waarin iedereen precies van z’n buurman weet hoeveel vermogen hij heeft. Er zijn argumenten die pleiten voor meer transparantie, maar privacy is ook een belangrijke waarde.”
Zeker geen misbruik
Er bij het onderbrengen van een holding onder een CV geen sprake van oneigenlijke taxplanning. “Ik zie het inschakelen van een dergelijke cv zeker niet als misbruik. De aanmerkelijkbelangclaim (ab-claim) was er al, deze schuift door naar de commanditaire participaties en blijft dus gewoon bestaan. De open CV wordt ook gebruikt om box 3-vermogen in te brengen. Daar lijkt mij niets mis mee omdat het werkelijke rendement belast wordt met Vpb en ab.” Stevens maakt verder een aantal kanttekeningen bij de argumenten van Kooiman en Witpeerd waarom een open CV zich leent voor misbruik.
Geef een reactie