Nederland heeft vorig jaar € 22,7 miljard verdiend aan de export naar het Verenigd Koninkrijk. Dat staat gelijk aan 3,1% van het BBP. De handel met de overzeese buren zorgde voor 218.000 banen, laat het CBS weten. Dat deed onderzoek in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Het VK is daarmee na Duitsland de belangrijkste handelspartner. Uitgedrukt in percentage van het BBP is het belang iets kleiner geworden dan in de twee voorgaande jaren (3,2%). In euro’s is de winst na kosten aan geïmporteerde grondstoffen, tussenproducten, eindproducten, halffabricaten en import ten behoeve van wederuitvoer met 0,4% gedaald ten opzichte van 2016. Goederen zijn goed voor 45% van de export; de rest bestaat uit diensten (42%) en wederuitvoer.
Groothandel is grootverdiener
De groothandel en handelsbemiddeling houden het meest over aan de export naar het VK: € 3,8 miljard. Holdings en managementadviesbureaus, de opslag en dienstverlening voor vervoer, uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling en de landbouw verdienen alle meer dan een miljard aan de export. Bij de auto- en aanhangwagenindustrie is de toegevoegde waarde met 58% gestegen, terwijl de toegevoegde waarde van de uitvoer van aardolie en aardgas naar het VK juist met 33,6% is gedaald.
Geef een reactie