De Miljoenennota toont een opvallend gebrek aan daadkracht als het aankomt op het zeker stellen van het toekomstig verdienvermogen van Nederland. Dat is de reactie van Stichting Digitale Infrastructuur Nederland (DINL) op de Miljoenennota 2019. ‘Hoewel het kabinet-Rutte III er in de afgelopen juni gepubliceerde digitaliseringsstrategie zelf voor pleit dat Nederland de digitale koploper van Europa wordt, blijkt nog niet dat het ook bereid is om te investeren in die ambitie’, aldus DINL. Michiel Steltman, directeur van Stichting DINL, stelt dat het gebrek aan invulling van de digitale strategie haaks staat op de grote digitale ambities van het kabinet.
‘Op eigen kracht’
‘Het beleid voor 2019 gaat vooral over eerlijk verdelen en de investeringen zijn gericht op het behouden van bestaand verdienvermogen. Niemand lijkt zich zorgen te maken over wat er over 10 of 20 jaar te verdelen valt. Zoals de zaken er nu voor staan wil het kabinet van alles maar zal de markt er volledig op eigen kracht voor moeten zorgen dat het ook gebeurt. Bedrijven moeten niet alleen investeren in digitalisering, maar ook in beschermen van data en digitale weerbaarheid. Het bedrijfsleven moet de daarvoor benodigde infrastructuur volledig zelf regelen. Aanbieders van digitale infrastructuur moeten fors gaan investeren in nieuwe communicatietechnologie, betalen daarbij ook precario en leges en moeten zelfs grote bedragen in de schatkist storten voor telecomfrequenties. Niets daarvan komt ten goede aan die digitale ambities.’
‘Riskante benadering’
Volgens Steltman is het huidige overheidsbeleid ‘een erg riskante benadering van de wens om digitale koploper te worden en zo dat nieuwe verdienvermogen te creëren.’ DINL vindt dat het tijd wordt voor een heldere economische toekomstvisie. ‘Automatisering, robotisering en de groei van de digitale sector bieden ongekende kansen en ook oplossingen voor maatschappelijke problemen. Maar met beleid dat eerder remmend dan stimulerend uitpakt zullen die kansen door andere landen worden verzilverd en kan de economische groei stagneren.’
Geef een reactie