Wie recht heeft op één of meer tegemoetkomingen uit de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) krijgt binnenkort een voorlopige berekening. Die is gebaseerd op de aangiften en correcties over 2018 die tot en met 31 januari 2019 zijn gedaan. Daarom is het belangrijk dat de aangiften loonheffingen over 2018 dan op orde zijn, meldt de Belastingdienst op haar eigen site.
De voorlopige berekening van de tegemoetkomingen uit de Wtl over 2018 ontvangen werkgevers uiterlijk op 14 maart van het UWV. Onder de Wtl vallen vanaf 2018 de loonkostenvoordelen (LKV’s), het lage-inkomensvoordeel (LIV) en het jeugd-LIV.
Zorg ervoor dat het aantal verloonde uren goed is ingevuld bij de loonaangiften, schrijft de fiscus, want er wordt een bedrag per verloond uur uitbetaald. Voor het LIV moet de werknemer in 2018 ten minste 1.248 verloonde uren hebben.
Let voor de LKV’s ook op het volgende:
- Vraag het loonkostenvoordeel voor een werknemer in de aangifte aan. Werkgevers moeten daarvoor dan wel een doelgroepverklaring hebben, tenzij de werknemer valt onder het overgangsrecht (zie paragraaf 26.1.5 van het Handboek Loonheffingen 2018).
- Is een aanvraag voor een doelgroepverklaring voor een loonkostenvoordeel op 31 januari 2019 nog in behandeling? Dan gaat dit loonkostenvoordeel niet mee in de voorlopige berekening. Zo gauw er een kopie van de doelgroepverklaring is, kan tot tot en met 1 mei 2019 de aangifte gecorrigeerd worden. De tegemoetkoming wordt dan wel meegenomen in de definitieve berekening.
Bron: Belastingdienst
Geef een reactie