Een directeur in dienst van een BV kan kosten die hij voor de vennootschap maakte niet meer aftrekken als ondernemerskosten. Dat heeft Hof Den Haag bepaald.
De directeur had slechts één aandeel in de BV. Hij stelde zich hoofdelijk aansprakelijk voor een schuld van het bedrijf en daar hing hij voor, toen de BV failliet ging. Vruchteloos voerde hij nog een vrijwaringsprocedure. Vervolgens probeerde hij kosten voor rechtsbijstand en de verloren procedure af te trekken als ondernemingskosten. De fiscus wilde er niet aan dat de procedurekosten voortkwamen uit zijn ondernemerschap, want hij was immers werknemer. Ook Hof Den Haag constateert dat de bestreden kostenaftrek ziet op kosten die de directeur in het kader van zijn dienstbetrekking heeft gemaakt. De inspecteur heeft de kostenaftrek terecht geweigerd, vond Hof Den Haag. De directeur maakte niet aannemelijk gemaakt dat de materiële onderneming feitelijk werd gedreven voor zijn eigen rekening en risico.
Urencriterium
Verder haalde hij ook bakzeil met betrekking tot het urencriterium in de eenmanszaak die hij ernaast had. Hij had geen urenspecificatie overlegd en eerder verklaard dat hij in het laatste half jaar van de periode waarop de zaak betrekking had fulltime met zijn ondernemingswerkzaamheden bezig was. Dat kwam uit op 26 weken x 40 uur = 1.040 uur, te weinig dus om te voldoen aan het urencriterium dat 1225 bedraagt.
Geef een reactie