De rechtbank in Amsterdam heeft een fiscaal advocaat en tevens belastingadviseur veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van zes maanden en een taakstraf van 240 uur. De man weigerde de Belastingdienst in te lichten over de geldstromen van zijn bedrijven, die de fiscus nog € 4 miljoen schuldig zijn.
Het OM had eerder een jaar gevangenisstraf, waarvan een half jaar voorwaardelijk, geëist. Sinds 2016 heeft de Belastingdienst een aantal keren gevraagd en gesommeerd om inzicht te verschaffen in crediteuren- en debiteurenoverzichten, liquiditeitsoverzichten en bankafschriften. De betrokken bedrijven hadden toen al een belastingschuld van € 2,4 miljoen en wilde weten of de schulden ingelopen konden worden. Omdat het weigeren van inlichtingen aan de Belastingdienst een strafbaar feit is, ging de zaak naar de FIOD en het OM.
Bewezen en strafbaar
De rechter heeft weinig tijd nodig om te oordelen dat de man schuldig is . Hij oordeelt dat de advocaat feitelijk leiding heeft gegeven aan drie BV’s die onvoldoende inlichtingen hebben verstrekt op grond van de Invorderingswet. Hij heeft als vertegenwoordiger van die bedrijven herhaaldelijk en opzettelijk onvoldoende informatie verstrekt.
De advocaat heeft weliswaar bepleit dat hij niet strafbaar is omdat hij een geheimhoudingsplicht heeft. Maar daar is de rechtbank het niet mee eens. ‘Uit de bewijsmiddelen en zijn verklaring op de terechtzitting blijkt dat verdachte (ook) meermalen gegevens heeft geweigerd te verstrekken waar geen klantgegevens in staan. Deze gegevens vallen daarmee niet onder de door verdachte gestelde geheimhoudingsplicht. Voor wat betreft de gegevens waarop wel specifieke klantgegevens staan in combinatie met bijvoorbeeld een factuuromschrijving heeft verdachte onvoldoende onderbouwd dat de gevraagde gegevens inderdaad gegevens zouden bevatten die onder zijn geheimhoudingsplicht vallen.’ Daarnaast zou hij ook zonder de gegevens die onder zijn geheimhoudingsplicht vallen aan de inlichtingenplicht hebben kunnen voldoen, vindt de rechter.
Vertrouwen in beroep geschaad
Door openheid van zaken te geven had de advocaat makkelijk kunnen bewerkstelligen dat de BV’s aan die verplichting zouden voldoen, aldus de rechter. ‘Verdachte hoort als bestuurder van de vennootschappen op de hoogte te zijn van de regelgeving die voor hen geldt en zich aan de regels van de Invorderingswet te houden. Verdachte heeft ook verklaard van deze regels op de hoogte te zijn geweest. Desondanks heeft verdachte herhaaldelijk geweigerd de gevraagde gegevens te verstrekken. Omdat verdachte niet alle inlichtingen heeft verstrekt, heeft de belastingdienst niet alle mogelijkheden van inning van belastinggelden kunnen inzetten. Verdachte heeft door zijn toedoen de gemeenschap voor een onbekend bedrag benadeeld.’
Die handelwijze is extra kwalijk omdat de man belastingadviseur en advocaat is: ‘Juist bij deze beroepsgroepen mag ervan uit worden gegaan dat zij zich aan de regels houden en door dit niet te doen heeft verdachte het vertrouwen in zijn beroepsgroep geschaad.’
Straf lager dan eis
Dat de Belastingdienst voor € 2,4 miljoen is benadeeld, zoals het OM stelde, vindt de rechtbank niet vaststaan. Bovendien was het de advocaat er niet primair om te doen om belasting te ontlopen, ‘maar om zijn klanten uit de wind te houden toen hem bleek dat zij benaderd werden voor het leggen van derdenbeslag’. De man krijgt geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf: ‘Een forse taakstraf is op zijn plaats. Daarnaast wordt aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden opgelegd. Dit om de ernst van het feit te benadrukken en om te voorkomen dat verdachte opnieuw de fout in gaat.’
Geldstraffen voor BV’s
De betrokken BV’s krijgen alledrie een geldstraf van € 10.000 opgelegd: ‘Verdachte is een rechtspersoon die ook zelf aan haar verplichtingen uit de Invorderingswet moet voldoen’, overweegt de rechter in die zaken.
Geef een reactie