Topman Marcel Welsink wil met Grant Thornton flinke stappen maken de komende vier jaar. De pas aangetreden bestuursvoorzitter mikt op een omzet van minimaal € 100 miljoen, goed voor een positie in de top 10 van accountantskantoren. Dat betekent een groei van ruim 50%, die moet worden gerealiseerd zonder omzet uit het OOB-segment waar eind vorig jaar afscheid van is genomen.
Welsink noemt het vaarwel zeggen van de OOB-audit tegenover het FD geen degradatie, al noemt hij die markt wel ‘een beetje de Champions League van de accountancy’. Hij ziet de stap als een mogelijkheid om te kunnen groeien. ‘We hebben tien jaar geprobeerd een positie te krijgen in die markt. Maar dat is ons niet gelukt.’ Raden van commissarissen vinden een keuze voor een middelgroot kantoor een risico, zegt Welsink. ‘En mocht het dan fout gaan, dan kunnen de commissarissen achteraf met die keuze worden geconfronteerd.’ Grant Thornton heeft meerdere malen te maken gehad met tenders gehad waarbij de directie wel wilde samenwerken, maar de raad van commissarissen niet.
Dat was frustrerend, geeft Welsink toe. ‘Wij gingen natuurlijk niet voor een partij als Shell. Dat kunnen wij gewoon niet. Maar wij doen wel al jaren familiebedrijven die vele malen groter zijn dan een gemiddeld beursfonds. Schoonmaakbedrijf Facilicom bijvoorbeeld, dat een omzet van € 1,3 miljard heeft. Toch kwamen we er in het OOB-segment niet doorheen.’
Meer regels
Grant Thornton dacht tien jaar geleden dat de verplichte kantoorrotatie en scheiding van controle en advies kansen zouden bieden in de OOB-markt. ‘Maar in de tien jaar daarna zagen we de intensiteit van het toezicht verschuiven. Steeds meer regelgeving die zich vertaalt in meer bureaucratie. Verslagen maken, beleidsnotities noem maar op. En dat op de leest van one size fits all, omdat de toezichthouder toch verwacht dat wij met onze 550 medewerkers op dezelfde manier zijn gestructureerd als een Big Four-kantoor waar duizenden mensen werken. Maar dat kan helemaal niet en dat is onze cultuur ook helemaal niet. Wij zijn van oorsprong primair gericht op het MKB, waaronder het familiebedrijf en mid-corporatesegment’, aldus Welsink.
Terug naar de wortels
Volgens hem heeft de keuze uit het OOB-segment te stappen, rust gebracht in de organisatie. ‘Medewerkers zijn juist blij dat we een heldere keuze hebben gemaakt. Een deel van de bureaucratie valt weg. En die tijd kunnen wij weer inzetten om onze kwaliteit verder te verbeteren en te groeien.’
Grant Thornton gaat nu volgens Welsink terug naar de wortels: het MKB. ‘De omvang van de OOB-markt is nog geen €300 mln. Maar de hele controlemarkt in Nederland is € 1,4 miljard, om alles even in perspectief te zetten. We willen in de MKB-markt een consolidatieslag maken door andere kantoren aan ons te binden en zo voor groei te gaan.’ Die groei moet uitmonden in een top 10-positie. ‘Daarvoor willen we de komende vier jaar naar € 100 miljoen omzet groeien.’
Groei niet vanzelfsprekend
De afgelopen jaren wilde het met de omzetgroei nog niet zo vlotten bij Grant Thornton: in 2013 bedroegen de inkomsten € 52 miljoen. Dat bedrag werd pas in 2017 overtroffen; in de jaren ertussen bleef de omzet steeds steken op € 49 miljoen. Vorig jaar boekte het bedrijf wel een duidelijke plus met € 65 miljoen omzet; over 2017 kwam Grant Thornton uit op € 53 miljoen, goed voor de 13e plaats in de top 30 van accountantskantoren. Die positie bezet het bedrijf al jaren. Voor een plaats in de top 10 was in 2017 geen € 100 miljoen nodig: Alfa bezette de 10e plek dat jaar met een omzet van ruim € 78 miljoen. Baker Tilly (7e) boekte net geen € 100 miljoen omzet.
Geef een reactie