Een snoeiharde toon, genuanceerde maatregelen, niet echt een kritische houding t.a.v. toezichthouder AFM en er moet natuurlijk een nieuwe MCA komen. Dat zijn de conclusies die je zou kunnen trekken na lezing van het MCA-rapport waar Tias-professor Erik van de Loo, commissaris bij Basic Fit en DAS Holding Carin Gorter, commissaris bij o.a. Arcadis en Alliander Ada van der Veer en accountancycolumnist en Nyenrodedocent Marcel Pheijffer, 5 jaar aan hebben gewerkt.
Afgepeld zijn de maatregelen redelijk mild. Even een greep :
- Onafhankelijke voorzitter van de NBA;
- Intensivering van toezicht OOB-kantoren jaarlijks, niet-OOB-kantoren eens per drie jaar;
- Geen versnipperd toezicht op auditpraktijk, dus geen toezicht meer door NBA en/of SRA maar alleen nog maar AFM of een nog op te richten overheidstoezichthouder;
- Te weinig huidige OOB-vergunninghouders. Ingroeimodel voor toetreders;
- Minimaal 10 controle-opdrachten per jaar om auditvergunning te mogen behouden;
- Verkleinen invloed Big Four op NBA;
- Evenwichtige belangenbehartiging door NBA, wel leden geen kantoren;
- Strafbankje, anders omgaan met door accountants geweigerde of weggestuurde klanten. Deze mogen niet vrijblijvend door een andere accountant als auditklant worden geaccepteerd;
- Geen winstdeling tussen audit- en adviespraktijk, auditpraktijk dient stevige financiële buffers te hebben;
- Integrale benadering cultuur- en gedragsverandering;
- Balans tussen compliance en professional judgement;
- Meer aandacht vaktechniek;
- Meer aandacht voor onderwerpen als witwassen, corruptie, kartelvorming e.d.;
- Verplicht inzetten forensische expertise.
En tenslotte de laatste maatregel:
- Vermindering hoeveelheid regelgeving!
De toon van de MCA lijkt hard, maar dat is niet overal het geval. De MCA stelt ook dat er ‘inmiddels diverse positieve en hoopvolle initiatieven kennisgenomen, zoals: verandering van de toon aan de top, gerichte acties ter vermindering van de werkdruk, cultuuronderzoeken en meer beleidsmatige aandacht voor fraude. Ook worden vaker oorzakenanalyses op dossierniveau uitgevoerd, wordt er meer gestuurd op het verhogen van het lerend vermogen en is er sprake van het verhogen van de controle- en partneruren op een opdracht.’
Het pleidooi voor een eenduidig toezicht op de accountancybranche is logisch en redelijk. Immers dan is ieders rol helder en ondubbelzinnig. Vliegureneis – minimum aantal door een kantoor uit te voeren jaarrekeningcontroles is eveneens redelijk. Dat betekent overigens dat zo’n 100 overwegend kleinere kantoren hun controlevergunning mogen inleveren.
Niet kritisch over rol AFM
De MCA is niet kritisch over het AFM-toezicht. De MCA neemt in haar stuk nadrukkelijk afstand van de uitspraken van de diverse rechters rond het AFM-oordeel over de auditkwaliteit van o.a. PwC en EY. Rechters veegden de opgelegde AFM-boetes van tafel en stelden dat de toezichthouder enkel en alleen op basis van dossieronderzoeken niet kon stellen dat de kwaliteit van de beide kantoren niet deugde. Volgens de MCA wordt dan voorbijgegaan dat in 12 jaar 314 dossiertoetsingen hebben plaatsgevonden met ‘tientallen procenten aan onvoldoendes.’
Nieuwe wetgeving
Rond melding fraude, corruptie, witwassen e.d. moet er wel meer regelgeving komen. Sowieso stelt de MCA dat de wetgever een meer regie moet hebben over de regels rond accountancy. Of dat te rijmen is met de laatste aanbeveling van de MCA, nml vermindering regelgeving is nog maar de vraag.
Nieuwe MCA
Een van de aanbevelingen uit het rapport is een nieuwe Monitoring Commissie Accountancy. Volgende maand komt CTA met haar rapport en bevindingen. Zou daar ook zo’n opmerking in komen te staan over de eigen continuïteit?
FH
Jaap zegt
Zo lang de partnerstructuur binnen de controlepraktijken er is blijft het pappen en nat houden.