Er komen dit jaar nieuwe ontwerp-verslaggevingsregels voor tariefgereguleerde bedrijven, zoals energienetwerkbedrijven. Gerard van Santen (EY) is sinds kort voorzitter van een Europese werkgroep die zich erover buigt.
Over- en onderwinst
Bedrijven als Tennet en Gasunie bezitten een wettelijk monopolie op het netwerk dat zij bezitten en onderhouden. De tarieven die zij hun klanten mogen doorrekenen worden bepaald door de toegestane omzet voor het desbetreffende jaar, bepaald binnen het wettelijk kader, te delen door de geschatte omvang van de capaciteitsvraag.. Er kunnen in enig jaar over- of onderwinsten ontstaan doordat bijvoorbeeld de werkelijke vraag hoger was dan vooraf ingeschat of doordat er sprake was van hogere kosten, als gevolg van bijvoorbeeld stormschade, waar in de tarieven geen rekening mee was gehouden. Dergelijke over- of onderwinsten dienen in toekomstige jaren in de tarieven worden verrekend.
Boekhoudprobleem
Gerard van Santen: ‘Boekhoudtechnisch doet zich hier bij deze netwerkbedrijven een probleem voor. De jaarrekening is opgemaakt op basis van de voorgecalculeerde tarieven en het werkelijke verbruik. Maar dit weerspiegelt niet de daadwerkelijke financiële prestatie van het netwerkbedrijf in het verslagleggingsjaar. Immers, in de boekjaren die erop volgen vindt de verrekening plaats van eventuele over- of onderwinsten. Het kan om grote bedragen gaan, met grote gevolgen voor de financiële prestaties. Een gerapporteerde winst kan ineens een verlies worden. En omgekeerd. Hoe ga je daar in de jaarrekening mee om? Het is bijvoorbeeld niet toegestaan om daar nu al verplichtingen voor op te nemen op de balans. In de praktijk zie je dan ook veelal het gebruik van alternatieve prestatiemaatstaven om hier een beter inzicht in te geven.’
Rate regulated activities
Over het boekhoudprobleem van ‘rate regulated activities’ – en hoe de jaarrekening van bijvoorbeeld netwerkbedrijven een reëlere afspiegeling kan zijn van de daadwerkelijk financiële prestaties en positie – wordt al een jaar of tien gesproken. Binnen enkele maanden komt de IASB met voorstellen om het probleem op te lossen. De werkgroep van de EFRAG, een Europees adviesorgaan op gebied van accountingregels, zal commentaar geven op de IASB-voorstellen en in een later stadium de Europese Commissie hierover vervolgens adviseren. Van Santen verwacht dat de discussie vooral zal gaan over het afbakenen voor wie de nieuwe bepalingen wel en niet gelden. ‘Hoe ga je bijvoorbeeld om met telecompartijen die hun netwerk ook beschikbaar stellen aan andere partijen? Hoe bepaal je de regulatoire activa en passiva op een betrouwbare wijze? De overgang naar een nieuw regime zal mogelijk lastig zijn. Maar daar staat tegenover dat de nieuwe vereisten een beter inzicht zullen geven in de financiële prestaties van de betreffende ondernemingen.’
Matching
Van Santen (1973) is partner bij EY en leidt daar de vaktechnische afdeling financiële verslaggeving, Hij was twaalf jaar lid van de Raad voor de Jaarverslaggeving, de laatste jaren als vice-voorzitter. Nu is hij namens de NBA waarnemer bij de RJ. Ook maakt hij al zes jaar uit van de EFRAG-werkgroep, waarvan hij sinds begin dit jaar voorzitter is. ‘Mijn betrokkenheid met rate regulated activities zit in het feit dat ik in mijn dagelijkse praktijk betrokken ben bij dergelijke netwerkbedrijven. En daarnaast ben ik opgevoed vanuit het Nederlandse beginsel van matching. Het voelt ongemakkelijk dat we uitkomsten in de jaarrekening hebben die niet echt het juiste beeld geven in de financiële prestaties en positie van deze bedrijven.’
Geef een reactie