De SRA-leden verkozen eind vorig jaar drs. Jan Zweekhorst RB tot nieuwe bestuursvoorzitter als opvolger van Paul Dinkgreve RA. Accountancy Vanmorgen ging het gesprek aan met Zweekhorst. De nieuwe SRA-voorzitter is getrouwd en is vader van vier zoons en pleegouder. Na een studie fiscale economie (1988) ging Zweekhorst (1961) werken bij Govers Accountants en Adviseurs. In 2013 stapte hij over naar BLM, een kleinere gemengde praktijk in Veldhoven.
U bent al lang actief binnen de SRA, vanwaar deze grote betrokkenheid?
‘Begin negentiger jaren van de vorige eeuw gaf ik mijzelf op als deelnemer van een werkgroep voor de EKA’s (elektronische kopie aanslag). Door dit project werd ik mij bewust van het belang van kennis delen en belangenbehartiging, van en door accountantskantoren. De keuze voor een lidmaatschap van SRA was daardoor snel gemaakt. Sindsdien ben ik binnen SRA actief als docent, lid van de Commissie Fiscale Vaktechniek en betrokken bij de fiscale belangenbehartiging. In dat kader was ik betrokken bij het opzetten van fiscale kringen en vertegenwoordigde ik de SRA in o.a. het beconoverleg en bij allerlei projecten met de Belastingdienst, zoals de winstaangifte. Een club als de SRA is van belang omdat de meeste accountantskantoren niet in staat zijn om alle kennis of stafdisciplines zelf in huis te hebben, en zaken als belangenbehartiging ter hand te nemen. Bij SRA geldt duidelijk “voor, met en door de leden”.’
Hoe kijkt u naar de rol van de SRA? Wat doet de SRA goed en wat zou beter kunnen?
‘De vereniging SRA heeft van meet af aan gekozen voor kwaliteit, in de breedste zin van het woord. Dat zie je terug in het kwaliteitsbeleid van de vereniging, dat we zonder loze woorden daadwerkelijk ook wilden meten en continu willen bevorderen via alle disciplines van onze backoffice. In 1994 voerden we daarom kwaliteitstoetsingen in, nieuwe leden moeten eerst door een ballotage. Kantoren houden op deze wijze hun kwaliteit op peil, en het lerend vermogen binnen de vereniging krijgt zo telkens een boost.
De SRA heeft met de onafhankelijk Review een sterke positie. Deze review richt zich op alle disciplines van de accountantspraktijk, dus ook de fiscale dienstverlening. Daar is SRA uniek in. Naast het feit dat we door die aanpak werken aan een integrale kwaliteitsbeheersing voor het gehele kantoor en niet alleen voor een bepaalde groep binnen het kantoor, zorgt deze aanpak ook voor herkenning van de kwaliteit door andere stakeholders en partijen. Zo is de introductie van horizontaal toezicht binnen SRA mede daarop gebaseerd.
De laatste jaren ging het vaak over de kantoren met een Wta-vergunning en de kwaliteit van de wettelijke controle. Logisch en begrijpelijk. Maar er zijn ook SRA-leden die geen vergunning hebben, en die toch ook werken binnen een getoetste kwaliteitsomgeving. Zonder de aandacht voor de auditpraktijk te verwaarlozen, is het goed om ook aandacht te hebben voor die kantoren. Als voorzitter wil ik -samen met mijn collega-bestuursleden en SRA bureaumedewerkers- het belang van onze vereniging voor alle leden kunnen onderstrepen.’
Hoe kijkt u als fiscalist naar de huidige problemen bij de Belastingdienst en de oplossingen die het kabinet onlangs heeft voorgesteld?
‘Al enkele jaren gaat niet alles goed bij de Belastingdienst. Naar mijn mening kunnen problemen zoals de Toeslagfraude en de schade daarvan, worden voorkomen door de praktijk te laten meekijken. Ik ben groot voorstander van een klein raadgevend overleg van maximaal zes adviseurs uit de praktijk, dat door de Belastingdienst en haar management geraadpleegd wordt over mogelijke oplossingsrichtingen en aanpak. Een dergelijke commissie zou wellicht het probleem met de zwarte gelakte pagina’s hebben kunnen voorkomen. Zoals wellicht ook de keuze voor twee staatssecretarissen en drie DG’s. Naar mijn mening geen logische keuze. Alhoewel Toeslagen en Belastingen schijnbare tegenpolen (innen en uitgeven) lijken, ze hebben wel veel met elkaar te doen. We hebben er als fiscale dienstverleners lang over gedaan om beide diensten aan tafel te krijgen bij het beconoverleg. Hoe dat nu verder moet? Allerbelangrijkste is nu dat er rust komt. Laten politici met name eens bedenken dat zij al die onuitvoerbare wetten goedgekeurd hebben. En dat laatste gaat maar door. In de gesprekken met mensen van de Belastingdienst proef ik geen onwil maar meer onmacht.’
De accountancy krijgt er bij de buitenwacht als sector regelmatig van langs de laatste tijd. In hoeverre is dat wat u betreft terecht?
‘Voor ‘de accountancy’ geldt eigenlijk hetzelfde. De inkt van regels en wetten is nog niet droog of men vraagt al weer om aanpassingen en maatregelen. Het zou mooi zijn als we een soort time-out konden inroepen. Dan kunnen we alles wat er nu is gedaan en wordt gedaan, laten inwerken, bezinken, internaliseren. Natuurlijk gaat niet alles goed. Maar het lijkt mij dan beter om eens na te gaan of dat door het systeem komt (systeemfout) of door een individuele beoordeling of behandeling.’
De SRA reageerde afgelopen najaar bijzonder fel op de passages over kwaliteitstoetsing in het tussenrapport van de CTA en eiste zelfs rectificatie. Wat stoorde u het meest? Is daar door de CTA iets mee gedaan?
‘Wat ons stoorde is dat een aantal uitgangspunten niet of onvoldoende werden toegelicht. Zo werd de suggestie gewekt dat er drie toezichthouders bestaan: naast de AFM ook SRA en NBA. Dat is feitelijk en fundamenteel onjuist. De wet (Wta) heeft het over één toezichthouder (de AFM), die gebruik kan maken van de kwaliteitstoetsingen die organisaties als de NBA en SRA op basis van de Kwaliteitsverordening uitvoeren. Op basis van die bepaling zijn uiteindelijk de respectievelijke convenanten gesloten. In het definitieve rapport heeft de Commissie daar in ieder geval meer balans in gebracht. En we gaan er vanuit dat minister Hoekstra die balans en nuance ook zal meenemen in de verwachte kabinetsreactie.’
Wat is u verder opgevallen in de recente rapporten van CTA en MCA?
‘Als de minister alles uit beide rapporten zou overnemen, dan krijgen we wederom een onrustige periode in het wettelijke controledomein. Beide rapporten spreken elkaar op een aantal terreinen tegen, op andere terreinen vullen ze elkaar prima aan of delen de commissies elkaars mening. Het is duidelijk: er gaat echt wel wat veranderen. Hoe? Laten we daar niet op vooruitlopen en de kabinetsreactie met voorstellen afwachten. Ondertussen is SRA met al haar leden in gesprek om duiding te geven en ook te horen hoe zij tegen mogelijke wijzigingen en uitdagingen aankijken.’
Hoe kijkt u aan tegen de recente bevindingen van de inspectie SZW over werkdruk in de accountancy?
‘De publicatie in de media van dit rapport roept een beeld op dat het echt goed mis zou zijn in onze branche. Ik ontken de percepties niet dat er werkdruk is en gevoeld word. Vanaf de eerste dag dat ik in het vak actief ben, word ik geconfronteerd met werkdruk. Vragen van klanten moeten beantwoord en ook jaarrekeningen en aangiften kennen bepaalde cycli. Dat is inherent aan het werk. Natuurlijk kun je betogen dat het anders moet. Het werk zal uiteindelijk toch gedaan moeten worden. Een vaak geopperd alternatief is dat we het werk met meer mensen kunnen doen en dus meer mensen moeten aannemen. Dat klinkt heel nobel maar de realiteit is dat er gewoon schaarste is in ons vak. Het is moeilijk om aan personeel te komen. En dat wordt er zeker door de eerder besproken rapporten en alle aandacht van de media niet beter op.’
MH
Geef een reactie