Maak goede afspraken over meerwerk bij een controleopdracht. Die les is te trekken uit een zaak die enige tijd geleden diende bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden tussen verslavingskliniek Solutions en het Huizer accountantskantoor Kreston Lentink.
De zaak bij het Hof was aangespannen door de privaat geïnitieerde verslavingszorginstelling Solutions, de daaraan gelieerde kliniek Center in Voorthuizen en moedermaatschappij Lemeey tegen Kreston Lentink. Het accountantskantoor was in 2014 door de toenmalige directie van Solutions c.s. aangesteld als onafhankelijk controlerend accountant.
Verkoop
Solutions c.s. werd in 2011 verkocht. Bij de uitvoering van de koopovereenkomst van 2011 ontstonden problemen die er toe leidden dat de oorspronkelijke eigenaren op 10 augustus 2015 de eigendom van de aandelen terugkregen. De financiële situatie van Solutions c.s. was op dat moment niet florissant. De oorspronkelijke eigenaren stelden ook nieuwe bestuurders aan, waarbij een aandeelhouder bestuurder werd.
Spanningen
Tussen die bestuurder en Kreston ontstonden daarna al snel spanningen, onder meer vanwege een na de overdracht in 2011 doorgevoerde structuurwijziging waarover de bestuurder Kreston een verwijt maakte. Solutions c.s. hebben op 2 november 2015 de overeenkomst met Kreston opgezegd. De bedrijven lieten vervolgens een aantal facturen van Lentink c.s. onbetaald.
Rechtbank geeft Lentink gelijk
Lentink liet het daarbij niet zitten en spande een zaak aan over de facturen, die het grotendeels won. De rechtbank Midden-Nederland verwierp het verweer van Solutions c.s. grotendeels en veroordeelde hen tot betaling van de facturen. Daarbij heeft de rechtbank overwogen dat Solutions c.s. het verweer dat zij nooit opdracht aan Lentink hebben gegeven, voor het eerst bij conclusie van antwoord hebben gevoerd en dat dit verweer daarom als onvoldoende onderbouwd en toegelicht wordt verworpen.
Hoger beroep
Bij het Hof komt Solutions c.s. met zeven grieven die er in hoofdzaak op neerkomen dat Solutions c.s. nooit een opdracht aan Lentink hebben gegeven, dat geen sprake is van meerwerk en dat zij in totaal al meer aan Lentink c.s. hadden voldaan (voorafgaand aan de procedure) dan de in de opdracht genoemde bedragen. In hoger beroep vorderen zij vernietiging van het vonnis en terugbetaling van al wat zij op grond daarvan aan Lentink c.s. hebben betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van betaling tot aan de dag van de terugbetaling.
Meerwerk
Tegen het betoog van de verslavingskliniek over het meerwerk voeren Lentink c.s. onder anderen aan dat naast de controleopdracht nadere opdrachten zijn verstrekt en dat zij bij de uitvoering van de controleopdracht op meer onduidelijkheden stuitten dan waarmee zij rekening hadden gehouden, terwijl Solutions c.s. de benodigde stukken niet tijdig aanleverden. Dit rechtvaardigt volgens hen het in rekening brengen van meerwerk. Volgens Lentink c.s. is het in de branche gebruikelijk dat aan het einde van de controle wordt afgesproken welk bedrag als meerwerk in rekening kan worden gebracht.
Accountant moet voor heldere afspraken zorgen
Het Hof verwerpt in een tussenuitspraak het betoog van Lentink c.s. over het meerwerk: ‘De accountant moet zorgen voor heldere afspraken met de klant over als meerwerk beschouwde werkzaamheden en hij moet die afspraken deugdelijk vastleggen (zie Accountantskamer 5 maart 2012, ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0240). De toelichting die de heer [B] , bestuurder bij Lentink c.s. op dit punt ter comparitie heeft gegeven (“Wanneer het gaat om ingewikkelde vraagstukken, waardoor het meer werk kost, brengen we dat in rekening. Deze gesprekken gingen over onderwerpen die veel werk waren voor de jaarrekeningen en dan wordt het vaak meerwerk. Wanneer het gaat om onderwerpen die normaal niet aan de orde zijn wordt dat meerwerk.”) overtuigt het hof niet. Uit de controleopdracht zoals die door Kreston is opgesteld blijkt onvoldoende wanneer bij de voor de uitvoering van die opdracht noodzakelijke controlewerkzaamheden sprake is van meerwerk.’
Facturen
Het Hof gaat vervolgens per betwiste factuur in op de vraag in hoeverre sprake is van meerwerk waarvoor opdracht is gegeven. Per saldo is € 38.167,56 inclusief btw direct toewijsbaar en € 13.700,85 inclusief btw afhankelijk van nadere bewijslevering door Lentink c.s. De rest van de gevorderde bedragen (€ 26.297,53 inclusief btw) is niet toewijsbaar, concludeert het Hof in de tussenuitspraak.
Geef een reactie