Een AA die tot viermaal toe met zijn kantoor niet slaagde voor de kwaliteitstoetsing van de NBA, heeft van de Accountantskamer een doorhaling van 18 maanden opgelegd gekregen.
De AA heeft een eigen kantoor, dat hij in een VOF met zijn vrouw bestiert. Het kantoor voldeed in 2011 niet aan de eisen van de kwaliteitstoetsing door de NBA en heeft een verbeterplan ingediend. Bij de hertoetsing drie jaar later was het resultaat echter ook onvoldoende. Wel waren er verbeteringen, dus de NBA gunde het kantoor een derde toetsing. Maar die toetsing, in 2016, leverde geen beter resultaat op. Er volgt opnieuw een verbeterplan. De AA wordt ziek, wat de nieuwe hertoetsing vertraagt. Die volgt in oktober 2018. Eindoordeel: het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk voldoet in opzet en werking niet voldeed aan het bepaalde bij of krachtens de WAB. Er volgt een tuchtklacht.
De AA verweert zich niet tegen de klacht dat hij de sjablonen voor de beoordeling van de opdrachtaanvaarding/continuering, integriteit van de cliënt, naleving van de Wwft, en de sjablonen voor bedrijfsverkenning, het planningsmemo, het werkprogramma en het afsluitend memo niet (consistent) toegepast heeft bij zijn werkzaamheden. Hij betwist evenmin dat de daarin vastgelegde werksystematiek in de verschillende fasen van uitvoering van twee samenstellingsopdrachten niet steeds is gevolgd en tot tekortkomingen daarin heeft geleid. ‘Hoewel betrokkene ervoor heeft gekozen sjablonen als hulpmiddel te gebruiken, hebben deze er derhalve niet toe geleid dat de getoetste dossiers geheel op orde zijn. Dit verwijt is gegrond.’ Ook de integriteit van de cliënt op wie de getoetste dossiers betrekking hadden, is niet voldoende vastgesteld, en er was geen klachtenregeling. Tegen deze twee verwijten brengt de AA niets in, zodat ook die gegrond zijn.
Klacht overeenkomsten afgewezen
De NBA krijgt geen gelijk met de klacht dat vier overeenkomsten die essentieel zijn voor de bedrijfsvoering niet zorgvuldig zijn vastgelegd, waaronder de waarnemingsovereenkomst en de met een systeembeheerder gesloten overeenkomst. ‘De Accountantskamer stelt op de eerste plaats vast dat in artikel 14 NVKS niet de door klaagster aan de waarnemingsovereenkomst gestelde eisen zijn opgenomen en in de overige voor het kantoor geldende artikel 9, 13 en 15 van die voorschriften geen eisen worden gesteld aan overeenkomsten die betrokkene aangaat met deskundigen (zoals de systeembeheerder) of met derden (zoals met de belastingadviseur), noch ten aanzien van de rechtsvorm van zijn kantoor. Daarbij merkt de Accountantskamer op dat artikel 12, derde lid NVKS, waarin is bepaald dat het kwaliteitssysteem erop is ingericht dat geheimhouding door bij de bedrijfsvoering van opdrachten betrokken personen in redelijke mate verzekerd is, waartoe een boetebeding kan dienen, niet geldt voor het kantoor van betrokkene.’
Schriftelijke afspraken wel wenselijk
De gebrekkige overeenkomsten roepen het beeld op dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing niet op orde is, vindt de NBA. De Accountantskamer vindt het wel wenselijk dat afspraken met personen die voor de bedrijfsvoering en uitvoering van opdrachten worden ingeschakeld bij voorkeur schriftelijk worden vastgelegd, maar ‘juist omdat een aantal artikelen van de NVKS zijn uitgesloten en betrokkene stelt dat sprake is van andere waarborgen die maken dat wet- en regelgeving bij opdrachten wordt nageleefd, kan de Accountantskamer aan de hand van de gestelde gebreken in de overeenkomsten niet vaststellen dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing niet op orde is’. De verwijten gebaseerd op de genoemde overeenkomsten zijn ongegrond.
Ziekte is geen verweer
De getoetste samensteldossiers bevatten tekortkomingen ten aanzien van vaststelling van de integriteit van de cliënt en missen getekende opdrachtbevestigingen, besprekingsverslagen, de erkenning van de definitieve jaarrekening door het management en de bedrijfsverkenning. Die gebreken zijn onvoldoende betwist. ‘Althans de door betrokkene aangebrachte nuances aangaande het ontbreken van een wettelijke reserve, de balanstest en uitkeringtoets, de LOR en voorraadlijst weerleggen de door klaagster aangevoerde tekortkomingen niet.’ Deze verwijten zijn daarom gegrond. De AA stelde nog dat zijn ziekte invloed heeft gehad op de wijze waarop zijn kantoor is gevoerd. Maar de tuchtrechter vindt dat niet van zwaarwegend belang. ‘Voor ontstentenis vanwege ziekte geldt dat een waarnemer dan voor de deugdelijke uitvoering en afronding van NVKS-opdrachten dient zorg te dragen, zodat dit verweer betrokkene niet kan baten. Daar komt bij dat betrokkene in 2018 ziek is geweest terwijl tekortkomingen al vanaf 2011 en bij meerdere toetsingen in de jaren daarna zijn geconstateerd en niet althans onvoldoende zijn verbeterd.’
Niet op orde, ondanks herhaalde kansen
De Accountantskamer legt de AA een doorhaling voor de duur van achttien maanden op. ‘In het dossier komt een beeld naar voren van een door betrokkene geleid klein accountantskantoor dat sinds 2011 structureel niet voldoet aan de kwaliteitseisen die bij en krachtens de WAB gelden. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van betrokkene om tijdig de voor de verbetering van het kwaliteitssysteem noodzakelijke maatregelen te nemen. Weliswaar zijn in de loop der jaren een aantal zaken verbeterd, maar betrokkene slaagt er niet in, ondanks de herhaaldelijke kansen die hem zijn geboden, om zijn praktijkvoering kwalitatief en inhoudelijk op orde te krijgen.’
Lees ook het verslag van de zitting: ‘Het is niet zo dat ik maar wat aanrommel’
Geef een reactie