De onrust over de NOW-regeling neemt toe bij ondernemers en particulieren. Dat meldt rechtsbijstandsverzekeraar ARAG op basis van het aantal vragen en verzoeken dat het bedrijf over de werking van de regeling binnenkrijgt.
Steeds meer vragen
Zo begrijpen ondernemers vaak niet goed hoe ze ‘de kleine lettertjes’ van de regeling moeten interpreteren. In april kreeg de rechtsbijstandverzekeraar 54 vragen binnen over de NOW. In maart waren dat er 29. ARAG verwacht in mei meer vragen en na de definitieve berekening van de omzetdaling nog meer drukte, omdat dan mogelijk terugvorderingen volgen. De NOW is bedoeld voor werkgevers die hun omzet zien terugvallen door de crisis. Bedrijven die tenminste 20 procent omzet verliezen komen in aanmerking voor de regeling. Ze kunnen, afhankelijk van hun omzetdaling, tot 90 procent van de loonkosten vergoed krijgen. Het aanvragen van de loonsubsidie was makkelijk en toegankelijk. Veel ondernemers hebben razendsnel een voorschot ontvangen. Dit gebeurde op basis van een geschatte omzetdaling. Als de werkelijkheid gunstiger heeft uitgepakt dan de inschatting, moet de ondernemer een deel van de NOW-subsidie terugbetalen.
Incidenteel loon
Een ander probleem is dat het voorschot op de subsidie gebaseerd is op het loon van afgelopen januari. Dat loon kan hoger zijn dan het werkelijk betaalde loon in de periode maart tot en met mei 2020, omdat in januari vaak een dertiende maand wordt uitbetaald. Als de loonsom in maart, april of mei lager is dan die in januari, moeten werkgevers subsidie terugbetalen. De terugbetaling is hoger dan het verschil tussen de loonsommen. Dat komt doordat bij de berekening van de voorlopige steun rekening is gehouden met de omzetdaling terwijl dat bij de eindafrekening niet gebeurt. Werkgevers die in december al de dertiende maand hebben betaald, zijn hierdoor in het voordeel. Meteen na de introductie van de NOW-regeling is minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op het probleem van het incidenteel loon gewezen, maar die wimpelde dat toen weg.
Seizoensarbeid
Verder krijgt ARAG veel vragen van organisaties die afhankelijk zijn van seizoensgebonden omzetten. Voor dat soort bedrijven is het ongunstig dat het omzetverlies wordt bepaald op basis van de gemiddelde kwartaalomzet in 2019. De subsidie kan daardoor uiteindelijk lager uitvallen dan het omzetverlies was vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. Het kabinet heeft erkend dat bedrijven die een onevenredig groot deel van hun omzet in het voorjaar behalen, hierdoor zijn benadeeld. Het heeft beloofd een oplossing te zoeken, maar tot op heden zijn er nog geen voorstellen gedaan.
Niet 90 maar 65
Volgens Koninklijke Horaca Nederland zitten veel ondernemers (in de horeca) niet op 90 procent vergoeding van hun loonkosten maar op slechts 65 procent. Horecaondernemers Won Yip en Laurens Meijer maakten eerder het volgende rekensommetje. De kostprijs van een werknemer in de horeca bestaat uit brutoloon (100%), 25 vakantiedagen (10,59%), vakantietoeslag (8,85%), sociale lasten (28,53%), pensioen/scholing (5,97%)= circa 154.
Yip en Meijer: ‘De NOW geeft 100 + 30% = 130. En daar 90% van = 117. Een gat van 154-117 = 37. Of anders gezegd: 24% van de loonkosten. En dat is dan nog in het gunstigste geval als je 100% omzetverlies hebt en geen teruglopende loonkosten. Dat laatste zou namelijk betekenen dat je niet iedereen doorbetaalt of mensen hebt ontslagen en daar zitten weer straffen op in de vorm van lagere percentages. En dan ook nog eens over de loonsom van januari die veelal het laagste is van het hele jaar voor heel veel sectoren, dus dat verschil komt er ook nog bij. De overheid heeft de horeca halverwege maart gesloten. Over de periode maart/april/mei heeft niemand dus een 100% omzetdaling. Stel voor het gemak even dat ze 2 van de 13 weken normale omzet hebben gedraaid, dan is dat een omzetdaling van 11/13: dus 85% en dat geeft weer 76,5% in de NOW. Pakken we weer de rekensom, dan heeft de horeca dus recht op een maximale vergoeding op de loonsom van 100 + 30% = 130…en daar 76,5% van is 99,45. Afgerond: 154 – 99 = 55 of anders gezegd 36% van de loonkosten. De werkgever moet dus minimaal 36% van de loonkosten zelf betalen.’
Bron: ANP
__________________________________________________________________________________________________________________________________
- 25 mei | Fiscale update corona regelingen: de allerlaatste stand van zaken | Heleen Elbert
- 29 mei | Ontslagaanvragen door de corona crisis (reorganiseren kun je leren) | Kirsten Roskam
- 02 juni | De impact van corona op liquiditeit en (dis)continuïteit | Jan Wietsma
- 03 juni | Vermogen en fiscaliteit ten tijde van corona | Jeroen Knol
Harry Koper zegt
De laatste paragraaf is accountancynieuwswebsite onwaardig. “Niet 90 maar 65” – waarom dan? Omdat de 20% later wordt uitbetaald? Dan krijgt u het toch alsnog? Ook wordt er doodleuk vermeld dat er geen rekening wordt gehouden met allerlei kosten zoals vakantietoeslag / sociale lasten etc. Dat is natuurlijk onzin – er zit immers een opslag van 30% op het brutosalaris wat juist daarvoor is bedoeld. Er zijn ook bedrijven die geen pensioen afdragen – voor hen is een opslag van 30% niet reel (zou eerder tegen de 15 á 20% aanzitten). Toegegeven de regeling heeft wel enkele hiaten – maar laten we een gegeven paard nou niet te veel in de bek kijken.
Redactie Accountancyvanmorgen zegt
Ter verduidelijking is een rekenvoorbeeld opgenomen waarvan Koninklijke Horeca Nederland zich bedient.
NOW volger zegt
Je kan ook de periode april, mei en juni kiezen of zelfs juni, juli en augustus, dus dat is geen argument in de berekening. Niks is perfect, ook deze regeling vast niet, maar staan veel argumenten in die neigen naar een artikel met een eenzijdige opinie en dat vind ik stemmingmakerij. Het kan altijd beter, maar geef het ze wel te doen, binnen paar weken deze regeling opgetuigd mag ook wel iets van respect voor getoond worden ipv alleen maar kritiek.