Wie vanaf 1 september een octrooizaak bij de rechter verliest hoeft niet meer de volledige proceskosten van de tegenpartij te betalen. De Rechtbank Den Haag, het Gerechtshof Den Haag en de Hoge Raad maakten begin juli bekend dat ze zogeheten indicatietarieven in octrooizaken gaan invoeren. Hiermee lopen MKB’ers minder financieel risico als ze een inbreukzaak aanspannen.
In de huidige situatie betaalt de verliezende partij in een octrooizaak alle kosten van de winnende partij. Daaronder vallen ook de – vaak stevige – advocaatkosten van de winnende partij. Omdat het in een octrooizaak meestal niet 100% zeker is wie gaat winnen of verliezen, zagen vooral partijen met een kleine portemonnee af van een handhavingsprocedure bij een mogelijke inbreuk. Zelfs als experts zeiden dat ze een grote kans hadden om te winnen. De hoge proceskosten bij een eventueel verlies vormden vaak een te groot financieel risico om hun octrooizaak voor de rechter te brengen.
In het nieuwe systeem van indicatietarieven is er een maximumbedrag vastgesteld voor de proceskostenveroordeling. Dat betekent dat de proceskosten bij een eventueel verlies niet hoger zijn dan een maximumbedrag en dat de kosten vooraf duidelijk zijn.
Duidelijkheid voor MKB
In de nieuwe regeling worden 4 categorieën octrooizaken onderscheiden: van eenvoudig tot zeer complex, met bijbehorende maximale proceskosten. Als de rechtbank het financiële belang in een zaak lager inschat dan € 100.000, is er sprake van een eenvoudige zaak. In octrooizaken tussen MKB’ers zal dit waarschijnlijk vaak het geval zijn. Bij verlies van een kort geding in zo’n eenvoudige zaak, zijn de proceskosten maximaal € 10.000. In een eenvoudige bodemzaak (uitgebreide procedure bij de rechtbank die tot een definitief oordeel leidt in tegenstelling tot het kort geding) is bij verlies de proceskostenveroordeling maximaal € 30.000.
Bron: RVO
Geef een reactie