Meebewegen met een klant. Hoe ver ga je? Wanneer gaat klantgerichtheid over in het oprekken van regels? Natuurlijk werk je als accountant niet mee aan belastingfraude of het witwassen van crimineel geld. Je zet geen handtekening onder een cijfers die niet kloppen. De kans dat je als MKB-accountant met grote malversaties of crimineel handelen wordt geconfronteerd is niet heel groot.
Het gevaar schuilt daarom veel meer in kleine dingen. Zoals het ‘tijdelijk’ oprekken van de regels omdat dit de klant ‘door een lastige tijd helpt’. Niet doorvragen terwijl dat wel zou moeten. Of iets accepteren omdat je niet roomser dan de paus wilt zijn. Tijdens de AV-week houdt zelfstandig gevestigd accountant Carel Verdiesen je reële dilemma’s voor. Het doel: scherp krijgen waar je de grens trekt.
Grijs gebied
‘Elke accountant komt voor de situatie dat je niet naast je klant maar tegenover je klant komt te staan,’ zegt Verdiesen, die behalve zelfstandig accountant ook plaatsvervangend lid van de Accountantskamer is. ‘Je kent het wel: die aardige ondernemer die zegt dat die laptop eigenlijk voor zijn dochter is maar dat hij ‘m toch graag als zakelijke kosten wil opvoeren. “Want dat doet toch iedereen?” Of je hoort via via dat een klant zijn personeel wel eens zwart uitbetaalt. Kijk je dan de andere kant op – een accountant heeft immers geen onderzoeksplicht – of stel je het aan de kaak en vraag je de ondernemer op de man af hoe het zit?’
Reputatie beschermen
Volgens Verdiesen is het belangrijk dat accountants met elkaar in gesprek gaan over dit soort (vaak ethische) dilemma’s. Door hoge werkdruk kan het gebeuren dat binnen het kantoor niet iedereen even scherp is op het bewaken van de grenzen van het toelaatbare: ‘Als accountant heb je een eed afgelegd. Dat is niet zomaar iets. Het legt een grote verantwoordelijkheid op de schouders van de accountant. Maar die eed is tegelijk onze kracht. Een accountant staat in een register en dat zegt iets over zijn of haar professionaliteit en integriteit. Dat is waarom klanten voor een accountant kiezen en niet voor een administratiekantoor. Je reputatie, je integriteit, die moet je ten alle tijden beschermen.’
Hellend vlak
Wie er geen moeite mee heeft om af en toe buiten de lijntjes te kleuren, neemt een groot risico. En dan denkt Verdiesen nog niet eens direct aan het tuchtrecht. ‘Als een accountant de naam krijgt af en toe wel eens een oogje dicht te knijpen, dat er te praten valt over de regels van het spel, dan trekt dit een bepaald type klant aan. En andere klanten blijven juist weg. De Belastingdienst en de toezichthouders krijgen extra interesse in zo’n kantoor. Wat misschien begint met een flauwe bocht wordt een hellend vlak. Begin je te glijden, dan kom je niet meer boven en is de enige weg die naar omlaag.’
In de regel zijn er drie omstandigheden die fraude in de hand werken:
- Er moet een bepaalde druk zijn. Bijvoorbeeld: je klant heeft het moeilijk door de coronacrisis en doet een beroep op je empathie. ‘Help me even deze moeilijke maanden door’.
- Er moet gelegenheid zijn: die is er in het MKB altijd!
- Er moet rationalisatie achteraf mogelijk zijn. Een daad moet te verantwoorden zijn, je moet in staat zijn om wat krom is een beetje recht te praten. Ondernemers kunnen in de spiegel kijken en zeggen ‘En toch ben ik integer’ terwijl dat niet zo is. Begin je als accountant een zin met ‘Eigenlijk mag het niet’ of ‘In principe is het zo dat…’ dan weet je dat het proces van goedpraten is begonnen. En dat weet je klant ook.
Discussie
In zijn sessie zet Carel Verdiesen je weer op scherp. Aan de hand van praktijkvoorbeelden en jouw eigen cases gaat hij de discussie aan over het trekken van grenzen en de poot stijf houden. Wie deelneemt zal zich gesteund voelen om niet alleen het moeilijke gesprek met de klant aan te gaan, maar dit ook tot een goed eind te brengen.
Carel Verdiesen spreekt op vrijdag 25 september van 13:30 tot 14:30 uur.
Geef een reactie