Accon avm heeft met het achterwege laten van een mededeling in een rapport niet veroorzaakt dat de weduwe van een mede-eigenaar van een BV een te lage prijs kreeg voor haar aandelen, oordeelt het gerechtshof in Leeuwarden in een langlopende rechtszaak.
De vrouw, die van 2014 tot 2019 in de schuldsanering zat, vorderde van Accon avm onder meer bijna een half miljoen omdat zij een te lage waarde had ontvangen voor haar aandelen in het bedrijf De Vries-Nieboer Beheer. De vrouw was getrouwd met een medeaandeelhouder. De man wilde al zo’n 20 jaar terug zijn 50%-belang verkopen, maar kon geen overeenstemming bereiken over de overnamesom. De man overleed in 2008, waarna de vrouw het met de aandeelhouders evenmin eens kon worden. Via de statutaire aanbiedingsregeling voor erfgenamen vond in oktober 2008 alsnog tegen de zin van de vrouw overdracht van haar aandelen plaats aan een van de andere aandeelhouders. De waarde werd ontleend aan een rapport van Accon avm, waarin de waarde van het eigen vermogen van VNB werd becijferd op € 316.148. De helft daarvan is toegerekend aan de aandelen van de vrouw, minus € 71.061 wegens een schuld in rekening-courant van haar overleden echtgenoot.
Omissie in rapport
Maar de vrouw ging er niet mee akkoord: de prijs is veel te laag, vond ze. Ze hield de accountant daarvoor aansprakelijk, omdat in het rapport niet was opgenomen dat het rapport niet bestemd was voor een waardering van de aandelen. Dat was opgesteld in het kader van een herstructurering. Voor de rechter slaagt haar eis niet. Na de eerdere uitspraak van de rechtbank had het hof een comparitie van partijen gelast, om te zien of beide partijen tot een schikking konden komen. Maar dat is niet gelukt.
Schadeloosstelling
Het hof buigt zich over de gang van zaken en stelt vast dat in 2007 is bepaald dat drie onafhankelijke deskundigen de waarde van de aandelen zouden vaststellen. Maar die zijn niet in hun missie geslaagd. In het kader van een herstructureringsplan – mede ingegeven doordat afnemer Rabobank had € 2 miljoen minder te willen gaan afnemen van een werkmaatschappij die handelt in personeels- en relatiegeschenken – kreeg Accon AVM de opdracht om de waarde van het bedrijf te bepalen. Er dreigt een negatief vermogen voor de werkmaatschappij en de beheer-BV moet dat aanzuiveren, luidt de conclusie. In 2015 heeft het hof al geoordeeld dat Accon avm inderdaad een bepaling had moeten opnemen over de doelstelling van het rapport: daarvoor moest de vrouw schadeloos gesteld worden. Maar is er schade geleden? Dat moet blijken uit een schadestaatprocedure.
Gegevens niet meer actueel
Bij de rechter komt vervolgens aan de orde wat nu precies de waarde van de aandelen is geweest. De rechter oordeelt in 2018 dat de vrouw onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij een te lage koopprijs voor haar aandelen heeft ontvangen: ze baseert zich op gegevens uit 2007 en de rechtbank is van oordeel dat, gezien de ontwikkeling van de onderneming in 2008, aan de gegevens uit 2007 niet de waarde kan worden gehecht die de vrouw daaraan toekent. In hoger beroep matigt de vrouw haar eis – voor de rechter had zij eerder bijna zeven ton aan extra waarde gevorderd.
Geen causaal verband
Het hof beoordeelt of de tekortkoming van Accon avm heeft geleid tot schade voor de vrouw. Over de waarde van de aandelen bestond geen overeenstemming en de groep waartoe VNB behoorde verkeerde in 2008 in financieel zwaar weer; de overige aandeelhouders hebben langs juridische weg de aandelenoverdracht afgedwongen. ‘De aandelenoverdracht op zich stond daarmee niet in causaal verband met de ontbrekende mededeling in het rapport.’
Geen onjuiste waardering
Zou er een te lage prijs zijn gehanteerd, dan geldt dat het onzorgvuldige handelen door Accon avm niet bestond in een onjuiste waardering van de aandelen, aldus het hof. ‘In het rapport zijn de aandelen zelfs in het geheel niet gewaardeerd maar is uitsluitend het eigen vermogen van VNB per 1 augustus 2008 berekend.’ Alleen VNB heeft op basis van dat eigen vermogen een waarde aan de aandelen toegekend. ‘Het gewraakte nalaten van [Accon avm] is ‘slechts’ het onvermeld laten dat het rapport (lees het berekende eigen vermogen) ‘niet bestemd is voor’ een waardering van de aandelen. Het risico dat iemand op basis van dit eigen vermogen aan de aandelen een waarde zou verbinden moest daardoor worden verkleind.’
Een mogelijk onjuiste manier van waarderen van de aandelen kan niet aan Accon avm worden toegeschreven, vindt het hof. Bovendien heeft de vrouw niet gesteld dat het eigen vermogen, dat de basis was voor de waardebepaling, onjuist is vastgesteld. ‘De omstandigheid dat [de accountant] het eigen vermogen van VNB heeft berekend, van welke berekening niet is vastgesteld dat die onjuist is, betekent nog niet dat de schade die zou ontstaan door een te lage koopprijs in causaal verband staat tot die berekening van het eigen vermogen.’
Eigen vermogen logisch aanknopingspunt
Verder overweegt het hof dat de statutaire gedwongen overdracht al was ingezet toen het gewraakte rapport nog moest worden gemaakt.
Daarnaast is de overdracht in oktober snel voltrokken: het hof spreekt van een ‘overhaaste gang van zaken’. ‘Dat onder die druk [een van de andere aandeelhouders] het enige en meest recente aanknopingspunt (bestaande in het eigen vermogen) niet zou hebben gebruikt als uitgangspunt voor haar waardering van de aandelen en daarmee de koopprijs is niet voor de hand liggend. Daar komt bij dat de wijze waarop zij heeft gewaardeerd niet aan [de accountant] kan worden toegerekend.’ Omdat de vrouw tot het moment van de overdracht niet op de hoogte was van de koopprijs, is niet aannemelijk dat zij een beroep zou hebben gedaan op de ongeschiktheid van het rapport.
Het hof wijst de vordering af. Ook de eis tot vergoeding van immateriële schade (‘stress door jarenlange rechtszaak’) wordt afgewezen.
Geef een reactie