Vrijwillig een lagere NOW ontvangen dan waar recht op is kan in sommige gevallen mogelijk financieel aantrekkelijk zijn vanwege de kosten die met de verschillende soorten verklaringen zijn gemoeid. Volgens minister Koolmees is vrijwillig een lagere NOW-subsidie ontvangen mogelijk, maar dat blijkt in de praktijk wel ingewikkeld te zijn.
Vrijwillig een lagere NOW-subsidie ontvangen dan waar gezien het omzetverlies recht op is is mogelijk, schreef minister Koolmees van Sociale Zaken in een Kamerbrief op 3 december 2020. Het formulier NOW 1 geeft daartoe echter in principe geen mogelijkheid. UWV geeft echter telefonisch aan dat het wel kan maar vooralsnog alleen handmatig, aldus Sebastian van Wijk, fiscalist en partner bij Schipper Accountants. Hoe zit het nu?
Kamerbrief minister
In de brief van de minister staat het volgende over de vrijwillig lagere NOW:
“Inmiddels hebben enkele werkgevers laten weten vrijwillig een lagere NOW-subsidie te willen ontvangen dan waar zij gezien hun omzetverlies recht op hebben. Ik stel dit op prijs, mede omdat ik heb opgeroepen om de NOW alleen aan te vragen als het echt noodzakelijk is. UWV heeft hier inmiddels ook een proces voor ingericht waarbij werkgevers die vrijwillig minder NOW willen ontvangen (dan waar zij formeel recht op hebben), bij hun aanvraag tot definitieve vaststelling van de NOW een lager percentage omzetverlies kunnen opgeven. UWV gaat in deze gevallen bij de vaststelling dan uit van het door de werkgever opgegeven (lagere) omzetverlies. Wanneer een accountantsverklaring of derdenverklaring nodig is, zal een accountant of deskundige derde ten behoeve van een sluitende administratie in diens verklaring wel het daadwerkelijke percentage omzetverlies rapporteren.”
Volgens Sebastian van Wijk op LinkedIn is in het formulier waarmee de definitieve NOW-subsidie moet worden aangevraagd niet automatisch aan te geven dat de werkgever vrijwillig afziet van een deel van de subsidie.
Aanvinken
De suggestie van Sebastian van Wijk en zijn collega Nadia van Herwijnen RB is om in het formulier een optie op te nemen dat kan worden aangevinkt dat er vrijwillig is gekozen voor een lagere omzetdaling, neemt UWV serieus in overweging. Tot die tijd is het alleen mogelijk om handmatig het percentage aan te passen. Aangezien dat lagere percentage dan niet overeenkomt met de andere gegevens, zal de afwikkeling waarschijnlijk wel langer duren. Maar het is dus nu al mogelijk.
Goedkopere verklaring
Aan een lagere NOW-subsidie zit nog iets vast. Bij bepaalde subsidiebedragen is immers een derden- of accountantsverklaring nodig. En accountantsverklaringen zijn er weer in verschillende vormen afhankelijk van de subsidiehoogte. De NBA heeft aangegeven dat een ‘lichtere’ verklaring mag worden gebruikt als de NOW-subsidie door de vrijwillige daling onder een bepaalde grens zakt, stelt Sebastian van Wijk. Een lichtere verklaring betekent minder kosten en is dus ook daarom interessant voor ondernemers.
Kamerbrief vaststellingsbeschikkingen NOW 1 en dilemma’s NOW
GJB zegt
Wat als het voorschot bijvoorbeeld €20.000 is (en de definitieve vaststelling ook), dan moet je een derdenverklaring meesturen. Als je dan vrijwillig €10,- inlevert zou je dan onder de derdenverklaring uit kunnen komen. De kamerbrief lezende maak ik dat daar niet uit op.
In de kamerbrief staat immers het volgende:
Wanneer een accountantsverklaring of derdenverklaring nodig is, zal een accountant of deskundige derde ten behoeve van een sluitende administratie in diens verklaring wel het daadwerkelijke percentage omzetverlies rapporteren.
Ten slotte wil ik ingaan op de toezegging die ik heb gedaan tijdens het debat van 3 november jl. aan het lid Stoffer. Het lid Stoffer vroeg mij tijdens het debat van 3 november jl. om nogmaals te kijken of het meesturen van een accountantsverklaring nodig is indien een werkgever meer dan €100.000 voorschot heeft ontvangen maar waarbij de definitieve tegemoetkoming lager is dan die €100.000. Volgens de voorwaarden van de NOW moet een werkgever bij een voorschot van €100.000 of meer een accountantsverklaring mee sturen bij de aanvraag van de definitieve vaststelling. Deze voorwaarde geldt ook wanneer het definitief vastgestelde subsidiebedrag uiteindelijk lager uitvalt dan €100.000. De werkgever kan immers bij de aanvraag tot vaststelling niet met zekerheid zeggen wat de definitieve hoogte van de subsidie zal zijn. Alles overwegend ben ik tot het besluit gekomen om hier geen aanpassing in de regeling voor te treffen, om misbruik van de regeling te voorkomen.
Op basis van de laatste zinnen in beide alinea’s zou ik concluderen dat mijn voorbeeld niet tot gevolg heeft dat er dan geen derdenverklaring nodig is.