De gemeente Sluis heeft de aanvraag van een kunsthandelaar voor een Tozo 3-uitkering terecht afgewezen, oordeelt de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Om voor de steunregeling in aanmerking te komen moet er een causaal verband zijn tussen de coronacrisis en het onder het sociaal minimum liggende inkomen. Aangezien de kunsthandelaar al voor de coronacrisis een inkomen onder het sociaal minimum had is de steun niet voor hem bedoeld, oordeelt de voorzieningenrechter. De kunsthandelaar bestreed niet dat hij ook vóór de coronacrisis met zijn bedrijf een inkomen had dat ruim onder het sociaal minimum lag, maar stelde in bezwaar dat hij altijd in staat is geweest met een bescheiden inkomen rond te komen.
Uitspraak: ECLI:NL:RBZWB:2021:155
Omdat alle evenementen, beurzen en markten geannuleerd zijn wegens de coronacrisis, zijn de inkomsten van de kunsthandelaar momenteel nihil. Over de periode van 1 maart 2020 tot 1 juni 2020 ontving hij daarom een Tozo 1-uitkering. Op 3 november 2020 vroeg hij bij de gemeente Sluis ook een aanvullende uitkering voor levensonderhoud via de Tozo 3 aan met ingang van 1 oktober 2020.
Aanvraag afgewezen
De gemeente beoordeelde de aanvraag. Daarbij werd op grond van de ingeleverde voorlopige aanslag 2019 vastgesteld dat de kunsthandelaar vóór de coronacrisis al een inkomen had dat ruim onder het sociaal minimum lag, namelijk (€ 2.751,- fiscale winst x 18% correctie : 12 maanden =) € 187,99 netto per maand. De aanvraag werd afgewezen, omdat de kunsthandelaar volgens de gemeente niet aan de voorwaarden van de Tozo-regeling voldoet. Uit de aangifte inkomstenbelasting 2019 blijkt dat de kunsthandelaar in 2019 al een inkomen had dat ruim onder het sociaal minimum lag. Dat betekent dat zijn inkomen niet als gevolg van de coronacrisis is gedaald tot onder het sociaal minimum. Daarom heeft hij geen recht op een Tozo 3-uitkering, stelde de gemeente.
Voorlopige voorziening
De kunsthandelaar verzocht daarop de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. Die overweegt dat uit de aangifte inkomstenbelasting – die nog niet voorhanden was bij de Tozo 1-aanvraag – blijkt dat het inkomen uit het bedrijf ook in 2019 al ruim onder het sociaal minimum lag. Volgens de gemeente is de Tozo 3-regeling niet voor gevallen als dat van de kunsthandelaar bedoeld. De strekking van de Tozo is niet het aanvullen tot bijstandsniveau van een inkomenssituatie die structureel al beneden het sociaal minimum lag. De kunsthandelaar is in de gelegenheid gesteld reguliere bijstand aan te vragen, maar daarvan wenste hij geen gebruik te maken.
Tekst Tozo-regeling
De voorzieningenrechter is het met de gemeente eens. Uit de Nota van Toelichting bij de Tozo (staatsblad 2020, 118) blijkt dat de regeling in het leven is geroepen voor zelfstandigen die als gevolg van de corona crisis, buiten hun invloedssfeer, in acute financiële problemen zijn geraakt. Zo staat er bijvoorbeeld:
“De regering is van mening dat deze coronacrisis niet als normaal ondernemersrisico kan worden aangemerkt. De regering acht het daarom gerechtvaardigd en noodzakelijk om zelfstandigen die als gevolg van de coronacrisis in financiële problemen zijn geraakt, tijdelijk te ondersteunen” en “De regering komt daarom met de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). […] Zelfstandig ondernemers met financiële problemen als gevolg van de coronacrisis kunnen een beroep doen op deze voorziening.”
Reguliere bijstand geëigende weg
De kunsthandelaar bestrijdt niet dat hij ook vóór de coronacrisis met zijn bedrijf een inkomen had dat ruim onder het sociaal minimum lag. Hij stelt in bezwaar dat hij altijd in staat is geweest met een bescheiden inkomen rond te komen. Met de gemeente is de voorzieningenrechter van oordeel dat voor gevallen als dat van de kunsthandelaar, waarbij het inkomen uit onderneming structureel (ruim) onder het sociaal minimum ligt, het aanvragen van reguliere bijstand de geëigende weg is. De verwachting van de voorzieningenrechter is dan ook dat het besluit tot afwijzing van de Tozo 3-aanvraag in bezwaar standhoudt. Zij ziet daarom geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening en wijst het verzoek daartoe af.
______________________________________________________________________________________________________________________
Soms is het een lang gekoesterde wens: eens in je leven, maar liefst altijd natuurlijk, geen belasting te betalen. Soms lukt dat. Dan komt ook zo soms de keerzijde, of zoals een wereld bekende Hollandse voetballer eens zei: Alle voordeel heb z’n nadeel.